Chef was vorige week op familiebezoek en daar waren ook verre aangetrouwde leden. Mooie mensen, met warme harten. Maar ja hoor- het gesprek ging onder meer over ‘ze pakken onze banen en huizen af”. Ze zijn dan de mensen die uit verre landen komen en niet dood willen of het gewoon maar beter willen hebben.
Het besef dringt maar langzaam door dat de hele wereld, heel Europa aan het veranderen is. En geen antwoord weet op wat er gebeurt. Dat het nooit meer zal zijn zoals het pakweg twintig jaar geleden was. Dat je een gouden horloge en een etentje van de baas kreeg na een veertigjarig dienstverband. Dat is de minischaal, op macrogebied zijn die gouden horloges al lang verdwenen. Uit de chaos die er heerst zal wel weer iets meer bestendigs komen. Het zijn mechanismen waaraan je als mens nauwelijks iets kunt doen.
Chef was het afgelopen weekeinde in het buitenland. Hij liep er door een prachtig aangelegde tuin. Het gras groeide onder maartse buien. Vlinderstruiken en Chinese roos waren nog niet gesnoeid. Struiken en bomen liepen al uit. Eekhoorns beklommen bomen en sprongen door de lucht. En ineens zag hij ze- de vlinders van de goudsmid en kunstenares Maria de Goede. Fragiele glazen vlinders, meer dan levensgroot. Leunend op stukken betonijzer. Ze staan er al heel lang, die groepjes vlinders. Ze staan er voor iedereen mooi te wezen. En nooit vliegen ze weg en leven ze langer dan een dag. Kunst kan zo troostrijk zijn.