Vandaag werd door de Amerikaanse minister van justitie bekendgemaakt dat alle door federale rechters opgelegde doodstraffen worden opgeschort. In de federale dodencellen wachtte 54 mensen op hun executie. De doodstraffen worden nog wel uitgevoerd in verschillende Amerikaanse staten. De Amerikaanse president Biden wil de methoden van het doden van veroordeelden laten onderzoeken. Zijn voorganger, Trump, liet de doodstraf nog wel uitvoeren, zelfs vlak voor zijn aftreden.
De doodstraf is door mensen bedacht, in de VS zijn onschuldige door een rechter veroordeelde mensen gedood. Ze hadden de schijn van schuld tegen. Ze belandden op de elektrische stoel of werden met een dodelijk gif geïnjecteerd. Wat zou er gebeurd zijn met deze mensen als ze niet door de overheid ter dood waren gebracht?
De Nederlandse criminologe Marieke Liem (1982), universitair docent aan de Universiteit Leiden, constateerde in 2014 tijdens een onderzoek in de USA een persoonlijke transformatie bij Amerikaanse moordenaars. Een deel van haar promotieonderzoek deed ze in Boston in samenwerking met de universiteit van Harvard. Vanaf 2012 onderzocht ze hoe het 75 Amerikaanse moordenaars verging na hun vrijlating. Liem hield open interviews van vier tot zes uur met deze moordenaars, die gemiddeld 25-30 jaar hadden gezeten voor een in de jaren 70 of 80 gepleegde moord.
Uit de interviews bleek dat ze na vier tot zeven jaar in de gevangenis een persoonlijke transformatie hadden doorgemaakt. Volgens Liem transformeerden ze van een persoon zonder normbesef, die geen rekening hield met anderen en alleen maar aan drugs en criminaliteit dacht, tot iemand die echt iets kan betekenen voor de samenleving. Bij sommigen was er sprake van een spirituele ontwaking , anderen werden geïnspireerd door een oudere mentor of hadden besloten dat ze moe waren van het leven dat ze leidden. Liem wijst er op dat uit eerder onderzoek naar voren is gekomen dat gevangenen die gemiddeld negentien jaar in een Amerikaanse gevangenis hebben gezeten, met ernstige psychische problemen kampen die ze voor hun detentie niet hadden.
Dus als je re-integratie in de maatschappij een belangrijk doel vindt van straffen, zijn lange gevangenisstraffen dan wel zo nuttig, vraagt Liem zich af. Of verlangt de maatschappij iets anders van een straf ? Zoals iemand duidelijk maken: jij moet dat niet meer doen. Of de samenleving beschermen. Of vergelding. „Wat mensen willen van een straf’, zegt ze, „verschilt per misdrijf, maar ook per tijdsbestek. In de jaren zeventig was re-integratie in de maatschappij een belangrijk doel. Maar die motivatie is de afgelopen tijd helemaal verschoven. Het gaat veel meer om harder straffen, langer straffen, vergelding. Amerika is wat dat betreft echt een voorloper.’ Die trend is ook in Nederland merkbaar, vaker dan voorheen worden levenslange gevangenisstraffen opgelegd.
In de VS zit één op de honderd inwoners in de gevangenis; duizenden mensen zitten levenslang vast voor kleine vergrijpen. Liem wil haar onderzoek in Nederland herhalen en mensen interviewen die in de jaren 70, 80 veroordeeld zijn tot een termijn van zeven tot twaalf jaar gevangenisstraf. Die zijn dus sinds de jaren negentig weer op vrije voeten. Liem: ‘Stel dat je een moord begaat op je twintigste en je komt vrij als je 27 bent, dan heb je in principe nog een heel leven voor je. Dan kun je de pilaren van sociale controle – werk, woning, partner, en ik zet er ook graag een k van kind bij – nog opbouwen. Dat is een heel andere dynamiek dan die Amerikaanse mannen die vijftien tot veertig jaar zijn weggeweest.’
Ik zelf vind de doodstraf een vorm van moord en begrijp niet dat er mensen zijn die deze straf kunnen opleggen en uitvoeren. In een mensenleven kunnen zich altijd kantelpunten voordoen, dat is bewezen zoals uit onderzoek van Liem blijkt.