Bijna twee jaar na het faillissement van de Rotterdamse uitgeverij van boeddhistische boeken Asoka, eind oktober 2012, heeft de Rotterdamse curator mr. O. de Witt Wijnen in dat faillissement- na ruim 161 uur in de afwikkeling gestoken te hebben, zijn werkzaamheden nog steeds niet kunnen afronden. In december dit jaar verwacht De Witt meer inzicht te hebben in de afwikkeling. Hij is nog steeds bezig met een onderzoek naar de juistheid van de administratie van de uitgeverij, die hij aantrof op het moment van het faillissement en onderzoekt of er sprake is van onbehoorlijk bestuur en/of paulianeus handelen.
Er is een geschil met de ING-bank over onder meer de verkoop van een voorraad boeken, zo’n 190.000 exemplaren, van de failliete uitgeverij Asoka aan de nieuwe uitgeverij Asoka, na de doorstart enkele weken na het faillissement. De bank claimt een pandrecht op de boekenvoorraad te hebben, tot meerdere zekerheid van haar vorderingen, in totaal ruim een kwart miljoen euro. Ook drukkerij Wilco claimt een eigendomsrecht ten aanzien van een gedeelte van de boekenvoorraad. De curator betwist dat eigendomsvoorbehoud van de drukker omdat op de boeken auteursrecht zou rusten.
De discussie met de ING bank over haar positie in het faillissement en in het verlengde daarvan over de verdeling van de verkoopopbrengst, loopt nog. De bank heeft te kennen gegeven niet in te stemmen met de overname van een deel van het door haar verstrekte krediet – ter grootte van 175.000 euro- door uitgeverij Milinda en/of Rob Lindeman, de eigenaar van Milinda, waardoor de vordering van de bank in het faillissement zou veranderen. Milinda en Lindeman hebben met de curator afgesproken dat –al of niet via een management vennootschap, zij dat bedrag voor hun rekening zullen nemen, waardoor de bankschuld met dat bedrag zal verminderen. De curator heeft met Lindeman c.s. afspraken gemaakt tot terugbetaling in termijnen van deze schuld aan de boedel(s). Tot zekerheid van de voldoening van de schuld heeft Rob Lindeman een tweetal zekerheden aan de curator verstrekt. ING voelt zich benadeeld en heeft aangekondigd de transacties aan te vechten.
Behalve de bank en de drukker hebben ook de fiscus -bijna twintigduizend euro- en de UWV, -bijna vijfduizend euro- en meer dan honderd crediteuren –onder wie auteurs- geld tegoed van het failliete Asoka. Na het faillissement is de curator, in het kader van de doorstart van de uitgeverij, met Milinda b.v., de nieuwe en enige eigenaar, tot overeenstemming gekomen om onder meer de uitgeversovereenkomsten met auteurs over te nemen.
Eind oktober 2012 werden door de Rotterdamse rechtbank niet alleen Asoka failliet verklaard, maar ook Uitgeverij Synthese B.V en Boeken uit Rotterdam B.V, waarmee de vennootschap een groep vormde. Bestuurder Rob Lindeman en manager Gerolf T’Hooft schetsten bij de curator het volgende beeld over de achtergronden van het faillissement. Asoka, Synthese en Boeken uit Rotterdam- nauw gelieerd, hebben ernstig te leiden gehad van de malaise in de boekenmarkt en daarop onvoldoende ingespeeld door te weinig naar de eigen bedrijfsvoering te kijken. Kostenreductie leverde onvoldoende resultaten op.
In een gesprek met het Boeddhistisch Dagblad zei Lindeman dat het faillissement van Asoka voor een belangrijk deel te wijten is aan het ontbreken van een zakelijke opstelling van de uitgever. Na de doorstart zal Asoka zich volgens Lindeman op een breder publiek richten. Uit een overzicht van het boekenfonds is die verbreding overigens niet merkbaar af te leiden.
Lindeman in het BD: ‘In de toekomst zullen we meer op de kostprijs letten, de efficiency verbeteren en voor een breder publiek in een grotere oplage boeken uitbrengen. Daardoor kunnen we ook prachtige boeken over het boeddhisme in een kleinere oplage blijven uitgeven. En ik zou het ook niet vreemd vinden als Nederlandse schrijvers, die bij ons een boek willen uitgeven, er zelf 250 exemplaren van afnemen. Zoveel vertrouwen moet je toch in je eigen kwaliteiten hebben en op die manier zijn onze productiekosten gedekt.’
Lindeman zegt, na het faillissement in het BD, dat niet alleen de onzakelijke houding van de uitgever tot het faillissement heeft geleid, maar ook het faillissement van boekengroothandel Selexyz en Libridis. ‘Dat heeft ons tussen de twintig en dertigduizend euro aan omzet gekost. Dat is voor een kleine uitgeverij als Asoka, met name voor Synthese, erg veel geld. Ook de teloorgang van de boekenmarkt, de investeringen in nieuwe media, kostten ons veel geld. En het bedrijf dat onze website beheert heeft een gigantische blunder gemaakt, zodat we 1,5 jaar voor onze klanten via het internet onbereikbaar waren. Dat scheelde ons veertig tot vijftigduizend aan omzet, een hele klap’.
Asoka-oud had al zeker drie jaar met rode cijfers te maken. In 2010 werd een verlies geleden van zo’n zesduizend euro. In 2011 was dat bedrag al opgelopen tot bijna 89.000 euro. En in 2012, tot de datum van het faillissement eind oktober, leed het bedrijf 57.000 euro verlies. Dat blijkt uit het faillissementsverslag van de curator. Uit de cijfers is ook te zien hoe de omzet van de uitgeverij de laatste drie jaar daalde. In 2010 draaide het bedrijf een omzet van zo’n 480.000 euro, in 2011 was die al gedaald tot 394.000 en in 2012 werd tot 1 november een omzet gedraaid van zo’n 299.000 euro. Dat jaar was qua omzet dus niet zo ongunstig voor Asoka-oud omdat nog drie maanden van verkoop en omzet resteerden. De verkoop van goodwill en boeken bracht de curator een opbrengst op van tegen de 66.000 euro. Daar is weinig tot niets van over omdat ook de fiscus, UWV en het hoge salaris van de curator daarvan betaald moeten worden.
De kans is groot dat een aantal schuldeisers van de failliete uitgeverij Asoka met een flinke kater en onbetaalde rekeningen blijft zitten. Slechts in vijf procent van de faillissementen zit er zoveel geld in een failliete boedel dat het lukt om de schuldeisers tevreden te stellen en hun rekeningen te voldoen. Dat is een economische wetmatigheid, zegt de curator.
Mocht de uitkomst van zijn onderzoek aantonen dat er in het faillissement van Asoka sprake is van slecht management, dan staat daar geen sanctie op. Het is al jaren de wens van vakbonden en werknemersorganisaties om de ‘vervuiler’, lees de eigenaar van een bedrijf, te laten opdraaien voor bewust slecht ondernemerschap.