Het stond vorige week met chocoladeletterkoppen in de krant. Mark Rutte, de premier van Nederland, zegt Sorry. Nee, geen ‘het spijt me’, deze politicus werkt mee aan de teloorgang van onze prachtige Nederlandse taal. Heeft de premier iemand gemept, aangereden, beledigd, verbaal aangerand? Atoomraketten gelanceerd? Zijn hond een schop gegeven?
Nee, hij heeft enkele verkiezingsbeloften van vier jaar geleden niet waargemaakt. Hij verscheen in de verschillende tv-shows om het uit te leggen. Hoe verplaats ik de gebakken lucht show. En vertelde dat hij deze zomer had nagedacht over zijn rol als lijsttrekker bij de volgende verkiezingen in maart volgend jaar. Toen werd hem ook zijn falen duidelijk, zei hij met droge ogen. Het is ongewoon dat een politicus ‘het spijt me’ zegt. Vrijwel alle politici breken hun woord en maken nooit verontschuldigingen. De kiezers weten niet beter. Het Binnenhof is net De Efteling, ze vertellen er sprookjes.
De tijd van grote staatslieden, zoals Willem Drees, is voorgoed voorbij. Rutte toonde geen berouw, zei alleen ‘het spijt me’ (sorry). Ons alfabet telt 26 letters. Je kunt er van alles mee uitdrukken. Ook onzin.