Gistermorgen had ik alle deuren van de Kloosterbunker wegens de hitte gesloten toen ik het gepiep van een jonge vogel hoorde. En ja hoor, tussen de enorme potten met enorme planten op de vensterbank zat in de Woonruimte de jonge mees, verlangend door het glas naar buiten te kijken waar zijn soortgenoten, mogelijk zijn ouders en/of grootouder zich tegoed deden aan pinda’s in netjes. Ik versta geen jongemezengetjilp dus ik weet dat niet zeker.
Zo’n mees kan goed je humeur verzieken, ik stond net op het punt om het BD samen te stellen. Ik had de keus om de vogel de hele verdere dag in de Woonruimte te laten, maar zag ook dat de vogel het beeldscherm van de PC al had onder gescheten. Dat is niet erg proper.
Omdat ik begin veertig al het skelet van een 120-jarige had vanwege artrose loop ik met een houten stok door de Kloosterbunker. Ik wist de vogel in beweging te krijgen maar die vloog naar een ander raam waar enorme cactussen staan. ‘Als je niet naar buiten gaat, sla ik je met de stok’, zei ik tegen de vogel. Deze Goedmoedige Reus is ook maar een mens.
En ineens moest ik denken aan mijn tijd in de Groepsondernemingsraad van de Nederlandse Dagblad Unie (NDU) als we drie dagen de hei opgingen om ons in wetten te bekwamen. De hele dag door studeerden we, ontvingen juristen, bestuurders en accountants, maar ’s avonds tegen negenen zaten we aan de bar van het hotel. Het was ergens op de Veluwe met een leuke barman die ons het verhaal van het slaan met de stok vertelde.
‘Er was eens een kippenboer waarvan de kippen overdag losliepen op de akkers maar ‘nachts opgesloten werden in een schuur vanwege vossen die graag een boutje lusten. ’s Morgens opende de boer de deuren en riep tok, tok, tok, voor de kippen een teken dat ze naar buiten mochten. Aan het begin van de avond posteerde de boer zich opnieuw bij de deur en probeerde de kippen naar binnen te krijgen. Dat lukte aardig maar niet snel genoeg naar de mening van de boer. De helft van het aantal kippen was al in de schuur en de boer riep tegen de achterblijvers: als jullie niet snel genoeg naar binnen gaan sla ik je met de sst…tokkkkk, tokkkkk, tokkkkk, en hup daar renden de kippen weer naar buiten. De kippenboer stotterde als hij boos werd.’ Zo ver de barman.
Ik besef dat tegenwoordig zo’n mopje beledigend kan zijn voor sommigen.
Met het meesje liep het goed af, dat vloog in één streep naar buiten toen ik boos werd.