Na jaren van politieke discussies, onderhandelen en vooral wachten lijkt het erop dat het boeddhisme in België naast de christelijke, islamistische, Joodse en humanistische instellingen dit jaar erkend wordt als levensbeschouwelijke organisatie. En zullen lonen en pensioenen van lama’s en andere boeddhisten die bij onze zuiderburen de leer onderwijzen of zwakken en zieken in instellingen bijstaan, kinderen op scholen godsdienstonderwijs geven, betaald worden door de staat. In de toekomst gaat het om miljoenen euro’s per jaar.
Het was de Boeddhistische Unie België (BUB) –niet te verwarren met de Nederlandse BUN waarbij meer dan veertig organisaties zijn aangesloten en die zich meer als een ‘vriendenclub’ gedraagt, die als koepel en vertegenwoordiger van een deel van de boeddhistische organisaties in België al tien jaar geleden een officiële aanvraag indiende tot erkenning als levensbeschouwing of niet-confessionele filosofie. Twee jaar later, in 2008, kreeg het secretariaat van de BUB 200.000 euro aan subsidie om de staatserkenning voor te bereiden, een bedrag dat vanaf dan jaarlijks is uitgekeerd. Dit jaar was de subsidie lager, zo’n 160.000 euro, nog altijd een hoop geld.
De erkenning van zes erediensten, zoals de godsdiensten in België genoemd worden, en de vrijzinnigen kost de federale overheid van België veel geld. Dit jaar zo’n 96 miljoen euro. Het gaat vooral om de lonen van de voorgangers in die godsdiensten: de imans, priesters en dominees. De lonen van de boeddhistische voorgangers liggen op gelijk niveau als die van een iman. Dertigduizend euro per jaar.
Schatting
Carlo Luyckx, voorzitter van de BUB, schat het aantal praktiserende boeddhisten in zijn land op 30.000, met daarnaast nog eens 77.000 mensen die het boeddhisme op een vrij intensieve manier beoefenen.’ De Boeddhistische Unie Nederland (BUN) gaat er op basis van een gemiddelde van de laatste twee tellingen- en definitie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) –in 2014- van uit dat Nederland 57.500 boeddhisten telt. Waarvan er -op basis van CBS-cijfers over het land van herkomst van eerste- en tweedegeneratie immigranten, en op basis van een gefundeerde inschatting van het percentage boeddhisten in het land van herkomst, 39.500 afkomstig zijn uit traditionele gemeenschappen in Nederland.
Maar, stelt de BUN, afhankelijk van definitie en mate van verbondenheid met het boeddhisme, kan het aantal mensen dat affiniteit heeft met het boeddhisme ook vele malen groter zijn. Het CBS hanteerde als methodiek voor de tellingen de eentrapsvraag, maar stelde geen vervolgvragen over de mate van de beleving en praktisering van het boeddhisme en een eventueel lidmaatschap van een sangha of boeddhistische organisatie.
Hoe staat Luyckx tegenover de begeerde erkenning van het boeddhisme door de Belgische staat. Wiens brood men eet, wiens woord men (s)preekt? Rust roest, zijn Nederlandse spreekwoorden. In het Vlaamse actualiteitenmagazine Knack spreekt hij zich daarover uit. De BUB-voorzitter is boeddhist sinds 1971 en in Schotland ingewijd in het boeddhisme waarna hij de naam Karma Tsering Gyurme kreeg. Hij bracht er zeven jaar in een boeddhistisch klooster door.
‘Heel wat mensen zijn op zoek naar waarden en zingeving. Het boeddhisme stelt een weg voor die gekenmerkt wordt door een open ingesteldheid en tolerantie ten opzichte van alle levende wezens. De boeddhistische praktijk is tegelijk spiritueel en rationeel, ethisch en bevrijdend.’ Zo stond in de begeleidende brief aan de overheid, en het klopt volgens Luyckx nog altijd. ‘De vraag naar zingeving is volgens hem sindsdien alleen maar gegroeid, en steeds meer mensen voelen zich aangetrokken tot het boeddhisme. We leven in een tijd van angst en onzekerheid, van groeiende druk en intolerantie, van individualisme en afgunst. Onze levensbeschouwing biedt een antwoord, want de boeddhistische praktijk wordt niet bepaald door een specifieke religieuze overtuiging. Daarom worden onze centra ook bezocht door gelovigen, atheïsten en agnosten. Het boeddhisme respecteert alle andere overtuigingen. Het kent geen dogma’s, noch een opperwezen dat boven de mensen verheven is. Het is een levenswijsheid die gebaseerd is op de persoonlijke ervaring,’ zegt de voorzitter in het interview met Knack.
De voorzitter van de BUB vindt die financiële vergoeding niet onbelangrijk, maar het is hem toch vooral te doen om de sociale erkenning van het boeddhisme in België.
‘We willen op dezelfde voet behandeld worden als de andere godsdiensten en levensbeschouwingen. De boeddhistische gemeenschap levert een positieve bijdrage aan deze samenleving. Kijk naar de epidemie van de burnouts. Nergens ter wereld wordt meer gemediteerd dan in het westerse boeddhisme. Dat komt onder meer omdat boeddhistische meditatievormen bruikbaar zijn als middel om stress te doen afnemen.’
Gezondheidszorg
Luyckx had de voorbije maanden ook contacten met de regionale overheden, want de erkenning heeft ook daar gevolgen, onder meer in de gezondheidszorg en het onderwijs. Er moeten consulenten worden opgeleid om les te geven op school en in ziekenhuizen bijstaan in de laatste fase van hun leven.
Luyckx noemt het boeddhisme in zijn land geen modeverschijnsel. In 2008 zouden ruim een half miljoen Belgen affiniteit hebben gehad met het boeddhisme. Het aantal personen dat al een Belgisch boeddhistisch centrum bezocht bedroeg 211.000 personen. Actuele cijfers ontbreken, er zijn aanwijzingen dat de belangstelling voor het boeddhisme in de Lage Landen tanende is door de schandalen in de centra en de gewelddadigheden van boeddhisten in het buitenland tegen andersdenkenden.
Kaalscheren
Het boeddhisme is volgens de voorzitter goed geïntegreerd in de westerse samenleving en heeft een positief imago van tolerantie, harmonie, vreedzaamheid en geweldloosheid.’ Hij zegt de hopen dat de erkenning van het boeddhisme in België ook een aantal misverstanden uit de weg zal ruimen. ‘Het is echt niet nodig om je kaal te laten scheren en de hele dag in een monnikspij rond te lopen, of om met een enkelband met belletjes rond te lopen om de mieren te waarschuwen dat je eraan komt. Een boeddhist hoeft zelfs geen vegetariër of veganist te worden, hoewel het boeddhisme planten en dieren op dezelfde hoogte inschaalt als de mens. (…) Je kunt als boeddhist perfect vlees eten, maar dan moet je je er wel van bewust zijn en die dieren een mooie wedergeboorte wensen. De dharma, de leer van Boeddha, is als een oceaan: iedereen vindt er iets in van zijn of haar gading,’ zegt hij in het interview met Knack.
Rampzalig
Edel Maex, Vlaams psychiater, boeddhist, specialist op het gebied van mindfulness en voormalig secretaris-generaal van de BUB, staat lijnrecht tegenover de opvatting van Luyckx. Voor het boeddhisme is een erkenning het ergste wat het zou kunnen overkomen, zegt hij in Knack.
Edel Maex: ‘Ik vind het onverstandig. Het is volgens mij de hoogste tijd om de wetgeving over de levensbeschouwingen vanuit het napoleontische tijdperk het democratische tijdperk binnen te loodsen. Er is in dit land een scheiding van kerk en staat, en dus is het beter dat de overheid de lonen van de priesters en consulenten niet langer betaalt. Zo komt de verantwoordelijkheid te liggen waar ze thuishoort, namelijk bij de burger. Waarom moeten wij via onze belastingen andere levensbeschouwingen mee financieren, ook die waar we geen enkele band mee hebben?’
Maex vindt het een vreemd idee dat het historisch zeer heterogene boeddhisme door één centraal orgaan vertegenwoordigd zal worden. ‘Enkele tientallen verenigingen zijn aangesloten bij de BUB. Maar er zijn verschillende boeddhistische verenigingen die zich helemaal niet willen scharen onder een koepel, die ze als een soort Vaticaan aanvoelen. Ze staan erop hun autonomie te bewaren, en ze hebben het er moeilijk mee dat de BUB als enige de morele autoriteit heeft om het boeddhisme te representeren.’
Edel Maex zegt bevreesd te zijn dat ook het boeddhisme financieel gegijzeld zal gaan worden door de staatssteun, dat materiële en financiële belangen de inhoud gaan verdringen.
Maex: ‘De Belg is levensbeschouwing gaan zien als iets wat van boven moet komen en dan ook gratis moet zijn. We hebben geen moeite om geld uit te geven in een restaurant, maar vinden het overdreven als een vergelijkbaar bedrag wordt gevraagd voor een dag over een filosofisch of levensbeschouwelijk thema. Geestelijk voedsel mag niets kosten. We staan er niet bij stil dat de religie uiteindelijk niet gratis is, maar door ieder van ons als belastingbetaler betaald wordt – zij het zonder enige democratische inspraak in de bestemming en het gebruik ervan. Het boeddhisme in België is zonder erkenning en financiële steun van de overheid tot bloei gekomen. Verder bloeien op dezelfde manier is geen enkel probleem.’
Eind aan relatie
In Nederland kwam er in 1988 een eind van de financiële relatie tussen staat en kerk. De Nederlandse kerken krijgen als enige in Europa geen financiële ondersteuning van de staat en zijn volledig aangewezen op de vrijwillige bijdrage van hun kerkleden.
‘Nederland is de uitzondering’, zegt ds. N.H. Kuipéri van de Bond van Nederlandse predikanten. ‘En daar plukken we nu toch wel de vruchten van. Doordat kerkleden eraan zijn gewend dat zijzelf voor de financiering van het kerkenwerk moeten zorgdragen, is een stabieler fundament gelegd dan in landen waar de overheid helpt.’
De enige landen in Europa waar kerken evenzeer afhankelijk zijn van vrijwillige bijdragen van hun leden als de Nederlandse, zijn te vinden in het voormalige communistische Oostblok. Zoals in Polen. Maar net als de rooms-katholieke kerk in Portugal genereert die kerk inkomsten uit het verpachten van grond en is dus redelijk onafhankelijk.
Dergelijke inkomsten uit bezit (‘dood geld’) spekten lange tijd ook de Church of England, maar deze gaat intussen steeds meer op de Nederlandse kerken lijken wat de financiering betreft. Tegenwoordig bedruipt de Church of England zich dan ook voor tweederde uit vrijwillige bijdragen van de leden (‘levend geld’).
In alle andere West-Europese landen helpt de staat de kerken. In Griekenland, Noorwegen en België betaalt de overheid zelfs vrijwel alle kosten van de kerk, waarbij in België ook aan de minderheidskerken wordt gedacht.
Kerkbelasting
In Denemarken, Zweden, Finland, Duitsland en delen van Zwitserland worden de kerken grotendeels betaald uit de kerkbelasting: de overheid dwingt de leden van de kerken een vastgestelde bijdrage aan de kerk te betalen en fungeert als het ware als incasso van de kerk. Daarbij geldt dat in Finland en sommige Zwitserse kantons zelfs bedrijven belasting betalen aan de kerk. Wie geen kerkbelasting wil betalen, moet zich laten uitschrijven als kerklid..
‘Cultusbelasting’ kenmerkt de situatie in Italië en Spanje. Elke inkomstenbelastingbetaler is verplicht deze belasting te betalen, maar de burger zelf mag aangeven of het geld naar een kerk naar keuze of naar een sociaal doel moet worden overgemaakt.
In Oostenrijk moet elk kerklid een financiële bijdrage leveren, waarvan de hoogte wordt vastgesteld door de kerk. Op een kerklid dat niet betaalt, kan de kerk een deurwaarder afsturen. In vergelijking met landen waar de fiscus het geld voor de kerk binnenhaalt, is dat een weinig effectief wapen, maar vergeleken met Nederland gaat het al heel ver.
Een land waar de dominees minder dan het minimumloon verdienen en ook de pastoors bijbanen moeten zoeken, is Frankrijk. Daar zijn de kerken zelf verantwoordelijk voor hun inkomsten. Belangrijk verschil met Nederland is dat de rooms-katholieke kerkgebouwen eigendom zijn van de overheid en ook door de overheid onderhouden worden, of althans zouden moeten worden. De protestanten bezitten en onderhouden hun kerken zelf.
Of en hoeveel boeddhistische organisaties er in het buitenland erkend zijn als levensbeschouwelijke organisatie en staatssteun ontvangen, is onbekend.
Lees ook het interview met Edel Maex dat hij op 21 juli 2013 aan het BD gaf.
W. Van der Elst zegt
België erkent het boeddhisme? Ooit. We lezen al vele jaren deze verwachting. Verleden jaar hoopte men in januari dit jaar.
Een salaris voor de monniken? Wat moet een boeddhistische monnik met een salaris? Trouwens, heeft iemand wel een idee over hoeveel monniken we hier spreken? 4? 7?