Hoewel het moeilijk is om met concrete cijfers vast te stellen wat het aantal boeddhisten in Nederland is, blijkt dit aantal vanuit onderzoek door het CBS af te nemen. Toch is het vanuit de samenleving ook duidelijk dat de interesse in boeddhisme levendig is. Hoe gaan deze twee ontwikkelingen samen? Hoe leeft boeddhisme in Nederland? Aan de hand van de succesvolle tentoonstelling ‘De Boeddha’ in het Volkenkunde Museum in Leiden ga ik op zoek naar een antwoord.
De afname van het aantal boeddhisten in Nederland
Uit de vergelijking van de rapporten ‘Het belang van religie voor sociale samenhang’ uit december 2013 en ‘De religieuze kaart van Nederland’ uit oktober 2014, blijkt het aantal vastgestelde boeddhisten in Nederland afneemt. In december 2013 werd dit aantal gesteld op 65.000 tegen 50.000 in oktober 2014.
Het CBS baseert de aantallen bij immigranten in Nederland (de grootste groep boeddhisten) op de representatie van boeddhisten in hun land van herkomst. Ook kijkt het CBS naar de informatie van de BUN die het aantal boeddhisten aangesloten bij een boeddhistische groepering bijhoudt. Er wordt rekening gehouden met de mogelijke overlap en deze wordt niet meegeteld. Helaas representeren boeddhistische groeperingen geteld door de BUN niet het aantal boeddhisten in Nederland en er zijn ook geen officiële data van de boeddhisten die niet bij een groep aangesloten zijn. Hierdoor blijft de telling van het exacte aantal boeddhisten in Nederland dubieus. Zegt de telling van deze onderzoeken genoeg of gaat het niet zo zeer om het behoren tot een groep, maar veel meer om zelf identificatie en de betekenis die een individu zelf aan het boeddhisme geeft? En als het vooral om dit laatste gaat, hoe kom je dan aan die informatie?
Een manier boeddhisten te tellen zou kunnen zijn door statistisch personen te vragen of zij zich tot boeddhist rekenen. Tot op heden is hier nog geen goed onderzoek naar gedaan. Het aantal boeddhisten is dan ook tot op heden niet exact vast te stellen. Er kunnen alleen schattingen gedaan worden. Vervolgens lopen deze schattingen van verschillende instanties ook nog wel eens flink uiteen.
Expositie ‘De Boeddha’ een ongekend succes
Gedurende de periode van 12 februari t/m 14 augustus 2016 was de tentoonstelling ‘De Boeddha’ te zien in het Volkenkunde Museum in Leiden. Tijdens dit half jaar is er een record aantal bezoekers de tentoonstelling komen bezoeken, namelijk 95.000. Dit maakt deze expositie tot de meest succesvolle tijdelijke tentoonstelling ooit in museum Volkenkunde.
‘De Boeddha’ reist door naar het Tropenmuseum in Amsterdam en is daar van 23 september 2016 tot en met januari 2017 te bewonderen. Het museum verwacht dat ook hier de tentoonstelling een groot succes zal worden. Er is namelijk meestal geen sprake van crossbezoeken: bezoekers gaan óf naar het Volkenkunde Museum in Leiden óf naar het Tropenmuseum in Amsterdam. Door het rouleren van de tentoonstelling wordt gehoopt dat de tentoonstelling een maximaal publiek kan bereiken. Leiden en Amsterdam liggen relatief dicht bij elkaar. Het aantal bezoekers zou dus nog veel hoger kunnen liggen wanneer de tentoonstelling nog verder het land door zou reizen.
Het recept voor het succes van de tentoonstelling
Bezoekers van de tentoonstelling krijgen een beeld hoe boeddhisme zich verspreid heeft door de wereld en hoe het in elk land zijn eigen vorm heeft gekregen. Verschillende vragen staan hierbij centraal, zoals de vraag wat het levensverhaal van de Boeddha zo intrigerend maakt en hoe boeddhisme over heel de wereld beleefd wordt. Brede vragen met niet één, maar een veelzijdigheid aan antwoorden. Alleen al binnen één land wordt boeddhisme door verschillende mensen al zo anders beleefd. Er is dan ook geen sprake van hét boeddhisme als een concrete eenheid. Als rode draad door de tentoonstelling loopt dan ook hoe boeddhisme over de hele wereld verbonden is. Boeddhabeelden kennen we allemaal, maar over de hele wereld wordt het uiterlijk van de Boeddha anders weergegeven. Overal wordt boeddhisme anders beleefd, maar overal wordt het levensverhaal van de Boeddha erkend.
De collectie van het Volkenkunde Museum bevat veel stukken uit het verleden, maar wordt ook aangevuld door actuele stukken. Voor de realisatie van de tentoonstelling werd samengewerkt met verschillende wetenschappers van de universiteit Leiden en Nijmegen, maar ook met boeddhisme-specialist Rob Hogendoorn.
Uit de combinatie van kennis en stukken uit zowel het verleden, als het heden, blijkt hoe levendig boeddhisme vandaag de dag is. Ondanks dat het leven van de Boeddha zich 2500 jaar geleden afspeelde, is het verhaal ook nog steeds actueel. De geboortedag van de Boeddha, het moment van ontwaking en van sterven, wordt in veel landen nog jaarlijks herdacht of gevierd.
Ook in hedendaagse uitingen zoals televisieseries, moderne kunst, strips en boeken is het levensverhaal van de Boeddha terug te vinden. Tegenwoordig zie je boeddhisme terug in films zoals ‘Seven Years in Tibet’ of ‘Little Buddha’. In de tentoonstelling zelf zijn ook mooie voorbeelden te zien, zoals de digitale kunst van de Koreaanse kunstenaar Yang Kyung Soo, die verschillende scenes uit het leven van de Boeddha op eigentijdse wijze verbeeldt. Ook zijn de prachtige manga´s van de Japanner Osamu Tezuka te zien. Het leven van de Boeddha wordt hierin vermengd met andere verhaallijnen. Door deze verschillende uitingsvormen van boeddhisme wordt het levensverhaal van de Boeddha herbeleefd en verbindt het miljoenen mensen van verschillende achtergronden met elkaar.
In de tentoonstelling komen verschillende belevingen dan ook in korte documentaires aan het licht. Er worden foto’s en verhalen van hen gedeeld om de essentie, maar ook de verschillen van boeddhisme over te brengen aan de bezoekers. Het museum tracht op die manier te inspireren, te prikkelen, achtergrondinformatie, maar ook stof tot nadenken te geven. Door de veelzijdigheid aan verhalen van over de hele wereld hoopt het museum duidelijk te maken dat we wereldwijd op alle verschillen na, toch hetzelfde zijn. Boeddhisme is een verbindende factor, maar het is in de context van het museum een metafoor voor iets veel groters, de missie van het museum: een bijdrage tot een open blik op de wereld.
Het geheime ingrediënt
Uit de recente onderzoeken (2014) blijkt dat er circa 57.700 boeddhisten in Nederland zijn. De tentoonstelling ‘De Boeddha’ is alleen al in Leiden door ruim 95.000 mensen bezocht. In verhouding tot de circa 57.700 boeddhisten in geheel Nederland lijkt dit erg veel. Het Volkenkunde Museum doet zelf ook onderzoek naar de belangstelling naar boeddhisme in Nederland en raadpleegt ook bestaand onderzoek. Hieruit blijkt dat het zeker is dat er veel belangstelling is voor boeddhisme. Er zijn ontzettend veel mensen van heel verschillende achtergronden die de tentoonstelling bezoeken en inspiratie halen uit de stroming. Mensen halen uit het boeddhisme wat van toepassing is voor hen.
Affiniteit
Het aantal vastgestelde boeddhisten kan volgens onderzoek dan wel dalen, maar zoals ook uit het record aantal bezoekers van de tentoonstelling blijkt, voelen steeds veel mensen affiniteit met boeddhisme. Het wordt dan ook door de meeste Nederlandse aanhangers niet als een religie gezien, maar als een levensovertuiging, lifestyle of zelfs als handleiding voor het dagelijkse leven. Dit aantal loopt op tot ongeveer een kwart miljoen in 2009. Er is dus een duidelijke discrepantie tussen het aantal door het CBS vastgestelde boeddhisten en het aantal personen met affiniteit voor boeddhisme in Nederland.
De actualiteit van de grote interesse in boeddhisme is iets wat succes van de tentoonstelling in de hand werkt, zowel bij het publiek als in de media. Toch is deze actualiteit niet het enige waar naar gekeken moet worden. Het hele proces van ideevorming van een tentoonstelling tot de realisatie neemt flinke tijd in beslag, dus de onderwerpen moeten wel van blijvende behoefte zijn bij de targetgroepen van het museum. Je zou dus kunnen zeggen dat de tentoonstelling een weerspiegeling is van waar de behoefte ligt bij de samenleving, anders zou de tentoonstelling niet plaatsvinden en – sterker nog – niet zo’n groot succes zijn geworden.
De actualiteit van de rol van boeddhisme in de hedendaagse samenleving, maar ook de continuïteit van het zoeken naar zingeving, zorgen ervoor dat vele mensen wereldwijd wel iets van boeddhisme kunnen ‘snoepen’. Dat zie je terug bij de verschillende betekenissen die men aan boeddhisme geeft. De in 2003 overleden hoogleraar godsdienstwetenschappen aan de universiteit Utrecht, Ria Kloppenborg verklaart: “Je kunt binnen de universele waarheid, je eigen waarheid vinden. De populariteit is mede daardoor te verklaren: het is een liberale religie. De wereld seculariseert, maar naar zingeving blijven mensen altijd op zoek. Velen vinden dat in het boeddhisme.” Ieder haalt iets anders uit boeddhisme wat van persoonlijke betekenis is. Deze ruimte tot het personaliseren van boeddhisme maakt de boeddha tot een wereldwijd icoon, een herkenningssymbool. Dit verklaart ook het hoog aantal bezoekers bij het museum Volkenkunde in Leiden.
Het juiste daglicht
Het aantal vastgestelde boeddhisten blijkt, zoals het op dit moment wordt onderzocht, mogelijk niet zo hoog of zelfs dalend, maar het bereik van boeddhisme en de affiniteit voor Boeddha als een icoon is groot. Wanneer we kijken hoe boeddhisme in Nederland leeft en hoe het beleefd wordt, zeggen zowel de cijfers van het aantal vastgestelde boeddhisten, als de manier waarop deze momenteel worden vastgesteld door de BUN en het CBS niet genoeg.
Om te begrijpen hoe boeddhisme daadwerkelijk in Nederland leeft is het mogelijk tijd voor een andere onderzoeksmethode om het aantal boeddhisten vast te stellen. Op een statistische manier mensen vragen naar hun levensovertuiging en hierbij een duidelijke definiëring van de term boeddhist als criterium invoeren, zou meer vruchtbare resultaten kunnen opleveren.
Daarbij blijkt, onder andere uit de geslaagde tentoonstelling ‘De Boeddha’ dat de Boeddha niet alleen maar symbool is voor een religie van een kleine groep mensen die zich boeddhist noemt. De Boeddha is ook een icoon voor een groeiende groep mensen die affiniteit voelt, maar zichzelf niet zozeer als boeddhist labelt. Er wordt op dit moment een interessante, grote groep mensen in de onderzoeken niet meegenomen, die wel veel bepalend is voor de ontwikkeling van boeddhisme in Nederland en de nieuwe betekenissen die aan boeddhisme gegeven worden. Dit is cruciaal om boeddhisme in Nederland beter te begrijpen.
Door zowel dit iconische beeld mee te nemen in het begrijpen hoe boeddhisme in Nederland leeft en de onderzoeken op andere methode te baseren, kunnen we de zogenaamde afname van het aantal boeddhisten beter begrijpen. We kunnen dan bijvoorbeeld zien dat er mogelijk minder mensen de diepte in duiken en zichzelf identificeren zijnde boeddhist, maar dat boeddhisme wel erg breed in de samenleving leeft en bloeiende is. Alleen door die twee ontwikkelingen samen te voegen, kun je boeddhisme in Nederland in het juiste daglicht zien.
Meer informatie over ‘De Boeddha’ in Amsterdam? Ga naar de website van het Tropenmuseum.
Klaas zegt
Ik herken me wel in het beeld dat Marieke schetst. Een aantal jaren geleden zou ik me misschien nog boeddhist genoemd hebben. Nu zou ik dit niet meer zo makkelijk doen. In dit blad is eerder de term “zelfstandig religieus” gedropt, ik denk door André Drogers. Daar herken ik me wel in. Je maakt dan geen expliciete keus voor één “mythologie” of levensbeschouwing, maar pikt overal wat van mee, zij het van het een meer dan van het andere.