Velen van ons- er zijn ook honderdduizenden mensen wie het wat minder afgaat of totaal analfabeet zijn, lezen met gemak deze tekst. Ze leerden dat op school. Zo kunnen we informatie tot ons nemen, boeken en kranten lezen, reizen en op de snelweg de aanwijzingen lezen. Ook kunnen we een pak havermout kopen omdat we zien en begrijpen wat de inhoud van het pak in het schap is. En Facebook vol kalken.
Voor Boeddha zou het Boeddhistisch Dagblad niet gehoeven hebben. Naar alle waarschijnlijkheid kon Siddhattha, toen hij nog geen boeddha was, niet lezen. Weliswaar beweert een late legende dat hij zijn leraren verblufte met het gemak waarmee hij de Indische alfabetten leerde beheersen, maar het is een feit dat de Pali-Canon geen aanwijzingen bevat dat hij het lezen machtig was. Kunnen lezen werd in zijn tijd als een nuttige maar niet tot de basisvorming behorende vaardigheid beschouwd, zo lezen we in De historische boeddha van Hans Wolfgang Schumann. Er waren in die tijd geen boeken en het schrijven van bekendmakingen en contracten werd als een beroep uitgeoefend.
De Boeddha stimuleerde ook het lezen en schrijven door zijn monniken niet. De vaardigheden van de monnik dient op verlossing gericht te zijn, vond de Boeddha. Hoe jammer is het toch dat de Boeddha de schrijfkunst niet machtig was en zijn gedachten en ideeën niet zelf op ‘papier’ zette. Zodat we ze nu uit eigen hand zouden kunnen lezen. Dat zou veel latere misverstanden en (mis)interpretaties- de opkomst van light boeddhisme en talloze reacties in deze krant hebben voorkomen. Nu moeten we het doen met de mondelinge overdracht. Hoe sterk is het geheugen, de spraakkunst. Is het valkuil of valk-uil? We zullen het moeten doen met Aldus sprak de Boeddha. Jammer.