Hoofdredacteur J.H. van het Boeddhistisch Dagblad is vanmiddag gearresteerd. De Kloosterbunker is door de politie doorzocht. De arrestatie en zoeking vonden plaats op verzoek van de openbare aanklager (OvJ) mr. R. Hogendoorn. H. wordt beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie, artikel 140 WvS. De verdachte is overgebracht naar het gebouw van het landelijk parket in Rotterdam (Kloosterstad). Hij wordt daar door de rechter-commissaris (RC) gehoord.
RC: Ik leg u het volgende voor. De OvJ noemt het ‘Boeddhistisch Dagblad’ (BD) gevaarlijk, met name vanwege de gemakzucht en onkunde van ‘hoofdredacteur’ J.H. (70). Te weinig lezers realiseren zich dat H. deze ‘krant’ helemaal alleen, volgens de methode knip-en-plak, in elkaar zet. H. noemt zichzelf steevast ‘Chef’, maar hij is de ‘baas’ van een imaginaire ‘redactie’ in een imaginair ‘redactielokaal’ in een imaginaire ‘kloosterbunker’—zijn flat in Ommoord. BD is een handelsnaam van zijn eenmanszaak Hoek & Hoek.
Verdachte: Het BD is een collectief van schrijvers, kunstenaars, columnisten, cartoonisten en zo meer. Aan de hand van het door hen geleverde materiaal stel ik, als eerstverantwoordelijke, dagelijks een editie van het BD samen. Ook worden er nieuwsberichten gemaakt op basis van door organisaties en anderen aangeleverde informatie en informatie van derden. Zoals alle kranten werken. Ik heb dagelijks contacten met medewerkers over aan te leveren teksten en beeldmateriaal. Er is druk mailverkeer en via de telefoon.
RC: De OvJ beweert dat u zich Chef noemt. Is dat niet verdacht?
Verdachte: Ik moest vreselijk lachen toen ik dat op de site van het Nederlands Boeddhisten Netwerk las. Het leek net geleuter van een groepje Amsterdammers, die ik overigens hoogacht, in een koffiehuis. Ze zaten een beetje te ouwehoeren, zo leek het wel. Onbenulligheden werden als belangrijke feiten geëtaleerd. Alle lezers van het BD weten dat Chef een nickname is voor een personage in mijn columns. Chef woont en werkt in de Kloosterbunker in Bunkerstad en maakt daar allerlei avonturen mee.. Dus het was kicken toen ik las hoe de openbare aanklager Hogendoorn dat zo verwoordde. Dat heeft hij nodig, die gewichtigdoenerij.
Edelachtbare, mijn toenmalige partner noemde mij Beertje. De huidige noemt mij meneer H. en mijn kinderen noemen mij Joop. Een collega noemt mij vader, maar ik ben helemaal zijn vader niet. En Chef bespreekt in het BD in zijn columns de waan van de dag. Ik voel me geen baas, meer de beheerder van een krantenruimte waar plaats is voor velen. De medewerkers bepalen het ritme, de identiteit van de krant. Ik bewaak die op basis van het redactiestatuut.
RC: Hoe zit het nu met Hoek & Hoek?
Verdachte: Er was een tijd dat een andere H. bij de firma zou komen, maar dat is niet gebeurd. Er zijn al jaren plannen om een stichting BD op te richten. Maar we willen niet commercieel worden, geen geld verdienen aan dit product. Het moet niet te gewichtig worden. De krant wordt door ons allemaal belangeloos gemaakt. In het boeddhisme heet dat dana, edelachtbare. Wij geven met een goede intentie zonder daar iets voor terug te willen hebben. Een paar weken geleden, tijdens het uitgeefoverleg, stond het oprichten van de stichting opnieuw op de agenda. En ik heb daar afgelopen week nog een gesprek over gevoerd. Er is een concept acte dus ik hoop binnen een paar weken bij de notaris te zitten.
RC: De OvJ zegt: Gewezen rechtbankverslaggever Hoek komt voor zijn ‘werk’ zelden achter het bureau in zijn flat vandaan, en verricht zelf geen journalistiek onderzoek. Hij knipt en plakt, meer niet.
Verdachte: Hieruit blijkt dat de OvJ geen kaas gegeten heeft van het journalistieke metier. Ik ben nooit rechtbankverslaggever geweest, dat zweer ik op het graf van mijn moeder. Ik was tientallen jaren onderzoeksjournalist. Door autoriteiten en de vakbond voor journalisten is de term politieverslaggever bedacht en de politieperskaart ingevoerd. Die gaf toegang tot door de politie afgezette terreinen. In die jaren heb ik veel zaken onderzocht en daarover gepubliceerd. Anders dan de OvJ, die pas op onderzoek uitgaat als hem zaken ter ore komen. Dat is een kwestie van uitdiepen, ze wat groter maken. Ik speurde die zaken zelf op, met anderen in mijn team.
Elk jaar krijgt mijn auto een grote beurt, ik kan u de nota’s van de garage laten zien, dus ik rijd nog heel wat af voor de krant. Dat ik zelf geen onderzoek verricht is een leugen van de OvJ, en niet de eerste. Maar we zijn geen detectivebureau of inquisiteur en halen ook geen oude koeien uit de sloot.
RC: Zoals?
Verdachte: Een week geleden publiceerde het dagblad Trouw een artikel over het grote zwijgen in het boeddhisme, waarin de OvJ als deskundige werd opgevoerd. Het ging over misbruikzaken. Ik heb het verhaal met aandacht gelezen maar vond er geen nieuwe, openbare, actuele elementen in. De OvJ, hier opgevoerd als onderzoeksjournalist gespecialiseerd in Nederlands boeddhisme, is al een tijdlang bezig het misbruik zoveel mogelijk te documenteren met getuigenverklaringen. Inmiddels heeft hij informatie van vijftig (al dan niet vermeende) misbruikslachtoffers verzameld. Er zou sprake zijn van zestien plegers, allemaal geestelijk leiders van boeddhistische gemeenschappen, van wie er ten minste vijf jarenlang hun gang konden gaan, schrijft Trouw. Ik vraag mij af: wie zijn die daders. De aanklager maakt nu alle boeddhistische leraren verdacht, door zijn gegoochel met aantallen. Noem man en paard, maak je niet groter dan je bent. Dat is niet journalistiek. Zwijg of publiceer.
RC: De OvJ zegt: Met name H ‘werk’ op het vlak van seksueel misbruik brengt veel schade toe. Het BD faciliteert stelselmatig plegers en hun omgeving, en legt de verantwoordelijkheid voor misbruik stelselmatig bij slachtoffers. Voor het reactiebeleid geldt hetzelfde: wie het voor plegers opneemt, krijgt alle ruimte. Degenen die hier doorheen kijken, worden gecensureerd of geblokkeerd. In de praktijk is boeddhisme voor H. een religie voor plegers, niet voor slachtoffers. Het BD-speelvlak helt, in het voordeel van plegers.
Verdachte: Als uitgever en als hoofdredacteur en als journalist en als mens veroordeel ik alle vormen van misbruik en de schade die daaruit voortvloeit. Daar vecht ik mijn hele leven al tegen. Waar het om misbruik door boeddhistische leraren gaat pleit ik voor een levenslang beroepsverbod en als dat mogelijk is voor strafvervolging. Als krant maken we melding van misbruikgevallen en praten ook met slachtoffers. Dat deden we ook in de zaak Mettavihari en Tydeman. Dus die kritiek verwerp ik. Er zijn columnisten die anders over de schuldvraag denken. Die mening mogen ze bij ons binnen grenzen van fatsoen en boeddhistisch inzicht ventileren, maar ons standpunt is: handen af van sangha leden. Als ik de OvJ zo bezig hoor, ik ken hem niet persoonlijk, denk ik: Waarom ga je niet in organisaties zitten om van binnenuit verrot bouwwerk te hervormen. Maar hij gedraagt zich als een grootinquisiteur.
RC: Eerder weigerde H. als redacteur van het ‘Kwartaalblad Boeddhisme’ en ‘Vorm & Leegte’ onderzoek in te stellen naar de misdragingen van zijn sanghagenoot ‘Lama Kelsang Chöpel’ (Gerhard Mattioli). H. was in de gelegenheid erger te voorkomen, en liet dit na, zegt de OvJ.
Verdachte: Dat is ook weer een oude koe. Dat verwijt maakte de OvJ al eerder. Lang geleden al ontmoette ik Mattioli twee of drie keer tijdens sangha-bijeenkomsten en éen keer zag ik hem in Engeland. We groetten elkaar maar hadden inhoudelijk geen contact. Hij was ook geen echt sanghalid, kwam af en toe binnen vallen. Dat zorgde voor onrust. Ik wist niks van hem, toen niet en later niet. De OvJ weet dat maar dat komt niet in zijn straatje van pas. Een keer is in een redactieoverleg bij het magazine over Mattioli gesproken. Ik geloof dat toen een ander redactielid naar Middelburg is afgereisd om met die man te praten. Hoe zit het eigenlijk met die zestien plegers waar Trouw het over heeft? Zijn die door de OvJ gewaarschuwd en vindt er een onderzoek naar hun daden plaats? Wat doet hij met die informatie?
RC: onlangs vroeg u BD-lezers de vrouwen die onlangs een stille manifestatie tegen Sogyal hielden, bij u aan te melden. H. wist op dat moment al dat deze vrouwen reeds contact hadden gezocht met een andere journalist—de OvJ namelijk. Toch vond u het gepast derden te vragen deze vrouwen bij u aan te geven. Niet duidelijk is of Sogyals organisatie Rigpa daarop misschien bij Hoek heeft aangedrongen.
Verdachte: De OvJ is een meester in het suggereren en zaken zo te schikken dat ze een logisch geheel lijken te vormen. Rigpa noch een ander heeft mij gevraagd om achter de identiteit van die vrouwen te komen. Als ze dat wel hadden gedaan had ik dat geweigerd. Ik wil wel weten wie daar op 16 november stonden en wie die demonstratie had georganiseerd. De OvJ liet pas na dat bericht in het BD weten dat hij contact heeft met die vrouwen. Ik kan dat niet controleren en zie hem ook niet als betrouwbare bron. Hij wil over dat contact ook niets kwijt, liet hij weten.
RC: We zijn klaar met het verhoor. U mag weer terug naar de Kloosterbunker.
bart zegt
Het is zoals Zeshin schreef een soap.
Ujukarin zegt
Ach, zolang als dit soort ‘OvJ’ tiepjes ook de rol van onderzoeker, rechter en gevangenisbewaarder spelen – allen zelfbenoemd – zou ik ze vooral niet serieus nemen. (De feiten die soms verscholen zitten tussen alle opgeklopte taal wel, maar die feiten zou je betere rapporteurs toewensen ;-)
Gelukkig doet de BD-redactie wél moeite leugens, laster, harde woorden en onzin te weren dus ga gewoon zo door!
With folded palms,
Joop Ha Hoek zegt
Chef houdt van deze OvJ. Nooit komen uitingen van haat in deze wereld tot rust door haat, maar door niet te haten komen ze tot rust, dat is een eeuwige wet. De OvJ is welkom voor een kopje genmai thee in de Kloosterbunker, in Bunkerstad.
Ujukarin zegt
Ja hoor bij mij is ie ook welkom, net als z’n rechterhand annex sidekick die gisteren je zo mooi attendeerde op de probleempjes met de website.
With folded palms,