Een bioloog doet in Friesland proeven met het gedrag van grutto’s. Zo wil hij onder meer weten welk mechanisme in het brein, de genen van de vogels verantwoordelijk is voor het trekgedrag van de grutto, het gaat niet zo goed met die stand. Vliegen ze weg om nooit meer terug te komen?
Met studenten en met medeweten van de landbouwers raapt hij in de Friese weilanden de eieren van de vogels, goed verstopt en donker van kleur. Toekomstige broertjes en zusjes. In een beker slootwater test hij – of de eieren al gaan drijven of niet, ter plekke of de kuikens binnenkort worden geboren. De eieren worden in een broedmachine uitgebroed, een machtig mooi proces. De jonge vogels worden voorzien van een kleine zender om hun bewegingen te volgen.
Na een tijdje brengt de bioloog ’s morgens -met de studenten, in kratten de jonge vogels naar een afgezet stuk Fries weiland, waar de vogels met de natuur kunnen kennis maken, vliegjes en torretjes pikken. En ’s avonds gaan ze weer naar het onderzoekscentrum in een schuur.
Op een gegeven moment kunnen de grutto’s vliegen. De helft van het broedsel blijft in Friesland, en gaat daar op de wieken, de andere helft wordt door de bioloog in een busje naar Polen gebracht en verlaat daar de kratten. En wat blijkt: de van oorsprong Friese grutto’s, in ieder geval gevonden in een Fries weiland, nemen het gedrag van de Poolse vogels over waar ze mee in aanraking komen. Niks geen voorbestemd trekgedrag, stelt de bioloog vast die zich nu bezint op een nieuwe klus.
Moedig voorwaarts!
Joost zegt
Friezen en frriese gruttos zijn niet zo stug, als algemeen word aangenomen.