Gisteravond keek ik op tv naar Opsporing Verzocht. Normaal nauwelijks maar het zijn nu uitzonderlijke omstandigheden en situaties door de onrust in de maatschappij. Ook gisteravond werden er weer foto’s getoond van mannen die verdacht worden van plundering, geweld en brandstichting in de afgelopen weken. Ik zat in Schaap en keek toe.
Van de ene gepresenteerde persoon kan ik me wel voorstellen dat hij een steen werpt, van de ander ben ik verbaasd: zo’n net voorkomen. Zo reageerde mijn geest. Ik ben nog geen vrienden, kennissen, familieleden of bekende boeddhisten tegengekomen, maar dat komt mogelijk nog. Tja, en dan de vraag: Zal ik dan de tiplijn bellen en zeggen: dat is die en die.
Een familielid van mij heeft een tijdlang bij de politie gewerkt in de Haagse Schilderswijk. Tijdens de opleiding mocht ik als familielid een paar keer naar het opleidingscentrum, zeg maar een open dag, om er kennis te maken met onder andere de opleiders. En daar werd ook de vraag op tafel gelegd: zou je als diender een familielid, je broer, zus, vader, moeder, grootvader, aangeven als je op de hoogte bent dat hij/zij een strafbaar feit heeft gepleegd? En waar ligt dan de grens? Een moord, verkeersovertreding, wapenbezit, valsheid in geschrifte? De opleiders zeiden dat je dat van een diender niet mag verwachten, een familielid aangeven. Maar, zeiden ze ook, voer een goed gesprek met het verdachte familielid, leg het initiatief om naar de politie te stappen bij hem of haar.
Ook in de kring van misdaad/politieverslaggevers speelde dat dilemma. Volgens een artikel in Europese wetgeving hebben journalisten het recht om te zwijgen over zaken waarvan ze op de hoogte zijn. Maar wat zegt je geweten? Ik was eens op de hoogte van een voorgenomen liquidatie van een burger en heb dat toen met de politie gedeeld om de moord te voorkomen. Dat deed ik ook toen het leven van een klein kindje gevaar liep, maar dan wel op verzoek van een informant. Het bleven uitzonderingen, ik was als journalist geen verlengstuk van de politie of het OM. Andersom gebeurde ook, de politie of het OM lekte wel eens informatie naar mij in die tijd om een zaak stuk te maken. Dan hadden ze geen tijd of mankracht.
Okay, ik kijk naar Opsporing Verzocht, ook omdat ik Anniko van Santen zo leuk vindt presenteren. Zij kan nare zaken op een zo lichtvoetige wijze brengen, dat ik denk: doe nog maar een misdaadje.
De eerste proefaflevering van Opsporing Verzocht was op 14 oktober 1975, door de AVRO verzorgd, en was in de journalistiek niet onomstreden. Ik kan me nog herinneren dat journalisten vonden dat er dan wel erg vrijmoedig met de privacy van verdachten (ze waren nog niet veroordeeld) in het openbaar werd omgegaan. Er werd veel over gepraat maar op 15 november 1982 was de eerste uitzending. Nu zijn de boeven vol in beeld, vaak niet vermomd, hoe dom. Je ziet ze als dader bezig maar als ze voor de rechter staan zijn het weer verdachten. Toch vreemd.
Het is nu een ouwelullenprogramma, voer voor meerjarigen van boven de vijftig die zich vervelen en de telefoon in de hand hebben om er iemand bij te lappen. Jongeren kijken er nauwelijks naar en overwogen wordt om de inhoud en presentatie aan te passen. Frisser.
Moedig voorwaarts!