In het vandaag in Boeddhistisch Dagblad gepubliceerde interview met Joop Romeijn praat hij met verslaggever Joop Hoek over de verhouding tussen leraar, leerling en organisatie en het volgens Romeijn ontbreken van collegiale toetsing.
‘Je ziet dat ook als een leraar in de fout gaat. (…) De problemen worden gebagatelliseerd of onzichtbaar gemaakt. Maar het probleem blijft, ethiek is niet van elastiek. Dus als een leraar zijn macht en positie misbruikt , zou het over en uit moeten zijn. (…) Een leraar wordt vaak door anderen op een voetstuk geplaatst, lijkt onfeilbaar. Hij heeft niemand naast zich die hem collegiaal op zijn gedrag toetst. Eigenlijk zou dat wel op een of andere manier nodig zijn, maar goed, dan gaan we alweer iets organiseren.’
Verschillende boeddhistische groepen in Nederland, zoals de Stichting Inzichts Meditatie (SIM) en de sangha Tegen de Stroom (TdsI) in, hanteren een ethische code waarin regels worden gesteld voor de omgang tussen leraren, organisatie en leerlingen. Bij deze groepen is de grondslag voor de richtlijnen de vijfvoudige gelofte die leken afleggen. Niet doden, geen seksueel wangedrag, juist spreken, niet nemen wat je niet gegeven wordt en het onthouden van het gebruik van bedwelmende middelen.
Onder ongewenst gedrag wordt door SIM in ieder geval verstaan: interne criminaliteit, fraude, agressie en geweld (ook verbaal), misbruik van positie en autoriteit, (seksuele) intimidatie, pesten en discriminatie.
Boeddhistische organisaties staan niet buiten de maatschappij. Zo wordt erkend dat er een relatie kan ontstaan tussen een leraar en leerling. In de ethische richtlijnen van SIM wordt genoemd: ‘Gezonde relaties zijn binnen de gemeenschap wel mogelijk, maar het vereist een zeer grote mate van zorg en aandacht. In dit geval zijn de volgende richtlijnen cruciaal:
‘Een seksuele relatie tussen leraar en leerling is nooit passend. Tijdens retraites of formeel onderricht is iedere toespeling op een toekomstige romantische of seksuele relatie ongepast.
Als zich in de loop van de tijd een gezonde en eerlijke relatie ontwikkelt tussen een leraar en een leerling dan dient de formele leraar-leerling relatie beëindigd te zijn voordat men verder gaat op het romantische pad. Zo’n relatie dient met uiterste zorgvuldigheid en terughoudendheid aangegaan te worden en in geen geval net na een retraite. Een minimale periode van drie maanden of langer na een formele lessituatie dient in acht te worden genomen. Er dient dan duidelijk begrip te zijn bij beide partijen dat de formele leraar-leerling relatie beëindigd is en er welbewust gekozen wordt voor een relatie waarin men als liefdespartners met elkaar wil omgaan.’
SIM heeft het instituut van een vertrouwenspersoon ingesteld. Uit de richtlijnen: ‘De vertrouwenspersoon heeft tot taak de eerste opvang te verzorgen van personen die menen slachtoffer te zijn van ongewenst gedrag van leraren of organisatoren van de SIM dan wel van personen die op enigerlei wijze in relatie staan tot de SIM. Een vertrouwenspersoon kan: adviseren, bemiddelen, ondersteunen bij het proces van indienen van een formele klacht, ondersteunen bij doen van aangifte en ondersteunen bij het zetten van de eerste stappen naar professionele slachtofferhulp.’
Zorgvuldigheid en vertrouwelijkheid zijn volgens SIM de belangrijkste kenmerken van een vertrouwenspersoon. Vertrouwenspersonen kennen de SIM wel, maar hebben volgens de stichting voldoende afstand om onafhankelijk en vertrouwelijk met de informatie om te kunnen gaan. De vertrouwenspersoon rapporteert aan een ethische commissie. Klagers kunnen zich ook rechtstreeks tot de commissie wenden. De commissie adviseert het bestuur over te nemen maatregelen.
Syl zegt
het valt me in gesprekken vaak op dat mensen denken dat boeddhisten een eigen reglement hebben dat buiten de wet staat. Hoe vaak ik niet heb uitgelegd dat we normaal binnen de wet van het land waarin we wonen vallen.
Ik mis het punt van intercollegiale toetsing.
Wellicht morgen?
Joop Hoek, redactie BD zegt
Je hebt gelijk, ook voor de beoefenaren van de leer van de Boeddha geldt natuurlijk de wet van het land. Maar ik vind het wel handig en juist getuigen van wijs inzicht in ons menselijk falen, dat organisaties eigen regels op stellen. Voel je vrij om iets over intercollegiale toetsing te schrijven. Wat bedoel je daar precies mee?
Frank Uyttebroeck zegt
Leraren en facilitators genieten soms een soort valse onschendbaarheid die voortkomt uit (sommige) tradities, adoratie en eigendunk. Het is nuttig en vaardig om zich als leraar of facilitator te onttrekken aan deze waan en zich openlijk te onderwerpen aan een ethische code.
Mooi om te zien dat de SIM de ethische code van ’tegen de stroom in’ vrijwel geheel en bijna letterlijk heeft overgenomen.
De ethische code van ’tegen de stroom in’ is dan weer een weerspiegeling van de code die bij de “Against the Stream Buddhist Meditation Society” wordt gehanteerd. En die is dan weer een vrij getrouwe kopie van de code opgesteld door Spirit Rock.
Hulde aan de SIM die nu ook de moed toont om zichzelf strenge ethische regels op te leggen en daar ook naar te handelen.
Laten we blijven nadenken, deze code voortdurend in vraag blijven stellen en verfijnen.
(zie ook: http://www.tegendestroomin.com/ethische-code/ )
Hans Gijsen zegt
De SIM heeft een ethisch drieluik samengesteld bestaande uit ethische richtlijnen; vertrouwenspersoon en ethische commissie. Centraal in dit drieluik staat de vertrouwenspersoon. Daar zit de maatschappelijke verbinding. Voetbalclubs, universiteiten, scholen, etc., kennen tegenwoordig het instituut vertrouwenspersoon.
De historie leert bovendien dat boeddhistische organisaties (uit alle tradities) en ook boeddhistsiche leraren over de schreef kunnen gaan.
Ethische richtlijnen zijn dan onvoldoende. Personen moeten onafhankelijke steun kunnen vinden. Dat kan bij een vertrouwenspersoon.
Lees meer over het ethisch drieluik:
http://www.simsara.nl/ethisch_drieluik
Frank Uyttebroeck zegt
@Hans Gijsen: volkomen eens met jouw uitleg.