Achter ons lag een lang weekend vol feestelijkheden: onze jongste was jarig. Voor ons lag een 11-daagse voorjaarsvakantie, waarin ik hoop om eindelijk mijn batterijtjes weer op te laden en mijn weerstand te verhogen, met behulp van natuur, lentezon, rust en warmte. Maar nu moest de koelkast van restjes ontdaan worden. In de groentela vond ik winterpenen die hun beste tijd gehad hadden, de helft was zo ver heen dat zelfs ik besloot die weg te gooien. Verder een aubergine, waar ik een slecht stuk uit had gesneden. Ik vond nog een verlept stuk bloemkool, over van de bloemkool korma-curry van vorige week. Wat hoger in de koelkast: een half potje zwarte olijven (uit de Turkse winkel), een halve pot kappertjes, allerlei stukken citroen, al dan niet ontdaan van de schil (voor citroenrasp). Er waren ook pijnboompitten die weliswaar lang houdbaar zijn, maar ik had ze op de grond laten vallen en bij ons is het nou niet zo schoon dat je van de vloer kunt eten, dus ik had ze gewassen in een zeef. In de kast vond ik parelcouscous, op de keukentafel een basilicumplant die het feestweekend had overleefd. Op de fruitschaal lagen nog een paprika en een courgette. Ui en knoflook hebben we altijd wel in huis.
Ik dacht: caponata. Caponata is een Siciliaanse stoofschotel, of salade, met een zoetzure saus. Er kan van alles in, meestal iets met aubergine, selderij, tomaten, olijven en kappertjes. Je kunt het warm en koud eten, en het is een echte mediterrane vegaklassieker. Ik moet bekennen dat ik nog nooit een echte caponata heb gemaakt volgens een echt caponatarecept, maar ik vind mijn recept er voldoende op lijken om dit caponata te mogen noemen. Restjescaponata. Ik denk dat de Sicilianen er ook van alles in verwerken wat ze toevallig bij de hand hebben. Varieer gerust met de ingrediënten. Een blikje tomaten of een pakje tomatenpassata had er eigenlijk ook in gemoeten, maar die vond ik niet meer in huis. Ik noem hier de ingrediënten die ik gebruikt heb.
Ingrediënten:
- Olijfolie (scheutje)
- Ui (gehakt)
- Paprika (gesneden)
- Wortel (in stukjes)
- Bleekselderij (in stukjes)
- Aubergine (in blokjes)
- Courgette (in stukjes)
- Knoflook (gehakt of uit de pers)
- Stukje bloemkool (in roosjes)
- Bouillonblokje (1, verkruimeld)
- Oregano (2 theelepels gedroogde)
- Water (¼ – ½ liter) – of een blikje tomatenblokjes of tomatenpassata
- Olijven (zwarte, zoveel als je lekker vindt)
- Kappertjes (1-2 eetlepels)
- Citroensap (van ½ citroen – of meer naar smaak)
- Zout (1 theelepel), peper (naar smaak)
- Parelcouscous (200 gram) – of pasta, rijst, of aardappelen
- Pijnboompitten (handjevol)
- Basilicum of peterselie, gehakt of zo van de plant
Doe de olijfolie in een zware (hapjes)pan en fruit daarin de ui glazig. Voeg achtereenvolgens de groenten toe en bak telkens even mee. Doe dan heet water en bouillonblokje in de pan, doe een deksel op de pan, zet het vuur laag, en stoof de groenten gaar, in ca. 20 minuten. Voeg als het te droog wordt nog wat water toe. Kook ondertussen de parelcouscous gaar volgens de aanwijzingen op de verpakking. Als de groente gaar is, olijven en kappertjes erdoorheen roeren, samen met de citroensap. Proef, voeg eventueel nog naar smaak citroensap, zout en peper toe. Bak de pijnboompitten kort in een droge koekenpan tot ze beginnen te kleuren. Roer de parelcouscous door de caponata en serveer met peterselie of basilicum en pijnboompitten.
Restjes caponata zijn de volgende dag nóg lekkerder. Zelfs restjes van restjescaponata. Tot over 14 dagen!