Voordat mijn vriendin- kleindochter van een zeevisser en dochter van een palingroker/transporteur, en ik afgelopen zondag naar de zich niet aan de zondagsrust storende winkelketen met een glimlach gingen om daar een door haar bestelde draagbare telefoon genaamd smartphone op te halen, had ik al drie keer in de Kloosterbunker het toilet bezocht. Na weken van praten en zoeken op het internet was de kogel door de kerk en de draagbare telefoon besteld. Mijn vriendin maakte tot dan gebruik van een spreekijzer waarmee ze geen enkele verbinding had met welke cloud waar ter wereld dan ook. Wat zij deed bleef beschermd door privacy: als zij neerlegde wist niemand dat zij gebeld had, behalve de persoon aan de andere kant.
Zondag wist ik dat ik haar zou gaan verliezen: Via Android en apps had ze contact met de hele wereld. Ze zei zelf dat ze de moderne tijd in wilde gaan, niet voor achterlijk wilde beschreven worden door haar vrienden.
In de winkel van de blauwe keten haalde ze de smartphone op. Ik had me intussen aan de servicebalie gezet waar een werknemer wachtte om de simkaarten in het toestel te plaatsen en contact te maken met Android Google. Hij was een student en in zijn dagelijks leven hielp hij als coach mensen weerbaarder te maken. Net wat ik nodig had. Het werk verliep vlot, na nog geen uur stonden we weer buiten.
Toen we de winkel verlieten was ik totaal de kluts kwijt. Androids en zo zijn niks voor mij. In de winkel werd een kop koffie aangeboden, ik had meer behoefte aan psychiatrische ondersteuning. Eenmaal in de auto kon ik de vestiging van Appie niet vinden, ook zo’n goddeloze keten die de Dag des Heere niet respecteert. We reden kriskras door de stad, ik dacht dement te worden, maar het was de smartphone die mijn geest en richtinggevoel verstoorden. Het was net zo’n ervaring als toen ik mijn auto op een snelweg naar de Filistijnen had gereden, nadat ik enkele malen over de kop was geslagen. Na een nachtje observatie in een ziekenhuis vertrok ik weer naar huis in een leenauto en had vrijwel direct een bijna-botsing met een vrachtwagen. Mijn geest zat nog in de over-de-kop-modus en ik aan het stuur.
De hele verdere dag besteedden we in de Kloosterbunker aan ringtones, instellingen en zo meer. Ik zag hoe gelukkig mijn vriendin was met haar android. De nieuwe God.
Ik moet bekennen dat ik een maand eerder ook zo’n toestel heb aangeschaft. Niet het type 7 maar 6 van een niet alledaags merk. Ook bij dezelfde keten met een glimlach. Eigenlijk heb ik diepe minachting voor mensen die de hele dag op hun draagbare telefoon kijken. Maar ik ben nu een van hen geworden. Niet op straat, in de auto of waar dan ook buiten, maar in het Klooster wel. Android 6 ligt op mijn werktafel en op het tafeltje naast Schaap en piept en piept. Ik heb vijf mailadressen, met name voor het BD, dus het is een drukte van belang in het Klooster en mijn hoofd. De slavernij is in de Bunker nog niet afgeschaft.
Gisteren sprak ik mezelf toe: Joop, jij kijkt vanaf nu een keer per dag op jouw telefoon in plaats van de anderhalf uur per dag die je nu bezig bent met het verwijderen en beantwoorden van berichten. Anders donderen we dat toestel het raam uit. Is dat afgesproken? Ja, antwoordde ik zachtjes.
Ik heb vanmorgen alleen de telefoon gebruikt om te mediteren via Insight timer. Het ding ligt achter me te loeren, zoals een hond je aan kan kijken als hij uitgelaten wil worden. Hoe lang doe ik mijn belofte gestand?
Vanmorgen kwam er een mail binnen van de blauwe keten. Of zij bij mijn vriendin inderdaad voor een glimlach hadden gezorgd?
Moedig voorwaarts!
Mary zegt
(Alle) geluiden/piepjes enz. kan je uitzetten hoor Joop. (Geeft mij een heleboel rust) Geniet van je contacten, op jouw tijd?
Carla zegt
Joop, ik ervaar je als een geweldige verhalenverteller. Een genot om te lezen. Heb bewust geen smartphone. Dan maar de veroordelingen met een glimlach aanzien. ;-)
Bolletje zegt
Ik heb ook geen smartphone. Ik had er wel een, maar het stelde me teleur. Ik heb geen zin om me mobiel negen keer per dag op te laden AKA de smartphone. De slimme telefoon, in het bezit van een minder slimme ‘consument’.
Ik heb nu een oude Nokia. Veel meer compact, veel praktischer. Hoef je maar één keer per twee weken op te laden (!) En ik hoop ook, dat het niet door kinderhandjes gemaakt is, al zal ik me daarop verkijken.
Die smartphones zijn overgewaardeerd en ze worden ons opgedrongen, door de grote bedrijven. Er is weer een nieuwe uit, schreeuwen ze op de radio. Nou en, stik erin.
Het is geen telefoon, het is geen computer, het is geen gameboy, het gaat stuk, het wordt gestolen, het is te groot, je raakt het kwijt, het is duur, er komt fel, blauw licht uit, dat je ogen pijn doet.
Omg, ik voel me helemaal een bodhisattva nu, nu ik geen smartphone heb.
Boeddha had als eerste zijn smartphone uit het raam geflikkerd, voordat hij vertrok uit het paleis.