Gisteravond had ik een vriendin aan de telefoon. Ze vertelde dat in de stal van haar paarden een wielewaal zat. Ik denk nooit aan de wielewaal, als vogel niet en ook niet aan de arbeiderswijk die die naam draagt. Waarom zou ik?
Maar toen ze de wielewaal noemde en de vogel beschreef begonnen wij spontaan het liedje uit onze jeugd over die vogel door het spreekijzer te zingen. Op de lagere school zongen wij die in een canon, de jongens begonnen en de meiden vielen halverwege of eerder in. Bij mijn vriendin zongen ze het lied niet in canon. De hele dag loop ik al te zingen: Dudeljo zingt zijn lied, dudeljo zingt zijn lied.
Kom mee naar buiten allemaal
Dan zoeken wij de wielewaal
En horen wij die muzikant
Dan is zomer weer in ’t land
Dudeljo klinkt zijn lied (2x)
Dudeljo en anders niet
Hij woont in ’t dichte eikenbos
Gekleed in gouden vederdos
Daar jodelt hij op zijn schalmei
Tovert onze harten blij!
Dudeljo klinkt zijn lied (2x)
Dudeljo en anders niet
Het is een lied dat uitstekend geschikt is voor bejaardenhuizen en andere gestichten. Maar het kan ook heel goed in huiselijke kring worden gezongen. Of in boeddhistische gebouwen, kerken en moskeeën. Of te fiets en tijdens de vierdaagse. Eet de wielewaal ook eiken processie rupsen?
Dudeljo.
Moedig voorwaarts!
Jacob van Keulen zegt
Bedankt Joop, ik neem het mee naar mijn koor en hoop dat we het zo door kunnen geven
N. Tankink zegt
Ik ken het lied van de wielewaal goed, we zongen het met regelmaat bij de wandelclub in mijn geboortedorp.