Journalisten zijn net als prostituees afhankelijk van aanbod. Zijn er geen klanten, is er geen nieuws, dan is het navelstaren geblazen, of het archief ordenen. Deze week was het erg zwaar om het Boeddhistisch Dagblad van nieuwsberichten te voorzien nu bijna de gansche boeddhistische wereld door het coronavirus thuis zit. Het is niet anders.
Journalistiek is een prachtig vak. Als journalist kom je op plaatsen en spreek je mensen die voor anderen niet toegankelijk zijn. Ik was al heel jong de oprichter en mede-eigenaar van een persbureau, had een netwerk van correspondenten en contacten met buitenlandse media. Elke dag ging ik met veel plezier naar de redactie, schreef, fotografeerde en filmde en deed de productie voor een Nederlands tv-nieuwsmedium. Zo af en toe hingen we met een Cessna in de lucht om foto’s te maken. De piloot was een Haagse medewerker van het persbureau.
Maar elke dag was het weer afwachten of er nieuws was, of we in actie zouden komen. Nieuws kan je niet dwingen. We waren jong en de maatschappij was voortdurend in beweging. Dus er was genoeg te doen als we maar kennis hadden van die gebeurtenissen. Nieuwsgierigheid is dan een groot goed.
Sommige ontmoetingen zijn me in de duizenden contacten met anderen bijgebleven. Zoals het interview met de heer Van Ham, Spokie werd hij door zijn buren op de Noordsingel in Rotterdam genoemd omdat hij volgens hen een teruggetrokken en merkwaardig leven leidde. Op een avond brak er brand uit in zijn woning waarbij zijn zus, met wie hij samenwoonde, om het leven kwam. De brandweer vond in de woning veel zakken met geld en waardevolle spullen. Niet door misdaad verkregen maar verzameld en ingepakt door Van Ham. En zeker niet bedoeld voor de buitenwacht- tot een brand dat openbaarde. Bijna een week lang verzamelde zich een mensenmassa voor het pand om het laatste nieuws te bespreken.
Van Ham werd door de GGD handelingsonbekwaam verklaard, een paar dagen opgenomen in een instelling, zodat de Rotterdamse reinigingsdienst zijn woning kon leeghalen en het ‘vuil’ verwijderen. Grote kostbare stukken verdwenen in de kraakwagen. Zo ging dat in die tijd.
Na zijn thuiskomst in de volgens anderen opgeruimde woning mocht ik een gesprek hebben met Van Ham. Ik vond het een voorrecht om die warme man te mogen ontmoeten, dat hij tijd voor mij vrijmaakte in die gitzwarte periode in zijn leven. Hij vertelde over het waarom van zijn verzamelwoede, dat hij zijn zus miste en zijn afschuw over de bemoeizucht van anderen in zijn leven. Hij was schuw, net als ik.
Ik heb als misdaadverslaggever veel dingen meegemaakt, maar de ontmoeting met deze bijzondere man is me altijd bijgebleven. In de Kloosterbunker hangt een ingelijste foto waarop te zien is hoe ik Van Ham interview, de poes die gered is van de vuurdood op de achtergrond. De foto is gemaakt door Paul Stolk, mijn vriend en mede-eigenaar van het persbureau. Elke dag kijk ik naar de foto en realiseer me hoe het leven van het ene op het andere moment kan veranderen. Dat het belangrijk is om respectvol met jezelf en anderen om te blijven gaan.
Moedig voorwaarts!
Henk van Kalken zegt
Mooi verhaal, Joop!
Ruud van Bokhoven zegt
Van de week was er een woningbrand en lagen er allemaal op onverklaarbare reden bankbiljetten op straat, weer een brand bij de reïncarnatie van Van Ham?
Namasté ?
Joop Ha Hoek zegt
Spokie is niet dood, hij leeft voor altijd.
Paul de Jager zegt
Mooi stuk.