Israëlische slachtoffers van de terroristische aanslag door de militante Hamasbeweging op 7 oktober van dit jaar en de Palestijnse burgerslachtoffers door geweld van het Israëlische leger in Gaza schreeuwen om aandacht via hun nabestaanden. Ze krijgen die door internationale hulpverleningsorganisaties en door woordvoerders van de Israëlische en Palestijnse partijen. Via eigen kanalen maar ook door journalisten van de reguliere media wordt dat nieuws, hun leed en ellende, wereldkundig gemaakt.
De gebeurtenissen in Gaza en Israël blijven verschrikkelijk en gaan het menselijk verstand te boven, zo onmenselijk zijn ze. Maar nieuws, gebeurtenissen zijn onderhevig aan inflatie, zeker in de reguliere media. Je ziet het aan de berichtgeving over het drama in Gaza, onder meer in het NOS-journaal, waar Het Journaal niet meer mee opent. Gisteren verdrong het item met de storing voor de noodknop voor ernstig thuisverblijvende zieken Gaza van de eerste plaats en vandaag dat Nederland in een inflatie terecht is gekomen en een agressieve man in een school in Oosterhout met zwaarbewapende politiemensen die op zoek gingen naar hem. Zo halverwege de uitzending werd de toestand in Gaza kort belicht. Terwijl het verdriet en de onmacht, het leed en lijden daar nog steeds immens is.
Toen ik als onderzoeksjournalist in de reguliere dagbladwereld werkte werd er door mij en collega’s van andere redacties tijdens het overleg om de dagelijkse inhoud van de (papieren) krant samen te stellen vaak ‘geknokt’ om je eigen artikelen in de krant van morgen te krijgen. Nieuws ging altijd voor, kwam op de een terecht. Minder belangrijk nieuws op de drie of op de vijf, sport en economie en zo hadden eigen pagina’s.
Ik zette me vaak in om berichten die relateerden aan gebeurtenissen die niet (meer) direct nieuws waren, maar zeer zeker de moeite waard om te worden gelezen vanwege de voortgang van die gebeurtenissen, levend te worden gehouden, in de krant te krijgen. Ook om mensen die voor hun recht opkwamen niet in de steek te laten. Mede daarom was ik de journalistiek ingegaan.
In de loop van de dag, de avond, als de definitieve krant werd samengesteld, werden aangeboden artikelen van mij of collega’s regelmatig toch niet geplaatst omdat de (papieren) krant niet van elastiek is. Ze kwamen in de zogeheten overstand terecht en werden de volgende dag weer aangemerkt voor publicatie. Maar de overstand dreigde altijd. Daar moet je als journalist mee kunnen leven.
Slachtoffers van geweld kunnen dat niet, willen niet in de overstand terecht komen. Dan dooft het licht.
Moge iedereen gelukkig, gezond en vrij zijn, niemand uitgezonderd.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!