Om mij heen zitten in een publieke ruimte vijf meiden aan een tafel in de leeftijd van ik schat tussen de twaalf en zestien jaar. Ze zeggen niets en beroeren met hun vingers het schermpje van een kastje. Heerlijk, die stilte. De oudste van de meisjes zit recht tegenover me. Ik verbeeld me dat ze mij strak met haar donkere ogen aankijkt- misschien omdat ik mijn kastje in de auto voor de deur achtergelaten heb en ik niet op een scherm staar. Dan ben je al gauw een uitzondering.
‘Mag ik jullie iets vragen, vraag ik. ‘Ik zie dat jullie alle vijf een kastje voor je hebben waar je met je vingers op tikt. Waarom doen jullie dat?
De naar schatting jongste zegt: ‘Meneer dat zijn telefoons waar we op kijken’. ‘Is dat leuk en nuttig, vraag ik. ‘Eigenlijk niet,’ zegt het meisje. ‘Waarom doen jullie het dan’, vraag ik. Gegiechel is het antwoord. ‘Zijn jullie misschien verslaafd?’ Ze horen de vraag niet eens, zo verdiept zijn ze in hun kastjes.
Eenmaal terug in de auto zie ik dat ik vijf mailberichten in mijn kastje heb staan. Van en voor het BD, dat wel. Privé hou ik niet van kastjes.
Moedig voorwaarts!