Kenniscentrum SOMO heeft deze week een nieuw rapport gepubliceerd waarin de economische relatie tussen EU-landen en Israël in kaart wordt gebracht. De cijfers maken duidelijk dat de Europese Unie via het geheel of gedeeltelijk opschorten van het EU-Israël Associatieverdrag, dat Israël voorziet van vrijhandelsvoordelen met de EU, significante economische druk kan uitoefenen op Israël. Maar na 21 maanden genocide weigert de EU nog altijd deze middelen te gebruiken.
Naast handelspartner is de EU ook de belangrijkste investeerder in de Israëlische economie: het gaat om 72,1 miljard euro aan investeringen. Daarbij wordt gekeken naar de totale waarde van leningen en investeringen in aandelen van bedrijven uit EU-landen in Israël.
Nederland is de absolute koploper. Het neemt twee derde van de totale EU-investeringen in Israël voor zijn rekening. In Nederland gevestigde bedrijven investeerden in 2023 bijna 50 miljard euro in Israël.
Een deel daarvan heeft te maken met brievenbusfirma’s die in Nederland zijn gevestigd vanwege het gunstige belastingklimaat voor multinationals. Maar op basis van data van De Nederlandsche Bank gaat dit om slechts 12 procent van de investeringen. Kortom: ook zonder deze brievenbusfirma’s is Nederland de belangrijkste investeerder in Israël.
Andersom is Nederland ook met afstand de grootste ontvanger van Israëlische investeringen. SOMO specifieert niet welke Nederlandse bedrijven grote investeringen in Israël hebben lopen, of welke Israëlische bedrijven in Nederland.
Onhoudbaar Associatieverdrag
De cijfers maken duidelijk dat de Europese Unie via het geheel of gedeeltelijk opschorten van het Associatieverdrag significante economische druk kan uitoefenen op Israël. Dat is invloed die de EU na 21 maanden genocide nog altijd niet heeft willen inzetten.
De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp wimpelt suggesties van Nederlandse maatregelen tegen Israël doorgaans af met het argument dat hij samen met andere EU-landen op wil trekken, omdat de impact anders minimaal zou zijn. Gezien de belangrijke rol van Nederland als investeerder in Israël blijkt dat toch niet waar. Nederland kan wel degelijk invloed uitoefenen op Israël via de economische relaties, ook al doet het dat alleen.
Daarmee komt ook de Genocide Conventie weer in beeld, dat staten verplicht maatregelen te nemen binnen hun mogelijkheden om een genocide te voorkomen. Die plicht hebben de EU en Nederland afzonderlijk tot op heden verzaakt.
‘Economie van genocide’
In zijn onderzoek verwijst SOMO naar het deze maand verschenen rapport van VN-rapporteur Francesca Albanese over de betrokkenheid van het internationale bedrijfsleven bij Israëls genocidale campagne in Gaza. Dit rapport beveelt landen aan om handelsverdragen met Israël op te schorten en bedrijven te vervolgen die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen in Palestina.
Albanese wijst erop dat sinds 7 oktober 2023 de effectenbeurs van Tel Aviv met maar liefst 213 procent in waarde is gestegen en stelt dat deze ‘economie van genocide’ Israël in staat heeft gesteld zijn vernietigingscampagne in Gaza voort te zetten. Handel met en investeringen uit de EU spelen een bepalende rol in het draaiende houden van deze economie van genocide, laat SOMO zien.
De Europese ministers hebben vandaag de keuze hier de stekker uit te trekken, of willens en wetens de vernietiging van Gaza te blijven faciliteren, en daarmee de Genocide Conventie met voeten te treden.
Een teken aan de wand is dat de Israëlische minister van Buitenlanden Zaken Gideon Sa’ar, een vertegenwoordiger van een door een gezochte oorlogsmisdadiger geleide regering, gisteren doodleuk in Brussel is aangekomen op uitnodiging van de EU-buitenlandchef Kaja Kallas. Hij heeft gesprekken gevoerd met meerdere Europese ministers van Buitenlandse Zaken, onder wie mogelijk Veldkamp, waarin hij ongetwijfeld van de gelegenheid gebruik heeft gemaakt diplomatieke druk uit te oefenen vooral géén maatregelen te nemen.
Geef een reactie