Toen ik vanochtend het nieuws bekeek werd mijn aandacht meteen getrokken door de kop ‘Boeddha’s verdringen tuinkabouters’. Ook al staan er in Duitsland nog altijd 25 miljoen tuinkabouters, de aanwas loopt snel terug en vooral in Noord-Duitsland kan de tuinboeddha op een enorme populariteit rekenen. De aanwas groeit jaarlijks met twintig procent. Vanuit de hoek van de tuinkabouters komen vooralsnog geen kritische geluiden. Porchnai Pinyapong van de Wereldvereniging van Boeddhisten (WFB) heeft wel gezegd dat Boeddha’s geen decoratiefiguren zijn en er op gewezen dat je best een Boeddha in de tuin mag zetten zolang je ze maar met respect behandelt.
Mogelijk komt dit mede doordat de functie van tuin veranderd is. De tuin was ooit voornamelijk moestuin en de latere siertuin betekende ook dat er getuinierd diende te worden. De tuin is meer een plek geworden om te ontspannen en dan past een Boeddha beter dan een nijvere kabouter. Een Boeddha met een kruiwagen hoeven we dan ook niet te verwachten. Voor de ware boeddhist is het uiteraard een zegen wanneer hij in iedere tuin herinnerd wordt aan zijn boeddhanatuur en ziet hoe de Boeddha altijd zijn rust bewaart, zelfs wanneer het onkruid welig om hem heen tiert en het mos op zijn oren staat. Wellicht een idee voor boeddhisten om in hun eigen tuin ook een tuinkabouter te houden die hun kan herinneren aan het belang van ijver en volharding. Zo lever je meteen een bijdrage tot het behoud der tuinkabouters en bovendien is het een mooi eerbetoon aan de voorloper van de tuinboeddha.
Mijn doel vanochtend was echter om te lezen hoe de nacht in Egypte was verlopen en het bovenstaande illustreert vooral hoe gemakkelijk mijn aandacht afgeleid kan worden naar het wel en wee van de tuinkabouter omdat het woordje ‘Boeddha’ er bij staat. In Egypte gaat het nog niet goed. Ook al lijkt het er op dat het ingrijpen van het leger vooral een nog ernstigere situatie heeft voorkomen, zal het nog wel even duren voor de gemoederen bedaard zijn. Wat mij vooral opviel was hoe kunstig de publiciteit om het ingrijpen heen georganiseerd was. Of ze hebben bij het leger een geniale spindoctor of wat er gezegd is is gemeend. Ze hebben in ieder geval goed begrepen dat de beleving van de werkelijkheid zich vanuit de identificatie ontvouwt. Het probleem dat de Moslimbroeders over zichzelf uitgeroepen hebben komt doordat ze te snel naar de val van Mubarak een nieuwe wij-zij scheiding gecreëerd hebben. Dat is op zijn zachts gezegd niet slim, de identificatie van waaruit de opstand begon werd geen recht aangedaan. De toespraken na het verlopen van het ultimatum aan Morsi deed volledig recht aan het ‘wij’ (de volledige bevolking van Egypte)
waarmee de protesten destijds begonnen. Moslims, Christenen, jongeren, allemaal konden luisteren naar iemand die hun vertegenwoordigt. Daardoor toonde het leger zich nogmaals als vriend van het Egyptische volk. Behalve van de Moslimbroeders.
Vannacht kwam het, op een brug over de Nijl, tot een treffen tussen voor- en tegenstanders van Morsi, met de nodige gewonden als gevolg. Hopelijk verstomd het protest van de Morsi aanhangers en zullen ook zij zich in de nabije toekomst weer vertegenwoordigd voelen. De vraag blijft of het terecht was dat het leger ingreep. Het recht kan de ingreep niet rechtvaardigen en of het een burgeroorlog heeft voorkomen zullen we (gelukkig) nooit weten. Volgens ElBaradei zaten de Egyptenaren ‘between a rock and a hard place’. De toekomst zal moeten uitwijzen of deze ingreep daadwerkelijk een stap vooruit is op de lastige weg naar democratie. En als dat zo blijkt te zijn, dan zal daarmee de ingreep ook gerechtvaardigd zijn.