Chef was donderdagavond in het Italiaans restaurantje in Bunkerstad waar hij al tientallen jaren regelmatig eet. Noem hem maar een veteraan. Hij is een oudgediende te midden van andere oudgedienden die het restaurant van Franco frequenteren. Bij mekaar toch gauw een paar duizend jaar gastenverblijf door de jaren heen.
Voor het mondaine hoef je niet naar Franco. Zijn zaak is gevestigd in een oud soort woonhuis, met links en rechts wat tafeltjes. Je kijkt zo de keuken in- niet omdat dat modern is, maar omdat er geen schot tussen de zaak en de keuken staat. In al die tientallen jaren heeft Franco een keer het interieur gewijzigd. De netten met lege chiantiflessen verdwenen van het plafond en er werden wat schilderijtjes aan de muren gehangen. En de muren kregen een likje verf. Daar konden de klanten wel mee leven. De wijzigingen waren niet schokkend.
Franco doet de keuken en soms de bediening. Soms, als het erg druk is, assisteert Joke, die eigenlijk Els heet. Ze kust de trouwe klanten bij binnenkomst, dus iedereen. Donderdagavond was Franco er niet. Een jonge vrouw nam de bestelling op. Chef zei tegen zijn tafelgenoot dat de zaak misschien verkocht was en overgenomen door vreemden. Zo terloops vroeg hij aan de jonge vrouw ‘of Franco er niet was’. Hij heeft een avond vrij, zei zijn dochter. Allemachtig, wat had Franco de Chef laten schrikken. Franco leeft in leeftijd mee met zijn klanten, is ook niet een van de jongsten meer. Ongeveer twee jaar geleden zei hij in een volle zaak- dus ongeveer dertig klanten, dat hij er op ‘een gegeven moment mee zou stoppen’. De armen met de vorken, lepels en messen en de monden van de klanten vielen stil. De klanten werden zich bewust van eindigheid, hoe naar.
Dus donderdagavond toch weer die vrees dat Franco inderdaad zijn woorden waarmaakte. Chef bedacht zich ineens: hoe komt het toch dat hij hier al meer dan veertig jaar een hapje eet. En zijn kinderen en de moeder van zijn kinderen en zijn huidige partner ook. Je kunt hier jezelf zijn, hoef je niet in het net te steken om aan tafel te gaan, zei een vrouw die naast Chef zat met overtuiging. Ja, het gaat niet alleen om de kwaliteit van het eten- al is die voortreffelijk. Of de lage bijna nooit aangepaste prijzen. Of het gratis stokbrood met heerlijke kruidenboter. Bij Franco staan de liefde en geborgenheid voorop, je mag er jezelf zijn. Franco kent zijn gasten door en door. Troost ze als dat nodig is- en de klanten hem. Jouw vader is niet te vervangen, zei Chef tegen de dochter van de baas. Ze ontkende het niet.
Sjoerd zegt
Mooi, familie!