Wie pleit voor vrede, wordt al snel beschuldigd van naïviteit of verraad: “Moeten we dan Poetin zijn gang laten gaan? Moeten we Israël weerloos maken tegenover terreur?” Maar vrede betekent niet: niets doen. Vrede betekent: alles doen wat in onze macht ligt om te voorkomen dat geweld de norm wordt — ook wanneer het geweld ‘legitiem’ lijkt.
Er is een groot verschil tussen verdediging en escalatie. Ja, Oekraïne mag zich verdedigen tegen een brute agressor. Ja, Israël heeft het recht zijn burgers te beschermen. Maar wanneer ‘verdediging’ verandert in een oncontroleerbare oorlogsindustrie, verliezen we precies dat wat we zeggen te willen beschermen: menselijkheid, rechtsstaat, proportionaliteit.
Drewermann stelt in zijn boek ‘Alleen door vrede’ dat we de geestelijke voorbereiding op vrede zijn vergeten. We bouwen sneller aan wapens dan aan relaties. We investeren meer in oorlogstechnologie dan in diplomatie, onderwijs of verzoening. Maar de vraag die werkelijk gesteld moet worden is deze: Welk mensbeeld ligt ten grondslag aan onze keuzes? Een beeld waarin veiligheid voortkomt uit dominantie en bewapening? Of een mensbeeld waarin veiligheid voortkomt uit gerechtigheid, dialoog en vertrouwen? Wie voor vrede pleit voor het stopzetten van de cirkel van geweld.
De Tenach (de joodse bijbel): de psalmen, de profeten, de roep om gerechtigheid en barmhartigheid vormen het kloppend hart van mijn spiritualiteit. Die teksten hebben mijn ziel gevormd. Ze spreken over een God die huilt om het lijden van zijn volk én het lijden van de vreemdeling. Over zwaarden die zullen worden omgesmeed tot ploegscharen.
Juist daarom ben ik zo diep ongelukkig met wat er nu gebeurt. Ik zie een volk dat zoveel geleden heeft, geleid worden door leiders die de angst groter maken dan de hoop. Ik zie hoe geweld wordt verdedigd in de naam van veiligheid, maar dat veiligheid nooit kan bestaan waar rechtvaardigheid ontbreekt.
En ik hoor nauwelijks iemand spreken over Munther Isaac (Palestijns christen, predikant, theoloog). Hij roept in het boek ‘De andere kant van de muur’ op tot vrede, tot co-existentie, tot menselijkheid tussen joden en Palestijnen. Zijn stem, die opkomt vanuit het hart van Bethlehem, wordt overschreeuwd door de echo van bommen en haat.
Maar het zijn precies díe stemmen die we moeten horen. Stemmen die niet kiezen voor partijschap, maar voor vrede. Niet voor gelijk krijgen, maar voor samen leven. Niet voor wraak, maar voor verzoening.
Mijn liefde voor de Tenach is geen vrijbrief voor blindheid. Het is juist uit die liefde dat ik de moed wil hebben om te zeggen: dit geweld moet stoppen. Niet omdat ik tegen Israël ben, maar omdat ik voor het leven ben — voor alle mensenkinderen, Palestijn, Jood, gelovig of niet. Noem dat maar naïef… Ik vind het best. Zeg maar dat ik het niet snap. Je hebt gelijk… Hoe zei Peppi dat ook al weer tegen Kokki…Ik snap het niet, maar ik begrijp het heel goed. Alleen vrede kan deze wereld redden…
Geef een reactie