Bijna iedereen in onze samenleving spreekt die ene Nederlandse taal. Maar daarnaast zijn er veel taalvelden. Ik bedoel daarmee niet dialecten of streektalen. Er zijn andere lijnen waarlangs, binnen het Nederlands, uiteenlopend taalgebruik zichtbaar wordt.
Een paar voorbeelden. Tussen generaties is er een verschil in woordenschat. Vooral de jeugdcultuur kent eigen termen. Beroepen komen met een vaktaal. Wetenschappers hebben hun jargon. In multi-etnische straattaal ontstaat een heel nieuw vocabulaire. Columnisten hebben een eigen omgang met taal en stijl.
Elk taalveld schept zijn eigen werkelijkheid en een eigen identiteit. Men zegt veel met weinig woorden. Vaste gebruikers – bijvoorbeeld iemkers op een bijenmarkt – begrijpen elkaar al met lichaamstaal. Komen echter sprekers uit diverse contexten samen, dan wordt de communicatie moeizamer.
Een buitenstaander die een zondagse kerkdienst bijwoont, zal niet goed raad weten met het taalgebruik in bijbelteksten, liederen, preek en gebed. Elke religie heeft een eigen taalveld. Vaak is een cursus of inwijding nodig. Niet-religieuze levensbeschouwingen vertonen evengoed jargon, net als filosofische stromingen en spiritualiteitstrends.
Ook de politiek kent taalvelden. Elke partij onderscheidt zich zo. Ooit was er een zogeheten parlementair taalgebruik: correct, beleefd, gedeeld, diplomatiek. Nu populisme zich breed maakt, is de onparlementaire omgangsvorm op weg naar normalisering. In de kennismakingsgesprekken goochelden beoogde PVV-ministers met complottermen uit hun werkelijkheid, zoals omvolking. Ze wilden van racisme naar demografie. Andere rol, ander taalveld, beweerden ze eigenlijk.
Dat werkt verhullend. In woorden klinken namelijk waarden mee, zelfs in ‘demografie’. Waarden blijven meestal onuitgesproken, maar sturen veel gedrag aan. Ogenschijnlijk democratisch taalgebruik (‘het volk heeft gesproken’) kan ondemocratische waarden verbergen (een autocratische éénmanspartij die een deel van dat volk weg wenst).
Taalvelden zijn mijnenvelden. Ze versterken verschillen en veroorzaken polarisatie. Taal is riskant gereedschap. Geslaagde communicatie is eerder uitzondering dan regel.
Wie wandelt door taalvelden heeft een kompas nodig, vooral ook moreel.