Vanmiddag dronk ik in een gelegenheid aan een plein twee bier met een man uit Venlo die één jaar jonger was dan ikzelf. Hij vond zelf dat hij er vitaler uitzag. Niet alleen omdat hij lang haar had.
Hij was tot zijn geestelijke instorting seizoenswerker geweest. Als schroothandelaar met een Duitse opa, als boerenknecht en als gezinshoofd met een vrouw die thuisbleef om op de kleine Maria te passen.
Deze vrouw kwam uit Blerick, een Venloos stadsdeel dat ik liefheb, als regelmatige patiënt en bezoeker van het VieCuri ziekenhuis.
De Blerickse vrouw en zijn dochter zag hij maar twee jaar. Wel had de bekende van kampers in Venray pasfoto’s van zijn drie kleinkinderen, gekregen van een broer.
Zijn gelukkigste jaren bracht hij door als familiehoofd vlakbij het voetbalstadion van Venlo. De voormalige schroothandelaar droomde van een oude dag aan die weg, maar hij woonde al achttien jaar psychiatrisch in Venray. Eens per maand bezoekt hij een zus in Venlo.
Hij kon niet lezen. Deze maandag wachtte hij in het café op een vriend die shag uit Duitsland kwam brengen. De analfabeet met een Duitse opa zei dat de mensen vroeger toleranter en vriendelijker waren. Ook op dat punt waren we het eens.
Zijn GGZ-diagnose kende ik van een vriend die ooit psychotisch uit een rijdende trein sprong. Ook hij was ooit gezinshoofd in Venlo met los-vast inkomsten. In Venray liep hij jaren in vrouwenkleren rond. De zoon van een schroothandelaar uit Venlo, die als kind zes duiven cadeau kreeg van een boer uit Venray, kende M. niet. De duiven raakte hij al na een dag kwijt omdat een zus de deur van de kooi open maakte.
Over politiek en religie hadden we het niet. Wel maakten we een vervolgafspraak.
Geef een reactie