Weerkundig gezien was het gisteren een vreemde dag. Grijze wolken met een gure image, stevige regenbuien maar niet koud. Chef stond op het balkon van de Kloosterbunker, gaf water aan de bamboeplanten die elke dag wel een slok kunnen gebruiken. Op blote voeten, verder wel gekleed in een oude broek en shirt.
En ineens, door dat weer, de kletterende regen, bevond Chef zich vele jaren terug in een novembermaand, met ook zulk weer, in de winkel van De Gruyter in de Rotterdamse arbeiderswijk waar hij toen met zijn ouders, broers en zussen woonde. Het was een kruideniersketen, net zoiets als Albert Heijn nu. Piet de Dief, werd het concern genoemd, de grote baas heette Piet. Het rook er altijd zo lekker. De winkelbediendes droegen schorten en ze hadden alle tijd. En je kreeg als klant tien procent korting.
Je kocht er versgemalen koffie, ze hadden er het Snoepje van de Week, slecht voor je gebit, want een zakje lekkere toffees -toffies- of harde zuurtjes, ulevellen. De Gruyter bestaat niet meer, net als Simon de Wit en nu ook al V en D. Eerder deze week reed Chef door Rotterdam en moest hij ook al aan De Gruyter denken. Die winkels hadden zo’n mooie gevelbeplating, geglazuurde tegels. Blauw, geel. En ja hoor, op de Stadhoudersweg vond hij zo’n voormalig pand van Piet de Dief. Er zit nou een Chinees in. De winkels van De Gruyter zaten vrijwel altijd op een hoek.
In het verzuilde naoorlogse Nederland was De Gruyter de winkel van de katholieken, de fabriek stond in Brabant, op het hoogtepunt waren er tegen de zeshonderd vestigingen. De protestanten kozen onder meer voor Albert Heijn.
Chef ziet het balkon van de Bunker tegenwoordig als een ruimteschip. Misschien vliegt hij nog weleens 2600 jaar terug, om effe met de Boeddha een bakkie te doen.
kees moerbeek zegt
Herinner jij het snoepje van de week nog, Joop? Echt iets boeddhistisch.
Immers, je bent geboren als mens, je doet je ding en de Boeddha geeft je geheel gratis het Achtvoudige Pad. Gratis, voor nop, want je hoeft je niet te bekeren, je hoeft je ziel niet af te staan aan een instituut en je hoeft niet naar de pijpen van een bovennatuurlijk wezen te dansen :-)
Joop Ha Hoek zegt
Ik kan niet dansen, Kees.