Vitamine D is belangrijk voor het menselijk lichaam. Het maakt botten sterker en heeft een positief effect op het humeur. Veel mensen hebben echter te kampen met een vitamine d-tekort. Ze eten te weinig voedingsmiddelen met deze vitamine en komen te weinig in contact met zonlicht. Vitamine D kan namelijk niet alleen ingenomen worden, het kan ook in het lichaam worden aangemaakt onder invloed van zonlicht. Een tekort aan vitamine D kan de botten verzwakken. Ook kan het leiden tot een neerslachtige stemming.
Dit heb ik niet van mezelf maar van een medische site geplukt. Naar aanleiding van de vorige column over de TWEE DAGEN adviseerde een lezer mij deze vitamine te gaan slikken om net dat zetje te krijgen ‘naar acceptatie van het nu van het moment’. Dat is een interessant advies, maar ik vermoed dat ik het niet zal opvolgen. Ik ben opgegroeid met levertraan. Als kind moest ik van mijn moeder elke dag een lepel van dat smerige spul innemen. Goed voor je botten, zei mijn moeder. Nou dat is niet waar. Onlangs belde een museum met skeletten van oude en uitgestorven dieren en vroeg of ik na mijn dood -met de nadruk op na- mijn totaal versleten skelet wil doneren aan dat museum. Een gebaar van dana, zei die ambtenaar die zich in mijn cv had verdiept.
Omdat ik niet graag bekeken word, ik verblijf meestentijds in de Kloosterbunker (redactieruimte) waar geen streepje zonlicht door de luiken valt- en schuw zogenaamde sociale bijeenkomsten, op de snelweg trek ik een rode bivakmuts over het hoofd (geen gangster, staat erop) om niet herkend te worden, heb ik het verzoek tot bijzetting afgewezen. Je weet ook nooit wat voor bordje dat museumpersoneel bij mijn skelet zou zetten. Voor je het weet ziet het publiek: ‘Door gebrek aan vitamine D totaal versleten journalist’ of ‘Jong gestorven Doeddhist’ of ‘Vreemde snoeshaan’ of ‘Neerslachtig figuur’ of ‘Hater van de twee dagen’. Je weet het nooit met tekst, die kan zomaar verkeerd geïnterpreteerd worden. Je krijgt een stempel opgedrukt, bijvoorbeeld die van een neerslachtig persoon.
Nu schiet mij ineens wat te binnen. Ik weet niet waar de levertraan tegenwoordig van wordt gemaakt, maar mijn ouders hebben heel wat vissen om zeep laten brengen door ons die levertraan te serveren. Maar genoeg over mijn ouders, ze kunnen zich niet meer verweren. Ik spreek ze vrij.
Ik vind dat wel interessant, de acceptatie van het nu van het moment. Wat zou daar mee bedoeld worden? Ik zit al heel wat jaartjes te zitten, mediteren noemen ze dat, en kan in diepe rust helder functioneren. Mijn kinderen noemden me vroeger papa slak. Ik leef altijd in het nu, dat besef heb ik wel. Mijn boeddhistische leraar zegt: van vroeger kan je geen chocola bakken en morgen komt vanzelf. Daarom is het nu altijd nu. Soms vergeet ik het en ben dan boos over verlummelde tijd. Ik zou wel een klok willen hebben met een klein vogeltje dat elke seconde nu, nu, nu, nu zingt.
Ik wil u voorstellen aan Sombermans, een figuur die ik zeer liefheb maar die ook niet mijn ik is. Sombermans is mijn alter ego, af en toe komt hij op bezoek en bekritiseert dan van alles en nog wat. Hij is ook een azijnzeiker, maar ik heb hem zo lief omdat hij spiegelt. Door zijn beeld, zijn schets, zie ik ook de andere kant van de zaak. De vrolijke, compassievolle wereld. Zeg maar de wereld die je krijgt als je wekenlang aan een vitamine-infuus hebt gehangen en je zelfs 25 en 26/12 nog leuk gaat vinden. Dat je denkt dat je Toon Hermans bent of Heintje Davids of Louis Neefs.
Met Sommie besprak ik het advies om vitamine D te gaan slikken. Ben je neerslachtig, heb je wanen, vroeg hij. Nee, zei ik, niet dat ik weet, steek goed in m’n vel. Ik voel me zelfs geen boeddhist, ben meer een volger van die vreemde vogel, zoals de Boeddha eens in het meditatiecentrum van Tegen de Stroom in werd genoemd. Ik voel me okay. Helemaal nu. En beleef elke seconde van de dag. Maar blijf wel kritisch. Of is dat vreemd? Is nu ook kritiekloos, Sommie? Mag ik geen kritiek hebben op politici, op de oliebollen van Richard Visser, de paus, de tv-programma’s, mezelf, feestjes, ben ik dan geen boeddhist?
Sommie schudde zijn hoofd. Dat spul niet slikken, adviseerde hij. Ja, maar kan ik dan wel het nu van het moment zien en erkennen, vroeg ik de alter, voor ik het weet loop ik achter. Ik wil wel graag het nieuwe jaar op tijd beginnen. Je hoeft niks te erkennen, oliebol, zegt Sommie, gebruik je ogen, doe die luiken open van de Kloosterbunker en je ziet dat het takkeweer is. Daar heb je geen pilletjes A, B, C of D voor nodig. Je kunt niet zeggen dat het niet regent. Het regent nu en over een uurtje ook nog. Zestig minuten maal zestig seconden. Als je buiten bent is dat wel erg veel nu en nat. Accepteren okay, maar je mag het wel takkeweer vinden. Of een paraplu opsteken om je te beschermen.
Als je zit dan zit je, als je loopt dan loop je, als je poept… Stoppen, Sommie, het is me nu wel duidelijk.
Dit is aflevering 33 in een serie columns van Joop Hoek.
Moge iedereen gelukkig zijn, ook zonder een TWEEDE DAG zoals in België.
Marja zegt
Fantastische column, Joop! word ik blij van! En dat zonder vitamine :D
kristof zegt
Sadhu, Joop, Sadhu!
Marja Baars zegt
Goed gezegd :)
Karin zegt
Moderne levertraan is inderdaad niet meer wat het was.
Uw column stelt me niet gerust meneer Hoek. Mijn reactie was bedoeld als grapje met een serieus kantje. Misschien was het wel veel meer de spijker op de kop dan ik wilde spiegelen. Mijn innerlijke psychiater neigt nu naar het verhogen van de medicatie met een paar weken wandelen op een zonovergoten eiland.
Alle goeds!