Vannacht droomde ik dat Gautama de Boeddha een Zoon van God was. En helemaal geen autonome verzaker, een vrijdenker. Zesentwintighonderd jaar geleden werd hij door de Hemelse Vader naar de aarde gestuurd om de mensheid te verlossen van het kwaad en het eeuwige leven aan te bieden als ze in Hem- de verlosser geloofden. Dat was het plan.
Knarsetandend moest de Vader, de Eeuwige, aanzien hoe zoonlief een eigen middenweg insloeg en de boel stevig verknalde door een bestaan van een scheppende God te verloochenen of daar in ieder geval blanco over te blijven.
Hij opende een eigen winkel, bereikte de verlichting op eigen kracht en draaide terloops het eeuwige leven de nek om door -voor sommige boeddhistisch tradities de wedergeboorte in te voeren als instrument om uiteindelijk helemaal niet meer herboren te worden. Niks geen Hemel of Vagevuur- de remise waar miljarden geesten op de Grote Dag wachten. Ik kan me voorstellen dat God, de Eeuwige, de Schepper, knarsetandend die ontwikkeling bezag. Daar ga je met je goede opvoeding. Maar Hij greep niet in, stuurde geen donder, zwavel en bliksem naar het afvallige kind. Die hij liefhad, met al zijn tekortkomingen. En onderwijl zijn eigen gang ging.
De Zoon, door velen de Boeddha genoemd, stierf op respectabele leeftijd zonder dat er iemand als excuus zijn handen moest wassen, stichtte geen kerk en adviseerde de volgelingen om niet hem maar zijn leer te volgen. Een opvolger wees hij niet aan en hij hoefde niet aanbeden te worden. Al schijnen er heel wat mensen te zijn die hem vereren en tot hem bidden in tijden van nood. Of hem wonderbaarlijke krachten toedichten. In hem een God zien.
Het duurde zeshonderd jaar voordat een tweede Zoon naar de aarde werd gestuurd om de boel recht te zetten. In geschriften was zijn komst al aangekondigd, zijn geboorte werd met vreugde begroet, hij werd op jonge leeftijd gedood en apostelen verspreidden zijn leer tot nu toe in verschillende variëteiten. De schande door het gerommel van de eerste zoon van God werd daarmee uitgewist. De Scheppende kon tevreden zijn. Scenario’s zijn er niet voor niets.
En toen werd ik wakker door het gekraai van de haan van mijn buurman, een vroege vogel. Ik nam een kop Wiener Melange, zoete verslavende koffie. Met een koekje van de Aldi. Boeddha de Zoon van God, hoe kon ik het als atheïst bedenken. Achteraf realiseerde ik me dat ik een goede vriend een mail had gestuurd, met onderaan de tekst de zin: Ga met God. De vriend kon wel een steuntje in de rug gebruiken en ik vond het lullig om te schrijven: Ga met de Boeddha. Want de Boeddha is hartstikke dood en God leeft, zo zeggen ze. De Levende God.
Die rare zinnen onderaan mails zijn een erfenis uit het verleden, uit mijn tijd op een christelijke lagere school, waar we werden volgepompt –geïnjecteerd- met psalmen en gezangen en Bijbelse geschiedenis. Nu nog neurie ik regelmatig de Heer is mijn herder of Grote God wij loven U als ik om muni muni of de Internationale beu ben.
Die zin Ga met God, zette mij aan het denken. God schiep volgens de geschriften hemel en aarde, water en dier en hief de duisternis op. Hij schiep het universum, sterren en planeten en nog veel meer. Vervolgens besloot God de mens te maken, naar zijn evenbeeld, om heerschappij te voeren over alle andere schepselen. Is het dan zo’n vreemde gedachte te veronderstellen dat Gautama als evenbeeld van God, in een gespreid bedje terecht kwam. Alles was er al, zelfs de Bodhiboom en de rivier, de koningen en de bedelaars, rijkdom en armoe, trots en nederigheid. Dag en nacht, regen en wind. Ego en lijden. En Gautama als schepsel God. Een creatie van de Vader.
Gautama hoefde niets meer uit te vinden, alle materie was er al. Daarom was hij ook niet naar de Aarde gestuurd, hij moest de heilsleer verkondigen, de weg naar verlossing laten zien. Maar wat doet die dwarse en autonome Gautama: hij wordt de Boeddha en geeft ons het achtvoudige pad om de shit de baas te worden. Niks geen biechtstoelen, bidden en smeken, afvalligheid, zoveel weesgegroetjes, schisma’s, vervloekingen, stellingen aan een kerkdeur. Lopen en niet zo’n beetje ook. Het boeddhisme is er niet voor luiaards. Ik nam nog een koekje en een slok van de koffie. De haan kraaide. Het was goed zo.
Zou God spijt hebben dat Hij zelf niet het achtvoudige pad heeft bedacht. De drie juwelen, de vier onmetelijken? Dat het lijden kan worden opgeheven door eenvoudigweg dat pad te praktiseren. Dat er helemaal geen Hiernamaals hoeft te zijn, de Dag des Oordeels, dat we, als de klus is geklaard, helemaal verdwijnen. Mindfuck.
Een droom is maar een droom. Toch blijft het een beetje in de hersens rondzingen. Is Boeddha God, is God Boeddha, zoals we ook Esso, Shell en BP hebben die eenzelfde product leveren. Wie was die Gautama eigenlijk?
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!