Dit jaar kregen we er 85. Hoe religieus en hoe speels is wat op kerst- en nieuwjaarskaarten afgebeeld en toegewenst wordt? Kerst is een christelijk feest, maar wenskaarten blijken overwegend een seculiere vorm te krijgen. De speelse creativiteit spat vooral af van de zelfgemaakte kaarten, maar leidt zelden tot iets religieus.
Ik inventariseer eerst de afbeeldingen. Nog geen kwart van de kaarten beeldt iets van het Kerstverhaal uit. Acht tonen de drie koningen, en vijf Maria met kind. Er zijn vier engelenkaarten. De herders komen drie keer voor. Wat het Kerstgebeuren betreft, is dat het wel ongeveer. Van de twee kaarten met een kerkgebouw, is één afkomstig van onze eigen Doopsgezinde Gemeente.
Kerstachtige taferelen, met bijvoorbeeld dennentakken, kerstboomballen en kaarsjes, zijn vooral op gekochte kaarten te vinden. Ze komen voor op 26 kaarten, waarvan 17 met sneeuw of ijs. Sterren figureren op 18 kaarten, en op 13 kaarten staan kerstbomen. De Kerstman vertoont zich twee keer. Ik tel maar liefst 34 zelfgemaakte kaarten. Slechts 12 van de 85 afzenders volstaan met het vermelden van hun naam op een gekochte kaart. De afbeeldingen op de zelfgemaakte kaarten zijn persoonlijk in keuze of voorstelling.
Zo zijn er negen landschapsfoto’s, vaak van een vakantie, zes bloemenfoto’s, en drie eigen kunstfoto’s. Vier kaarten getuigen van handwerkvaardigheden. Niet meer dan zeven zelfgemaakte kaarten vertonen een godsdienstige afbeelding, meestal een reproductie van religieuze kunst.
Dat wat betreft de afbeeldingen. Kijk ik naar de wensen, dan worden ook die slechts beperkt religieus ingevuld. Als ik sorteer, is de topper ‘gelukkig nieuwjaar’, met een score van 23. Op een gedeelde tweede plaats, elk met 16 keer, staan ‘prettige feestdagen’ (soms ‘prettige kerstdagen’) en ‘alle goeds’. In dat ‘alle goeds’ zou nog iets religieus kunnen doorklinken, als het tenminste afstamt van de Franciscaanse groet ‘pax et bonum’, ‘vrede en alle goeds’. Vier keer wordt ons die combinatie toegewenst. ‘Alle goeds’ zou kunnen zijn losgezongen van de religieuze oorsprong, en geannexeerd in het geseculariseerde taalgebruik.
Een religieuze connotatie hoor ik in de wensen van de vijf mensen die ons een ‘gezegende kerst’ (of ‘gezegend nieuwjaar’) toewensen. Eén keer krijgt dat de vorm van ‘Heil en Zegen’, met hoofdletters. Bij die vijf is slechts één gekochte kaart. De bron van de gewenste zegen wordt nergens vermeld. God en Jezus komen in het geheel niet bij name voor. Een ‘zalig kerstfeest’, een wens die mij katholiek in de oren klinkt, wordt ons slechts één keer toegewenst.
Alle overige wensen zijn seculier. Dertien keer worden ons ‘fijne kerstdagen’ toegewenst (met de variant ‘fijne feestdagen’). Op de gekochte kaarten wordt trouwens vaker ‘prettige feestdagen’ (of kerstdagen) gebruikt (13 keer) dan ‘fijne kerstdagen’ (slechts vier keer). Dat klinkt kennelijk te informeel. ‘Een gezond 2015’ komt 13 keer voor (inbegrepen enkele varianten). Deze score kan samenhangen met onze leeftijd als jonge zeventigers. Dat de wens uitsluitend te vinden is op zelfgemaakte kaarten, wijst in die richting. De commercie heeft dat gat in de markt kennelijk nog niet ontdekt.
Uit wat mensen aan wensen opschrijven, ook op gekochte kaarten, blijkt veel speelse creativiteit en eigen zingeving. Zo komen 22 formuleringen slechts één keer voor. Acht afzenders hebben een gedicht opgenomen, meestal van zichzelf. Alleen in gedichten wordt de speelruimte religieus benut. Drie dichters gebruikten godsdienstige begrippen.
De eerste spreekt over geloof, hoop en liefde, de tweede noemt het kerstkind dat het licht der wereld is, en de derde refereert aan de engel die een blijde boodschap verkondigt.
Kortom, Nederland is ook wat de kerst- en nieuwjaarskaarten betreft flink geseculariseerd. De toegenomen speelsheid wordt maar beperkt benut voor een religieuze boodschap.
En nu zou ik graag een collectie soortgelijke kaarten uit 1914-15 willen bekijken.