Vorige week was mijn jongste kleinzoon jarig (7) en ik vierde dat met hem. Het kadoo was een junglehuis met een krokodillenkop waarin een holle kies met een schatkist. In de middag aten we taart, twee soorten, zelfgebakken. Het was gezellig, zijn ouders zorgden voor een heerlijke maaltijd. En we spraken over de 4-4 van Sparta. Vanwege de corona hielden we afstand.
Mijn kleinzoon is een snoepkont, net als ik. Na het eten- zijn ouders waren buiten gehoorafstand in de keuken, zei hij, dicht bij me staand: ‘Opa’. ‘Ja, jongen’, antwoordde ik. Mijn kleinzoon: ‘We hebben heerlijke kruidnoten, in 3 smaken, heb je daar trek in?’ Ik hield mijn gezicht in de plooi maar moest inwendig grinniken. Mijn kleinzoon wilde mij medeplichtig/medepleger maken en tegen zijn ouders kunnen zeggen: ‘Opa had er trek in’ als zijn snoepgedrag ter sprake zou komen.
‘Ik lust wel een kruidnootje, kleinzoon’, sprak ik. De jarige ging naar de keuken en kwam terug met 3 zakken kruidnoten en een soepkop zo groot als een emmer. ‘Dit is te groot voor opa (opa’s spreken altijd in de derde persoon),’ zei ik, ‘heb je geen kleinere kom?’ Mijn kleinzoon haalde die en nam zelf de emmer en stortte er de zakken in leeg. En het is waar, ze smaakten heerlijk.
Later had ik mijn dochter aan de lijn. Wat is er gebeurd met de emmer kruidnoten, vroeg ik. Oh, die hebben we onderschept en in de trommel met slinks snoep gedaan, zei ze.
Alles sal reg kom.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.