Gisteren zag ik ze bij tientallen, de kuieraars, op verschillende plaatsen in Rotterdam. Langs de Nieuwe Maas, in Het Park, het Kralingse Bos. Tweetallen, gezinnen met kinderen, alleengaanden met en zonder hond. De zon scheen en ze hadden geen haast, dus trokken ze er op uit: kuierend. Even geen bouwmarkten of keukencentra. Dat geeft een drukke werkstad rust. Vrijheid ook. Ik werd er blij van.
Vroeger was kuieren meer gewoon dan nu, met de inmiddels afgeschafte zondagsrust. In het kleine stadje waar mijn vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijmen, opgroeide was het heel gewoon om op zondag met het gezin te kuieren. Altijd langs een vaste route. Stadgenoten werden gegroet en iedereen tevreden. Kuieren kostte niks, de slijtage aan schoenen niet meegerekend.
In mijn jeugd waren op zondag alle winkels dicht, alleen de automaten met snoep en tabak geopend. Met mijn broers en zussen kuierden we met mijn moeder in het Kralingse Bos. We hadden ook niks te makke, zelfs al waren de winkels geopend. Later, toen ik een puber werd, kuierde ik met vriendjes over de hoofdstraat van de wijk waar ik toen woonde. We liepen en spraken over muziek en de afkeer die wij voelden over alles wat ouder was. Opstandig kuieren.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!