Beste Boeddha, elke morgen als ik ontwaak is mijn eerste gedachte: wat voor shit gebeurt er vandaag weer. Wie wordt er onthoofd, ontslagen, beledigd, ziek, vermoord, gevangen gezet, vernederd, op-en weggejaagd. Welke godsdienst claimt de ene en echte waarheid te verkondigen. Welk mens stelt zich boven de andere? Welke grote mond wint het van het stille individu? Waarom worden homo’s, Joden, Moslims, Palestijnen, Tibetanen en al die anderen bespuugd en als inferieur afgedaan en behandeld.
Waarom behandelen wij dieren zo slecht? Blijven we volharden in ons egoïstisch gedrag dat onze wereld vernietigt. Daarom heb ik grote zorg over de toekomst van mijn kinderen en kleinkinderen, van alle andere mensen. Ik voel ik me onderhand zo machteloos. Of kan ik deze vragen niet stellen? Is het mijn ego, dat nare ventje, die die vragen stelt en angst creëert ?
Boeddha, ik weet het: lijden, opheffen, het achtvoudige pad. Ik zit me suf te zitten op het kussen. Op mijn eigen vierkante meter leidt dat tot enige rust. Maar buiten…Ik heb schrik om de kijkbuis aan te zetten. Het is het riool van de wereld, wanhopige mensen, dode mensen, vluchtende mensen, moordenaars, liegende politici, armoe, uitgeprocedeerde mensen, uitgeteerde mensen, dappere mensen. Vredesprijzen die geen ruk voorstellen. Het laat mij niet onberoerd, ik ben ook maar een gewoon mens. Ik zou in rust dit vreselijke schouwspel moeten kunnen aanschouwen, het is zo het is, me concentreren op mijn ademhaling, mijn hoofd leeg maken. Maar op het moment dat ik ’s morgens mijn ogen open komen die enge beelden en gedachten eerder dan de leegte, de rust.
Ik schrijf deze tekst ook aan de mezelf omdat de boeddhanatuur ook in mij zit. Maar ook het geweld, compassie en liefde. Op een dag zou ik een Boeddha kunnen zijn, al besef ik met het schrijven van deze tekst wel eens geschrapt te kunnen worden uit het boeddhistisch register. Ik weet ook wel dat de nooit stollende lavastroom van al die ellende en pijn niet ophoudt, maar daarom is dat leed niet minder groot. Zo overweldigend, zo onbeschrijflijk, in woorden niet weer te geven.
Er is geen pad maar onderhand een zestienbaans snelweg voor nodig om velen en mijzelf inzicht te verschaffen in het opheffen van het lijden. In de geesten van honderden miljoenen mensen die elke dag weer machteloos toezien hoe er met al die meditatie, oefeningen, rituelen en gebeden helemaal niks ten goede keert. Dat goedheid het kwade echt niet overwint. Dat prachtige, vredevolle zaadjes niet tot wasdom komen in deze gedegenereerde tijd. Je zou er moedeloos van worden, Boeddha.
Laatst viel de standaard met uw tekst ‘…nooit komen uitingen van haat in deze wereld tot rust door haat, maar door niet te haten komen ze tot rust, dat is een eeuwige wet’ om op mijn bureau. Ik had moeite de kaart weer overeind te zetten. Ik was boos. Ik ken zoveel mensen van goede wil, ik reken mij daar ook toe, maar we zijn niet in staat de shit uit te bannen. Dat moest ik even kwijt, Boeddha. En ja, ik blijf zitten en trainen. Wat kan ik anders? Zelfs als er een muur opdoemt is er altijd wel een plekje waar ik mag staan.
Moge iedereen een lang, gezond en gelukkig leven hebben, niemand uitgezonderd.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!

Geef een reactie