Het glimlachmoment van de dag kwam op rekening van een lyrisch artikel over de Russische prins-anarchist Peter Kropotkin. Deze geloofde dat de meeste mensen in wezen goed zijn. Het utopia van Kropotkin bestond uit zelfvoorzienende communes, waar de werkers zich schallend lachend en egalitaire liederen zingend belangeloos voor elkaar zouden inzetten.
Volgens een artikel in De Correspondent is de tijd rijp voor een nieuw anarchisme, ook omdat hele generaties de klassieke rechts- linksverhoudingen in de politiek hopeloos achterhaald vinden.
Dat ben ik met de jeugdige hemelbestormers eens. Alleen wil ik maar niet geloven dat al te veel mensen zonder afgunst samenwerkend in communes kunnen wonen. Ik schat dat ongeveer 70% van de wereldbevolking Darwiniaans gaat voor het recht van de sterkste. Daarom vinden de achterbuurten van mijn geest dat al die mensen uitgeroeid moeten worden.
Met het anarchisme kwam ik in aanraking toen een studievriend in Tilburg me een boek van Anton Constandse leende. Ik vond het best interessant, net als andere lectuur over het anarchisme die ik later tot me nam. Al vroeg ik me meteen af waarom er hele bibliotheken werden volgeschreven over een politieke stroming die zich laat samenvatten als: iedereen op voet van gelijkheid proberen te behandelen en alle vormen van autoriteit kritisch ter discussie stellen.
Moet je anarchisten hebben. Dat zijn net opgesplitste protestanten, van eco-anarchisten tot feministische anarchisten en de onvermijdelijke lesbische school. En dat gaat elkaar maar te lijf.
Eerlijk gezegd vind ik de meeste anarchisten tamelijk vervelende en onverdraagzame mensen. Ik zag ze in Amsterdam wel demonstreren in de Spuistraat (waar niet toevallig ook hun gekraakte hoofdkwartier Vrankrijk lag), waarbij ze het nodig vonden te vechten met de politie en de ruiten van willekeurige woningen in te gooien.
Uiteraard droegen de meesten zo’n zwart leren jack met een slordige witte A in een cirkel op de achterkant geschilderd, en hadden ze zichzelf heroïsch onherkenbaar gemaakt met een Palestijnse sjaal (ook voor de goede Islamitische zaak).
Vooral was ik ongerust dat de onverlaten de ramen van mijn stamcafé Schuim, tegenover Vrankrijk, niet zouden ontzien. Maar de topkroeg bleef gespaard. Anders had ik de politie opgejut het vuur te openen.
In tegenstelling tot Kropotkin denk ik dat de Staat nodig is, en het geweldsmonopolie bij de overheid hoort, ook om de tirannie van Jehova’s Getuigen en Zevende Dag Adventisten te beheersen.
Daarom ben ik een conservatieve anarchist, met een paar SP-standpunten (zorg, uitkeringen). Ik durf het bijna niet hardop te zeggen, maar de afgelopen decennia ben ik politiek vooral beïnvloed door keurige conservatieven als journalist Jerôme Heldring en politicus (en oud-Shell-manager) Frits Bolkestein.
Daar liep ik nooit zo mee te koop, ook om sommige progressieve vrienden niet in de verleiding te brengen me voor “fascist” uit te maken (wat toch twee keer gebeurde).
Ondertussen ben ik er maar druk mee, iedereen op voet van gelijkheid behandelen, en alle vormen van autoriteit kritisch ter discussie stellen. Gelukkig was ik journalist, dus dan heb je als het ware een vergunning voor zo’n levenshouding. Ik laat het me graag aanleunen.
Ter ontlasting van gratiswonenbolwerk Vrankrijk spreekt dat ik er in de ruime kelder een weergaloos slecht concert zag van een ontevreden punkband, met precies de goede holle geluidsafstemming. Iedereen dronk lauw bier uit de fles uit en voelde zich samen best wel kut. De hanenkammen ook. Voor alle duidelijkheid: alle mannelijke aanwezigheden hadden een hanenkam, met gedroogde zeep in model gebracht.
De studievriend van wie ik een boek van Anton Constandse leende (hij werd door een huisgenoot Kameraad Janusch genoemd), bezat destijds ook een indrukwekkende verzameling anarchistische krakersblaadjes, waarin steevast werd opgeroepen tot “axie” tegen het grootkapitaal.
Ik weet zeker dat hij nog steeds fluitend zou kunnen promoveren op die collectie. In een enkel gestencild krakersblad, misschien de Koekrand, zat wel eens een gratis zakje wiet vastgeniet voor de trouwe abonnee.
Kameraad Janusch en ik waren tevens in het Taoïsme. Ook een soort anarchisme, maar dan veel ouder, en met spleetogen.