Er is een oud resultaat van neurologisch onderzoek dat pas nu aanvaard wordt omdat het zeer verontrustend is, het stelt namelijk dat we helemaal niets beslissen op basis van onze ratio. Het haalt daarmee ook ons idee van een eigen vrije wil compleet onderuit. Het onderzoek is meermaals opnieuw bevestigd en niet langer te ontkennen. Een proefpersoon wordt bijvoorbeeld gevraagd om naar een afbeelding kijken en op een knop te duwen als hij het beeld herkent. Een hersenscan toont dat er eerst een derde van een seconde niets gebeurt. Waarschijnlijk registreren onze hersenen het beeld neutraal. Wanneer de proefpersoon het beeld herkent, duurt het nog een paar honderdsten van een seconde voor de hersenen de intentie tonen om de vinger te bewegen. Het effectief op de knop duwen neemt uiteindelijk driekwart seconde in beslag.
Toch hebben we indruk dat onze intentie en ons effectief bewegen gelijktijdig verlopen. Onze bewuste geest blijkt dus trager te zijn dan ons lichaam, en is vooral bezig met op te pikken wat ons lichaam doet. Het lijkt er sterk op dat ons bewustzijn een poging is om een subjectieve ervaring te creëren van continuïteit tussen de signalen vanuit ons lichaam en die vanuit onze omgeving. We zijn vooral bezig zijn met achteraf verklaringen te zoeken voor wat we nu aan het doen zijn. [1] Gelijkaardige experimenten tonen aan dat, wanneer we iets waarnemen, we een tiende van een seconde ‘puur’ waarnemen. Vervolgens beginnen we, opnieuw in een tiende van een seconde, onze waarneming emotioneel in te kleuren, wellicht op basis van vorige waarnemingen. Er lijkt geen waarneming te zijn zonder een emotionele component. [2]
Onderzoek naar ons sociaal gedrag levert gelijkaardige resultaten op. Emoties zijn de bron van ons gedrag. Emotioneel zoeken we vooral naar zekerheid en doen we er alles aan om onze eigen belangen te verdedigen. Ons eigen gezichtspunt lijkt vanzelfsprekend waar, we zullen het zelden kritisch onderzoeken. Maar de grootste zekerheid vinden we binnen een groep. Dat is nog altijd de veiligheid die ooit onze stam bood, maar nu noemen we dat ‘gelijkgezinden.’ De voornaamste drijfveer voor het verdedigen van een mening is aanvaard worden door de eigen groep. Feiten zijn daaraan ondergeschikt. En hoezeer we ook gesteld zijn op onze unieke individualiteit, om ons verbonden te voelen, passen we onze mening vlot aan aan de heersende opvatting. We doen aan ‘motivated reasoning’, het achteraf zoeken naar ‘rationele’ argumenten voor ons onbewust gedrag. [3]
In boeddhistische termen zou je kunnen zeggen dat de belangrijkste verschijningsvorm voor ons bewustzijn de eigen groep is. Pas ver daarna verschijnt de waarheid. De waarheid -in het boeddhisme gewoon de realiteit- heeft immers geen echte vorm, we kunnen haar niet zomaar herkennen, ze verschilt naargelang de situatie. We vinden waarheid pas na eigen kritisch onderzoek en door een zeer soepele, aangepaste omgang met de voortdurende veranderingen in wat we waarnemen, in hoe we ons gedragen – in hoe we leven.
In realiteit zouden we zonder onbewuste impulsen zelfs niet de simpelste beslissing kunnen nemen. Onderzoek bij zowel bijvoorbeeld topschakers, economische experts als gewone individuen toont aan dat voorspellingen en beslissingen van de meeste ‘experts’ nog willekeuriger zijn dan die van niet experts. Een kleine groep experts doet het echter wel beter. Deze groep evalueert regelmatig wat weloverwogen informatie is of wat emotie in het proces van onbewuste besluitvorming.
Ook grote inzichten, zoals Einstein die had met de relativiteitstheorie of het ontdekken van een chemische formule zoals die van plastic, kwamen eerst tot stand via intuïtieve ingevingen en werden daarna wetenschappelijk geverifieerd. In het algemeen nemen we als gewoon individu onze beste beslissingen, bijvoorbeeld over de aankoop van een auto, door eerst zoveel mogelijk info te verzamelen en er dan ‘een nachtje over te slapen.’
Goed beslissen vraagt in de praktijk dus om het verzamelen van rationele feiten en deze laten bezinken. Daarna pikken we de onbewuste signalen op die naar een keuze leiden en interpreteren deze signalen bewust zodat we te grote emotionele beïnvloeding vermijden. Deze aanpak vraagt dus om intuïtieve vaardigheden en de factor tijd, rust.
[1] Ap Dijkstra, Het slimme onbewuste, Prometheus, Amsterdam 2017
[2] Daniel Goleman, Destructieve emoties, Atlas Contact 2011
[3] Ruben Mersch, Van mening verschillen, Borgerhoff & Lamberigts, 2018
Piet Nusteleijn zegt
Op basis van het ons geleerde, onze kennis, de wijze waarop we denken, nemen we beslissingen. Althans wanneer we dit wel-overwogen doen. Tijd is denken
Soms denken we niet erg na. We doen maar wat. We zijn dan zogenaamd intuïtief bezig.
Dit schrijf ik nadat ik dit artikel goed en wel-overwogen gelezen heb.
We beslissen dus wél-zeker op grond van onze ratio.
Het denken is “oud” en moet reageren op “telkens nieuw” en daar wringt de schoen.