Jan-Paul Kool was in 1979 mede-oprichter van het bekende Amsterdamse Maitreya Instituut en heeft tot begin 2011 voor het instituut gewerkt. Susanne Francissen sprak met hem over zijn ervaringen. Vandaag deel één, morgen deel twee en slot.
Susanne: Je werkzame leven bij het Maitreya Instituut nadert zijn einde, kun je vertellen hoe het is begonnen?
Mijn eerste contact met het boeddhisme was in 1977. Ik was net zo’n beetje opgehouden met mijn werk als agent van een Italiaans modehuis, wat ik sinds mijn 19e jaar gedurende tien jaar had gedaan. Bij een bezoek aan een vegetarisch restaurantje in het Theosofisch Centrum in Naarden zag ik daar een poster hangen van een meditatiecursus, die daar door een monnik korte tijd later gegeven zou worden. Ik werd aangetrokken door het woord meditatie en wist niet eens dat ik bij het Tibetaans boeddhisme terecht kwam. Het was de eerste 14-daagse Lam Rim cursus die ik volgde.
De naam Maitreya Instituut bestond nog niet. Paula de Wijs organiseerde voor de tweede keer de cursus die werd gegeven door de eerwaarde Marcel Bertels, een Nederlandse monnik. Het was helemaal fantastisch dat je toen zomaar les kon krijgen in het Nederlands, rechtstreeks van iemand die daar al veel van wist. De meditaties werden begeleid door Dieter Kratzer, een Duitse monnik.
Ik heb toen bijzondere ervaringen gehad, waarin ik veel geleerd heb, vage vermoedens vastere vorm kregen en waarin meditaties iets teweeg brachten, waarvan ik dacht: “Hé, kan dat ook zonder een stickie?,” Ik vond het allemaal heel boeiend en interessant en kreeg een gevoel van “thuiskomen”, alsof karma en reïncarnatie heel natuurlijk waren en de puzzelstukjes op zijn plaats vielen. Aan het einde van de cursus liep ik met Marcel door het bos en ik vroeg hem, omdat het toen allemaal nieuw was in het Westen, of ik misschien ergens mee zou kunnen helpen bij de organisatie? Ik had sterk het gevoel dat de dingen die ik had geleerd zo waardevol waren dat ik die graag met veel mensen zou willen delen. Hij reageerde daar positief op en vertelde me ook waar hij zijn kennis vandaan had. Dat bleek Lama Yeshe te zijn en die zou een paar weken later les gaan geven in Engeland.
Toen ben ik gelijk naar Engeland vertrokken en daar heb ik Lama Yeshe voor het eerst ontmoet. Ik heb daar allerlei lessen van hem gevolgd en ook mijn eerste initiatie van hem ontvangen. Lama Yeshe maakte een enorme indruk op me, ik vond hem geweldig. Hij gaf les in een zeer gebrekkig “hippie Engels” aan een groep van ruim 200 mensen en was in staat om me diep in mijn hart te raken. Hij was vol energie en wist in een paar woorden zijn diepe inzicht van de westerse geest te vergelijken met de eeuwenoude leringen van de Boeddha, terwijl hij daarnaast zorgde dat we als leerlingen om onszelf konden lachen. Ik had nog nooit iets gehoord over Goeroe devotie maar voelde dat hij als leraar bij mij paste.
Toen ik na een paar weken weer terugkwam in Nederland hoorde ik van Paula, dat Zijne Heiligheid de 16e Karmapa, het hoofd van de Kagyu school, naar Nederland zou komen en dat hij op diverse locaties, verschillende Zwarte Kroon ceremonies zou geven. Geen idee wat dat was. Dat zou o.a. in Hantum plaatsvinden in een oude toren. Er was daar een klein centrum met een Kagyu lama: Lama Gawang en daar zou ook de Karmapa komen om die zwarte hoed ceremonie te doen. Afijn, ze hadden daar mensen nodig om te helpen met de voorbereidingen en ik zat daar meteen in het kantoortje terwijl iedereen uitvloog om van alles te organiseren, om het fort te bewaken, informatie te geven en allerlei dingen te regelen. Dat duurde alles bij elkaar een week of drie en aan het eind van het bezoek moesten alle vrijwilligers even bij de Karmapa komen, voordat hij wegging en hij zei dat ik daar in het centrum moest komen helpen. En hoewel ik tijdens een zwarte kroon ceremonie de Karmapa onder zijn hoed in geel licht zag oplossen, zei ik tegen hem: “Het spijt me, maar ik hoor bij Lama Yeshe en ik ga binnenkort naar India, zegen mijn reis maar daarheen.” Dat accepteerde hij met een glimlach.
India
Dus vrij snel daarna ben ik, samen met mijn toenmalige vriendin, met wie ik ook de zomer Lam Rim cursus had gedaan, naar India vertrokken en daar heb ik voor het eerst Zijne Heiligheid de Dalai Lama ontmoet in een groepsaudiëntie. Ik heb hem een pakje wierook en een katha aangeboden, zijn hand geschud en oog in oog met hem gestaan en een paar woorden gewisseld. Dat kon toen allemaal heel gemakkelijk. Er waren ook veel Tibetanen, die uit Tibet waren gevlucht en bij hem langskwamen. Wij sloten gewoon aan in de rij met hen. Dat was super. Daarna zijn we ook nog naar Nepal geweest om het Kopan klooster te bezoeken en daarna heb ik thuis getracht wat te mediteren.
De volgende lente ontmoette ik Margot (1), mijn huidige echtgenote. Na een paar maanden zei ik haar, ondanks dat de liefde best toesloeg, dat ik binnenkort weer naar Lama Yeshe zou gaan in Engeland. Zij was zelf ook reuze geïnteresseerd. Maar ze werkte bij de NOS en ik dacht we zien wel verder na Engeland. Via een vriend begreep ik dat ze graag mee zou willen. Ze had het daar niet met mij over gehad. Dus ik zei dat dat geen probleem was. Ze heeft toen vakantie genomen en is meegegaan. We hebben eerst samen les gevolgd, een Lam Rim van Song Rinpochee, vertaald door Lama Zopa Rinpochee. Ik maakte ook veel foto’s hier en daar en ik kon daardoor gemakkelijk overal binnenlopen.
Er was daarna een pauze van enkele dagen, waarin Margot en ik met mijn oude volkswagentje naar het Noorden zijn gereden. We zijn even bij Samye Ling op bezoek gegaan, bij Akong Rinpochee, het is een groot Kagyu centrum waar we van gehoord hadden omdat Trungpa Rinpochee daar was begonnen in het Westen, ergens in Noord-Engeland iets boven het lake district. We kwamen onderweg langs het plaatsje Gretna Green, dat was een plaats waarvan we hadden gehoord dat je daar gemakkelijk kon trouwen. Dat bracht ons op het idee om te proberen op de terugreis naar het Dharmacentrum te trouwen. Maar omdat het uiteindelijk toch minstens twee weken zou duren voordat het papierwerk klaar zou zijn, ging dat niet door.
Huwelijk
Bij het tweede deel van de lessen kwam Lama Yeshe erbij en gingen we verder met het volgen van de lessen. Maar het idee van trouwen liet ons toch niet los en we informeerden of we misschien boeddhistisch konden trouwen. We wisten niet eens of dat kon. Lama Yeshe bleek daar bij navraag ook niet zo enthousiast over te zijn, want hij had wel eens een paar stellen getrouwd, maar die huwelijken hadden niet lang stand gehouden of zoiets. Ik vond Lama Yeshe helemaal te gek en als we de kans zouden hebben door hem in de echt verbonden te worden, zou dat toch wel fantastisch zijn. Toen gaf Peter Kedge mij een tip. Hij zei: “Dan ga je toch gewoon naar Zijne Heiligheid Song Rinpochee toe, want dat is de leraar van Lama Yeshe, als die nou zegt dat het goed is dan moet hij het gewoon doen.” Dus vroegen we Song Rinpochee om een MO of het goed zou zijn als Lama Yeshe ons zou trouwen en dat pakte goed uit. Aan het eind van de cursus zijn we tijdens een Goeroe Puja uiteindelijk getrouwd door Lama Yeshe ten overstaan van zo’n 250 studenten. Dat hebben we met een klein feestje met taart en thee gevierd.
Meditatie in grotten
Terug in Nederland, zijn we een paar maanden later, voor de wet getrouwd en daarna zijn we op huwelijksreis gegaan naar India. Eerst op bezoek bij Z.H. de Dalai Lama, een prive-audientie van een half uur. Dat was echt helemaal super. Daarna zijn we eerst een paar maanden gaan mediteren in de grotten van Rewalsar of Tso Pema [in Noord India]. Het zijn de grotten bij een beroemd meertje waarvan gezegd wordt dat Goeroe Rinpochee daar ooit met zijn consorts verbleef en daar op dat meertje op een lotus ronddreef. Afijn, wij zaten daar in de grotten waar Lama Wang Dor als voornaamste monnik resideerde. Lama Gawang uit Nederland, had ons het adres gegeven van de grotten omdat hij er zelf ook jarenlang gemediteerd had. We hebben een tijdje in zijn voormalige grot gezeten. Het was een bijzondere ervaring. De prachtige natuur, de stilte en het simpele leven met een flinke dosis Tibetaans boeddhisme. Meestal zaten we alleen in onze grot, deden een retraite van een paar weken, gingen regelmatig buurten bij Lama Wang Dor, die alleen Tibetaans sprak. Lena, een Amerikaanse, die al jaren in een van de grotten verbleef, vertaalde soms wat voor ons en hielp ons met het leven in de grot. Soms kwam er een andere Westerling om een retraite in een van de grotten te doen, dus we hadden af en toe wel wat contact. Er kwamen ook wel eens toeristen langslopen om te kijken naar een voetafdruk van Goeroe Rinpochee die daar door hem in een rots zou zijn gemaakt, vlakbij onze grot. En er was ook een enorm beeld van hem in een verborgen grot.
Toen we terugkwamen uit India – we hadden ook nog andere gebieden en kloosters bezocht – voeren we op de Amstel op de boot van een vriend, langs de woonboot van Paula. We zagen en begroetten elkaar. En Paula riep: “Lama Yeshe en Lama Zopa komen naar Nederland. Komen jullie helpen?” Natuurlijk kwamen wij helpen bij de voorbereiding van dat bezoek! Het jaar daarvoor had Paula Lama Yeshe gevraagd om een naam voor een centrum in Nederland. Toen hebben we de naam Maitreya Instituut gekregen. We zijn toen aan de slag gegaan met de adviezen van Lama Yeshe. Lama stelde voor dat we een blad zouden uitgeven. Dat is het Maitreya Magazine geworden, waar de programma’s in stonden en ook kleine stukjes Dharma om zo te proberen mensen te bereiken.
Tot dan toe had Paula alleen een aantal Lam Rim zomercursussen georganiseerd. En nu gingen we dus wat meer dingen doen. Zoals het uitnodigen van gevorderde studenten als leraar. Die kwamen vaak uit Engeland. Dan organiseerden we weekend cursussen in het theosofisch centrum in Naarden. We regelden alles samen met zijn drieën en aan het einde van dat jaar is officieel in 1979 de Stichting Maitreya Instituut opgericht. Met Paula als voorzitter, Margot als secretaris en ik als penningmeester. Dat hebben we eigenlijk in die combinatie 14 jaar volgehouden.
Villa in Bruchem
Na de eerste 3 jaar in het Theosofisch Centrum cursussen te hebben georganiseerd, hadden we op een gegeven moment toch zoveel studenten gekregen, dat we een mooi pand gehuurd hebben in Bruchem, vlak bij Zaltbommel [1982]. Het was een heel grote villa en daar zaten ook vier mensen in die wij eigenlijk bij de huur ‘overnamen’. Daar moesten wij dan een beetje voor zorgen. Dat waren mensen met een geestelijke en lichamelijke handicap. Zij betaalden een aardige huur, zo’n 1000 gulden per persoon per maand. En wij zorgden dan voor ze en samen met de familie Baas en Slob en andere studenten die daar woonden en huur betaalden, konden we op die basis het centrum draaiende houden. Er was ook een garage bij, die hebben we verbouwd tot meditatie ruimte, tot gompa. Daar is les gegeven door Lama Yeshe en Lama Zopa Rinpochee. Daar is ook het onderwijs gegeven waar nu net het boek ‘Universele Liefde’ van uitgekomen is, dat mede daarop gebaseerd is. Daar hebben we drie jaar gezeten in Bruchem. In die tijd hebben ook Gelekh Rinpochee, Sogyal Rinpochee, Geshe Legden en Namkhai Norbu Rinpochee les gegeven in Bruchem.’