Chef was gisteren op een verjaardagsfeestje, het was erg gezellig. Warm gezelschap, aandacht en bijkletsen. Hoe het onderwerp ter tafel kwam weet Chef niet meer. Zijn leeftijdgenoot zei:
‘Ik eet het altijd zaterdags. Een witte boterham met boter, en doe daar dan speculaasjes op. Vier.’
Ineens kwam dat beeld ook bij Chef boven. Ook hij at lang geleden boterhammen met speculaasjes. Van wit, vers brood en het smaakte als de duurste en lekkerste taart. Geen dikke stukken speculoos, maar de kleine koekjes, speculaasjes genoemd. Het brood kraakte niet, de koekjes wel, als je het ’taartje’ in de mond stak. Krak, krak. Weliswaar geen echte boter, maar Blue Band margarine van Van den Berg en Jurgens uit Rotterdam.
Hij vroeg het vandaag aan andere leeftijdgenoten, van dat brood met speculaasjes. Ja, zeiden ze, heerlijk. Maar het moet wel wit brood zijn, dan komen de speculaaskruiden het best tot hun recht.
Bij Chef thuis aten ze in zijn jeugd normaliter geen wit brood maar Allinson volkorenbrood, ze waren arm maar gezond. Zijn moeder maakte af en toe ook nicnac als broodbeleg, cacaopoeder met suiker. Niet zo best voor je tanden maar wel gezellig. Daarna werden de tanden gepoetst met Prodent tandpasta. Voor een pittig beleg stond een strooipotje met gemalen Zwitserse kaas op tafel. En af en toe was er een gebakken eitje. Vaak ook kaas. Op zaterdagmiddag ging zijn moeder naar de weekmarkt in de stad. Daar kocht ze bij de visboer afsnijdsel, stukken vis die te klein waren voor de normale verkoop. Zodat het gezin zaterdagmiddag zalm at op een boterham.
De moeder van Chef was een lieve en zorgzame moeder, hij mist haar nog steeds. Zij leerde hem het leven.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!