We mochten niet praten in het gangetje waarin de cellen. De gedetineerden achter de deuren sloegen alles wat ze hoorden op, ook namen van degenen die passeerden als die werden genoemd. We wisten dat ze er waren in die cellen, doodstil.
Ik was met een groepje collega misdaadverslaggevers op werkbezoek in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught, een gevangenis in een gevangenis waaruit nog nooit iemand ontvlucht is. We waren gescreend en tot op het bot gefouilleerd alvorens we naar binnen mochten.
Als gespecialiseerde journalisten wilden we weten waarover we schreven. De ene keer bezochten we een opleidingsinstituut voor rechercheurs, of een politieacademie, spraken we met leden van arrestatieteams over hun werk en nu dus de EBI. Er verbleven onder meer moordenaars en mannen die opdracht hadden gegeven tot moorden. Voor ons bekende namen. Sommigen zaten er al heel lang.
De ruimte waarin de vluchtgevaarlijke en/of gewelddadige mannen verbleven was klein. Er was een kookgelegenheid kan ik me herinneren en overal tralies en hekwerk. Ook de luchtplaats was met tralies beveiligd om te voorkomen dat gedetineerden of mannen die hun proces afwachten met een helikopter zouden worden bevrijd. Er was zelfs geen vogel te zien of te horen.
Maar die doodstille gang met een aantal cellen maakte op mij de meeste indruk. Er heerste een handboeienregime, als een gedetineerde werd opgehaald stak hij zijn handen door een luikje en werd geboeid. Als er een potlood, pen of ander puntig voorwerp in de cel aanwezig was moest hij dat door hetzelfde luikje afgeven om te voorkomen dat hij een bewaarder zou gijzelen door dat voorwerp in zijn oor te steken.
Die dag hadden wij geen contact met gedetineerden, wel met bewaarders die om de paar maanden werden gewisseld om te voorkomen dat er een te intensief contact met de gedetineerden ontstond. En, denk ik, om te voorkomen dat je als bewaarder, niet helemaal mesjogge werd van die contacten met mensen die geen enkele hoop op een normaal leven meer mochten koesteren. Soms levenslang opgesloten zitten tussen beton, muren en tralies.
Het regime in de EBI is erg streng. Er zijn veel glazen wanden en op afstand bediende deuren. De gedetineerden hebben geen activiteiten buiten hun afdeling en worden slechts om enkele dwingende redenen, zoals het bijwonen van een rechtszitting of het ondergaan van een medische behandeling, naar elders getransporteerd. Fysiek contact met partner, kinderen of familie is niet toegestaan. Geen knuffel, geen omhelzing, niet je kind op schoot kunnen nemen. Er zijn gedetineerden die de omstandigheden onmenselijk noemen.
Ik begrijp dat de maatschappij beschermd moet worden tegen mensen die moorden of andere vreselijke dingen doen maar die omstandigheden in de EBI zijn ook onmenselijk. Een mens is meer dan zijn daad, zeggen boeddhistische geestelijke verzorgers. Maar de mannen die in de EBI verblijven kunnen dat nooit bewijzen, hun leven is doelloos, uitzichtloos, ze zijn opgeborgen, het lijkt op wraak, oog om oog, tand om tand, terwijl het dat natuurlijk niet is. Het is de machteloosheid van de maatschappij, het er niet op een andere wijze mee om te gaan, dat tot de oprichting van de EBI leidde.
Afgelopen dagen overdacht ik het schrijven van deze tekst. Ik wil ook geen criminaliteit goedpraten. Vanmorgen kreeg ik een persbericht van een dierenwelzijnsorganisatie op mijn bureau. EU-Parlement stemt met grote meerderheid voor verbod van kooien in de veehouderij, stond er boven. Het Europees Parlement heeft er vandaag bij de Europese Commissie op aangedrongen om voor 2027 een eind te maken aan het gebruik van kooien in de veehouderij. Het parlement reageerde hiermee op het Europees burgerinitiatief “Stop de kooien – End the Cage Age”, waarin 1,4 miljoen Europeanen deze oproep onderschreven. De resolutie werd met een overweldigende meerderheid aangenomen.
Joop Ha Hoek zegt
Alles komt voort uit de geest, Hans, ook de neiging tot het plegen van misdaad.