Ik schaar me achter Zeshin die vindt dat religie neerkomt op het kenbaar maken van het mystieke, dat wat verborgen lijkt te zijn. Wie goed naar de natuur kijkt die ziet dat wat verborgen lijkt zich gewoon kenbaar maakt. Zo kom ik wel eens een inktvis tegen als ik in zee zwem. Met haar 8 armen laat ze zien wat Avalokitesvara met 1000 armen aan Zeshin laat zien. Ik geloof dat het de filosoof / bioloog Aristoteles was die zei dat in het oog van een vlieg de hele wereld zichtbaar is. Aandachtig waarnemen is religie: verbinding zien in wat gescheiden lijkt. Precies dat is wat natuurvorsers doen: aandachtig waarnemen.
Anno 2017 is het voor biologen gesneden koek: alles is met alles verbonden. De boeddhistische grondbegrippen niet-zelf (anatta), veranderlijkheid (anicca) en pijnlijk conflict (dukkha) zijn door de biologie en andere life sciences gedetailleerd in kaart gebracht en voor de geïnteresseerde VWO scholier te begrijpen. De boeddhistische traditie heeft wat dat betreft niets toe te voegen aan wat we zonder die traditie al weten. Zoals Zeshin al stelde, boeddhisme is geen godsdienst maar een manier om in wat gescheiden lijkt verbinding te zien. Natuurvorsers staan niet alleen paf over de verbinding die ze zien, ze zijn er niet zelden verrukt over en net als de mysticus met stomheid geslagen.
Wat de boeddhistische traditie *wel* toevoegt zijn methodes voor introspectie. Hoogst individueel navelstaren (en ik bedoel dat uitdrukkelijk niet spottend of negatief) om erachter te komen dat aan de navel een streng zit die je met alles verbindt. Religie komt in vele vormen. Aanschouwen van de inktvis is er een, aanschouwen van Avalokitesvara is er ook een. Allebei levend inzicht dat niet vaststaat maar zich verdiept, verandert en groeit.
Piet Nusteleijn zegt
Een wel hele mooie definitie: religie is een manier om in wat gescheiden lijkt te zijn verbinding te zien. Deze bewaren we. Met dank en groet.