nacht’lijk krekelkoor
sust mij telkens weer in slaap
Nong Noi is nu Thuis
Zoals het klokje thuis tikt… klinkt het nergens naar. Ik schat dat het klokje in onze kamer zo’n 55 jaar oud is. Totdat mijn moeder overleed, in 2006, heeft het 40 jaar in de Haagse Beeklaan getikt. Daarna tikte het nog ongeveer een jaar door bij mijn jongste broer aan het Elandplein. Toen ook die overleed is het bij Mieke en mij in de Boxtelse Knuistenkoepel (ik laat geen gelegenheid voorbij gaan om deze prachtigste straatnaam van Nederland even te kunnen noemen) terechtgekomen. Vervolgens tikte het vrolijk verder aan de Touwbaan in Maashees, waarna het op 50-jarige leeftijd naar Thailand is het verhuisd. En daar is het gestopt. Niet omdat we vergeten waren het op te winden, want dat hadden we netjes gedaan. We vermoeden dat de warmte en de hoge luchtvochtigheid het ding te veel geworden zijn. De meeste dingen gaan in Thailand korter mee, deels vanwege mindere kwaliteit en gebrek aan onderhoud, maar vooral toch door het klimaat.
Ons vermoeden werd bevestigd toen het klokje op een gegeven moment, nadat de hete tijd al even voorbij was en uiteraard midden in de nacht, 8 uur sloeg. Vanaf dat moment heeft het het weer een tijdje gedaan, maar de afgelopen zomer stopte het er weer mee. Vorige week had het een korte opleving, maar nu is die voorbij en staat het weer stil. Heel erg vinden we dat niet. Het klokje is zo overdadig gedecoreerd dat je er niet goed op kunt zien hoe laat het is. En mooi vinden we het ook niet; het staat er omdat het een familiestuk is. We denken erover om het een plaats te geven in een soort van totempaal met herinneringen die op het landje moet gaan verrijzen.
Ook zonder tikkend klokje voelen we ons hier inmiddels helemaal thuis. En regelmatig zijn er momenten waarop dat gevoel weer eens extra versterkt wordt. Die hebben soms helemaal niks te maken met hoe de mensen zich hier tegenover ons opstellen. Zo fietste ik van de week naar het stadje Hang Chat om fruit te kopen en zag ik hoe in een dorpje een nieuwe hoofdkraan voor de waterleiding was geïnstalleerd. Die staat dan boven de grond, zonder afsluitbaar hekwerk er omheen. Dat kan hier gewoon, want er is niemand die het in zijn hoofd haalt om ‘voor de grap’ de kraan dicht te draaien of uit verveling het ding stuk te trappen. Alle hoofdkranen van huizen, en alle water- en elektriciteitsmeters zitten hier ook gewoon buiten. Lekker makkelijk voor de meteropnemer; die kan de stand ook opnemen als je niet thuis bent.
Nadat ik een kilo mango’s voor een euro had gekocht moest ik elders op zoek naar bananen, want die waren op bij mijn favoriete fruitvrouw. Ik stopte bij een tafeltje langs de weg waarop werkelijk de allergrootste bananen lagen die ik ooit gezien heb. Een flinke kam, met zo’n 8 bananen eraan, kostte 1 euro. De man vroeg waar ik vandaan kwam en in mijn beste Thais maakte ik duidelijk dat ik uit Nederland kwam maar nu in Nong Noi woonde. Er kwam nu een stortvloed aan Thaise woorden uit de man. Het ging me allemaal veel te snel om het goed te kunnen verstaan, maar ik ving onder meer ‘baan din’ en ‘suay maak’ op. Hij wist blijkbaar van ons kleihuis (baan din), vond dat dat heel mooi was (suay maak) en leek helemaal enthousiast dat hij nu een baandinbewoner voor zich had. Ik moest de bananen maar gratis meenemen, vond hij. Ik vond dat ik er best voor kon betalen; 1 euro is voor mij niet veel en voor hem een substantieel bedrag. Uiteindelijk werden we het eens toen ik zei dat hij er dan maar een ijsje voor zijn kinderen voor moest kopen. Dat argument werkt meestal goed hier. Hij liep met mijn boodschappentas naar een krat die achter hem stond, deed er de bananen in en daarna zette hij de tas op mijn fiets. Toen ik thuis kwam bleek er een reuzekam met 15 bananen in mijn tas te zitten. Had hij toch nog de helft gratis gegeven. Nu moeten wij ons door de bananenberg zien te eten.
Op de terugweg werd ik ook weer helemaal blij van het fietsende vrouwtje met een hele lading takkenbossen achterop haar fiets. Vrouwtje is overigens niet denigrerend bedoeld: Thaise mensen, vooral de oudere, zijn veelal heel klein. Het verkleinwoord slaat dus echt op de geringe lengte. Zoals de meeste Thai fietste ze met een snelheid die net hoog genoeg was om niet om te vallen. Toen ik haar voor me zag kon ik gemakkelijk even stoppen en mijn telefoon pakken om te filmen. Vlak voordat ik haar voorbij wilde gaan sloeg ze ineens af, waardoor ik vol in de remmen moest. Breed lachend excuseerde ze zich en zei en gebaarde ze van alles wat ik niet begreep. Maar dat maakte niet uit; de bedoeling was duidelijk.
Het laatste stukje tot aan ons huisje voerde door de rijstvelden, waarop volop gewerkt werd. ‘Hey hello’ werd me van alle kanten toegeroepen. Voor de meesten is dat het enige Engels dat ze kennen. Overal vriendelijk lachende gezichten. Hier kan je je toch niet anders dan thuis voelen?
Okee, soms, heel soms zijn er situaties waarin het thuisvoelen eventjes verdrongen wordt. Dat overkwam me een paar weken geleden toen ik eens even lekker wilde afkoelen in de cold tub, de grote kuip met koud water in de tuin. Ik had me er comfortabel in genesteld met een e-book en een glas vruchtensap toen ik me bewust werd van een niet al te aangename geur. Het was al donker, dus ik gebruikte het lampje van mijn telefoon om te zien of er wellicht een dood beest ergens naast de tub lag. Ik kon niks vinden en wilde weer gaan zitten toen ik ineens de oorzaak van de geur zag: er dreef een dode rat in het water. Nooit eerder ben ik zo snel uit de tub gesprongen en nooit eerder heb ik daarna zo lang onder de douche gestaan. Gelukkig is het nu de koelere tijd, want veel aandrang om weer in de tub te gaan heb ik nog steeds niet.
Vandaag was er weer zo’n moment. Hoewel we in de middag meestal maar wat zitten te lamballen houden we toch altijd een koffiepauze. Meestal maken we zelf een lekkere mokka van koffie, cacao en kokosmelk. Toen ik mijn koffie bijna op had zag ik een flinke klont op de bodem van mijn mok. Ik dacht in eerste instantie dat het koffie-cacaomengsel niet goed was doorgeroerd. Was dat maar zo geweest. Er bleek een kleine pad in mijn mok te zijn gesprongen en die had de douche van kokend water niet overleefd. Ik heb de rest maar laten staan en de pad bewaard, om als eventueel aan de arts te laten zien als ik er ziek van zou worden. Dat is gelukkig niet gebeurd.
Gekookte koffiepad
Natuurlijk gaan hier nu wel de woordgrappen over en weer. Voor de lunch vanmiddag hadden we pad thai, een beroemd Thais gerecht, opgewarmd in onze zonne-oven. Mieke is bang dat er nu een paddemie uit gaat breken. Ik ben op zoek naar iemand met een senseo, zodat de koffiepad toch nog een goede bestemming kan krijgen.
En het klokje… dat tikt nog steeds niet.
Wouter ter Braake zegt
Wat een mooi verhaal weer. Zo ver weg, komen jullie dichtbij. Maar wat goed deze waarschuwing: ‘de volgende alinea’s kunnen als schokkend worden ervaren’.
Jakkes!
François la Poutré zegt
Dank je wel. En het prachtige “jakkes” heb ik al heel lang niet gelezen of gehoord, maar geeft het gevoel goed weer.
M. Storsbergen zegt
altijd kijk ik uit of er weer een verhaal van jullie in het blad staat.
omdat ik zelf in verschillende tropische landen woonde is er veel herkenning.
kortom, ik geniet van jullie ervaringen.
François la Poutré zegt
Wat een aardige reactie. Altijd stimulerend om te zien dat onze verhalen gelezen en gewaardeerd worden.