Vaak dienen de onderwerpen voor een blog zich vanzelf aan. Soms is het hersenbreken over waar de volgende blog over moet gaan. En heel af en toe krijgen we een onderwerp door een lezer toegeworpen. Meestal onbedoeld, maar daar hoor je ons niet over klagen.
Vandaag was het Wouter ter Braake die me aan het schrijven zette door zich in het Boeddhistisch Dagblad af te vragen: “waar is de wereld gebleven van het aanvaarden van lichamelijke aftakeling en ferm doorgaan?” Zijn vraag vloeide voort uit een beschouwing over honden die in een kinderwagen worden vervoerd. Met die toelichting maak ik het niet bepaald duidelijker, maar lees het gerust zelf allemaal nog even na op https://boeddhistischdagblad.nl/auteurs/177507-het-jaar-2022-dag-13-wagenhonden/
Ik weet niet of Wouter bij het opschrijven van zijn vraag de verwachting had dat er ook echt een antwoord op gegeven zou worden. Mogelijk was het meer een verzuchting dan een concrete vraag. Maar voor ons is het antwoord simpel: die wereld is hier. Hier in Thailand zijn rolstoelen, rollators en scootmobielen nog bezienswaardigheden. Misschien heb ik in 5 jaar tijd twee keer een scootmobiel op straat gezien. De overige keren dat ik zo’n ding zag was in een winkelcentrum, waar ze er een constructie aan vastgemaakt hebben waarmee ze de vloer kunnen dweilen. Een typisch Thaise oplossing.
Een van de weinige rolstoelen die we hier gezien hebben was van een zwaar invalide vrouw in Nang Lae, het dorpje waar we woonden terwijl we ons kleihuis aan het bouwen waren. De betreffende vrouw kwam nooit buiten, simpelweg omdat ze dat niet kon. Een in het dorp wonende Nederlander heeft toen een tweedehands elektrische rolstoel op de kop getikt, die helemaal opgeknapt en sindsdien sjeest de vrouw het hele dorp door.
Voor het overgrote deel van de Thaise bevolking zijn rolstoelen en scootmobielen onbereikbare hulpmiddelen. Een rollator komt wat meer binnen de mogelijkheden, maar daarbij stuit je hier op andere ongemakken: hoge stoepen, marktkraampjes op de stoep, stoepen met putdeksels met gaten erin, ontbrekende stoepen, stoepen zonder opritje, of met een opritje maar daar staat dan een auto voor, bestrating met losliggende stenen of diepe scheuren in het beton… kortom, met een rollator kom je niet ver, en op de meeste plaatsen met een rolstoel of scootmobiel evenmin.
Wat je wel af en toe ziet zijn looprekjes; zeg maar rollators zonder wielen. Daarmee weet een “zuchtende en kreunende oudere” (dank je, Wouter) zich uiterst langzaam toch naar een bestemming te worstelen. Maar veruit de meeste moeilijk-ter-been-zijnden hebben hooguit een wandelstok ter beschikking. Voetje voor voetje schuifelende oude mensen, mensen die een vergroeiing hebben waardoor hun bovenlijf zo’n beetje haaks op hun onderlijf staat, mensen met botafwijkingen of wat voor andere aandoeningen dan ook waardoor ze maar moeizaam vooruit kunnen komen: ze worstelen zich allemaal gewoon over straat naar waar ze wezen moeten. Er zijn geen speciale rolstoeltaxi’s, dus ook wie zich slechts moeizaam kan voortbewegen gaat als dat nodig is met de bus. En de buschauffeur vindt het helemaal geen probleem om even ondersteuning te geven bij het instappen, om een looprekje even onderin de bus of op het bagagerek op het dak te leggen, om te wachten tot de passagier veilig zit. En om dat alles weer in omgekeerde volgorde bij het uitstappen te doen. Ook de andere passagiers zal je niet horen mopperen over vertraging. Het gaat om iemand die hulp nodig heeft, dus dan wachten we toch even.
De klok is hier sowieso niet zo allesbepalend. “In Nederland hebben ze horloges, in Thailand hebben ze de tijd,” is een gevleugelde uitspraak van Primo, de grote vriendelijke reus uit Brabant die in een naburig dorp op de markt staat. Een aardige illustratie daarvan is de busdienstregeling die we in een guesthouse bij Mae Hong Son in het uiterste noorden zagen hangen. Onder de vertrektijdentabel stond: “If busy, bus comes too late, if quiet, bus comes too early, if broken, bus does not come.”
Ferm doorgaan en je lichamelijke aftakeling aanvaarden, het is hier geen keuze. Je moet wel. Als we kijken naar Thailand in de wereld, staat het land op de 74e plaats qua koopkrachtpariteit https://nl.wikipedia.org/wiki/Koopkrachtpariteit Die drukt de koopkracht per inwoner uit in de fictieve munt “international dollar”, rekening houdend met het prijspeil, waardoor je de verschillende landen goed met elkaar kunt vergelijken. Nederlanders hebben een koopkracht van ongeveer 60.000 international dollar, Thai moeten het doen met zo’n 16.000. Ruim 100 landen hebben nog minder te besteden. Mijn antwoord op de vraag van Wouter was dus vrijwel zeker veel te beperkt. “In het grootste deel van de wereld” had het moeten zijn. Wat we in Nederland als een vanzelfsprekend recht beschouwen is voor de meeste mensen helemaal niet zo vanzelfsprekend.
G.J. Smeets zegt
Ook hier in Puglia is het voor krakende oudjes en anderszins gebrekkigen ‘ferm doorgaan’ geblazen. Hulpmiddelen zijn beperkt tot de wandelstok. Geen enkele bebouwde kom (laat staan het buitengebied) is ingericht op twee- drie- of vierwielige hulpmiddelen. Zelfs voor jonge vaders en moeders is het een gedoe om met hun kroost in de kinderwagen een ommetje te maken.
Dus ja, ook in mijn deel van de wereld is er voor oudjes geen mogelijkheid om de fysieke aftakeling te omzeilen/camoufleren in het publieke domein. Wie het nog kan schuiffelt met wandelstok rond. Wie het niet meer kan zit op een (rol)stoel in de deuropening van zijn/haar woning de zegeningen en tegenslagen tegen elkaar af te wegen. Ik kan niet beoordelen of krakende oudjes in NL scootmobiel het verschil beseffen tussen hun maatschappelijke zegeningen en de onvermijdelijke tegenslag.
Loekie van Tweel-Groot zegt
Na een paar dagen waarin ik zo af en toe terugdacht aan deze column ben ik toch in de pen geklommen. Het schrijven n.a.v. de vraag “waar is de wereld gebleven van het aanvaarden van lichamelijke aftakeling en ferm doorgaan?” maakt me weer erg blij en dankbaar dat mijn wieg in Nederland heeft gestaan en ik hier woon. Als ik met m’n rolstoel eens een museum in ga (pre-corona-tijdperk) met m’n kinderen kan ik daar intens van genieten. De voorzieningen zoals liften en gangen en kamers zonder drempels maken dat ik alle energie die ik nog heb kan stoppen in het ondergaan van de kunst en dat delen met mijn geliefden. Dat zal in Thailand een onmogelijke droom zijn en ik ben er eigenlijk dagelijks dankbaar voor dat hier in Nederland zoveel wel aangepast is. Zodat ik niet veroordeeld ben tot een leven in een stoel in de deuropening…
Sinds ik 11 jaar geleden op mijn 38e reuma kreeg (wel piep/kraak en kreunend sindsdien, maar toen rekende ik mezelf nog niet tot de ouderen…) ben ik heel lang ferm doorgegaan. Uiteindelijk kon ik niets anders dan de lichamelijke aftakeling aanvaarden en m’n leven aanpassen. Weten dat het een leven is met veel pijn en vermoeidheid en een heup en tenen die niet meer mee willen werken waardoor meer dan hooguit een paar 100 meter lopen en lang staan niet meer lukken. Ook met hulpmiddelen als een rolstoel met motortje waarmee ik weer over de weg zoef kost het nog altijd heel veel ferm doorgaan om die dingen te kunnen doen die ik wil doen. Dat zie je op die momenten niet aan me, dan ben ik blij dat ik weer buiten ben. Net zoals ik blij ben dat ik de mogelijkheid had om zelf een elektrische handbike te kopen waarmee we met het gezin weer echt de natuur in kunnen omdat de zandpaden en -paadjes daarmee ook weer te doen zijn. Zodat ik die liefde voor de natuur kan delen en doorgeven. Tijdens de 10-daagse vipassana-retraite die ik af en toe doe kan ik dat in/met m’n rolstoel doen – zodat ik minder pijn heb en de dhamma beter tot me kan nemen, wat is dat ook fijn en een voorrecht.
Wat je van binnen voelt is vaak niet aan de buitenkant te zien. Ik denk dat heel veel moeilijk lopende ouderen de stap naar een turbo scootmobiel of traplift pas maken als het niet anders meer kan. Dat je daar niet voor je lol gebruik van maakt, en daardoor des te beter beseft dat het zo fijn is wat hier in Nederland is en kan allemaal. Neemt niet weg dat de opleiding tot scootmobiel-rijder een stuk kan verbeteren! Want zelfs in het revalidatiecentrum werd ik al na een instructie van een uurtje met rolstoel met motortje zo de weg op gestuurd. Gelukkig ben ik nooit tegen mensen opgereden, alleen maar tegen stoepranden…