Vandaag zijn ambtenaren- bijgestaan door politie en slopers, in het Franse Calais begonnen de daar huizende vluchtelingen, die de oversteek naar Engeland willen wagen door in vrachtwagens te kruipen, te vragen hun kamp, De Jungle geheten, vrijwillig te verlaten en in op het terrein staande containers te gaan wonen. Of helemaal te verkassen en elders in Frankrijk onderdak te zoeken en asiel aan te vragen. De ontruiming van deze door godverlaten mensonwaardige modderpoel kan wel een maand duren. De regering is er alles aan gelegen de ontruiming zo vriendelijk mogelijk te laten plaatsvinden.
Chef hoorde in zijn auto van de ontruiming-die-wel-een-maand-kan-duren. Nou, dan ging het in Woensdrecht toch wel een stuk sneller, vertelde hij ons in de Kloosterbunker. Chef was in het midden van de jaren tachtig, toen het kabinet een besluit moest nemen over het plaatsen van kuisraketten met een atoomlading, verantwoordelijk voor de verslaggeving over de Vredesactiekampen in het West-Brabantse Woensdrecht voor een groot aantal kranten. Hij was de eerste man, zogezegd. Zijn missie duurde tegen de vier jaar en toen werd besloten om die raketten niet te plaatsen. Het besluit kwam voor Chef net op tijd want ze konden hem geestelijk uitwringen.
Hoe kwam dat toch, Chef, vroegen wij.
Hij vertelde dat vrijwel vanaf het moment dat het kabinet bekendmaakte te overwegen die kruisraketten te plaatsen er een stevig verzet op gang kwam. Honderdduizenden demonstreerden tegen het voorgenomen besluit en rond de vliegbasis Woensdrecht, waar die raketten geplaatst zouden worden verrezen Vredesactiekampen (VAK). In eerste instantie wees de gemeente een terrein aan aan de vredesactivisten- meest jonge kranige gemotiveerde mannen en vrouwen, aan de Middenweg. Daar stond een grote tent waarin werd vergaderd en plannen gesmeed om het de militairen, politici en politie zo moeilijk mogelijk te maken. Chef was daar bij aanwezig. Toen na een jaartje de burgemeester met vakantie ging liet een wethouder het officiële VAK ontruimen en trokken de activisten noodgedwongen de bossen in rond de basis. Al die kampen hadden een naam -Bunker VAK- Vrouwen VAK- maar ze waren zo illegaal als de pest.
Regelmatig werden ze ontruimd door de politie- ook in de winter als het sneeuwde en koud was. En steeds weer werden de kampen opnieuw opgebouwd van hout en plastic als de politie de hielen had gelicht. De meeste actievoerders woonden en sliepen ook in die onderkomens. Chef is bij veel van die ontruimingen geweest en zag hoe de politieagenten steeds meer moeite hadden om de illegale bouwsels te slopen. Na jaren waren die agenten en actievoerders geen onbekenden meer voor elkaar. En van de Hermandad hoefden die kruisraketten ook niet.
Chef is journalist en hoort als journalist geen partij in de nieuwsberichtgeving te trekken. Zijn sympathie lag bij de actievoerders maar hij had ook te maken met politie, marechaussee, militairen en politici. Vier jaar lang moest hij zich plooien in die onnatuurlijke situatie dat als hij kennis had van een voorgenomen ontruiming van een VAK, hij dat niet kon laten weten aan de actievoerders vanwege zijn onpartijdigheid. En andersom- als hij kennis had dat actievoerders een op de luchtmachtbasis gestationeerde straaljager om zeep wilden helpen. Waarnemen is niet altijd een makkie, zeker niet als je tussen verschillende vuren zit. Na vier jaar VAK’s keerde Chef weer terug naar de wereld van de georganiseerde misdaad, om vanuit die riolen verslag te doen. Hij vond het een verademing.
Sjoerd zegt
Niet iedere ‘Calais-huizer’ is een vluchteling,
niet iedere vluchteling huist in Calais.
of zijn wij allemaal vluchtelingen
nergens een vaste plek
zelfs de graven zijn eeuwig
zolang het bestemmingsplan niet gewijzigd wordt
en het graf geruimd wordt.
Onze huizen zijn duurzaam
tot de onteigening
voor een ander plan.
Onze lijven worden
bewoond door een geestige grapjas
tot wij ons zelf vergeten zijn.
Met verhalen
houden wij elkaar bezig
tot onze spraak verstomd.
Mededogen met vluchtelingen
is mededogen met onszelf
het enige dat wij bezitten
is het verhaal over elkaar.