In paarsblauwe krulletters was op het scherm opeens deze slide te zien: ‘The only difference between a flower and a weed is judgement’. En meteen spoelde er een golf van sympathie en begrip door me heen. Henk Blezer sprak afgelopen zaterdag 17 oktober jl. bij het zilveren jubileumfeest van de BUN in het Amsterdamse Rigpacentrum over de Dietse Dharma. We hebben het over dr. H.W.A. Blezer, tibetoloog, boeddholoog en indoloog. Hij werkt sedert 1997 als gepromoveerd wetenschappelijk onderzoeker bij de Universiteit Leiden. Zijn onderzoekswerk richt zich met name op het Tibetaans boeddhisme en bön.
Hij had het over polderboeddhisme met ‘teelt van eigen bodem’ en tulpenboeddisme met ‘exotische import’. Henk vroeg zich af hoe je naar het boeddhisme in ons eigen land kunt kijken. Hoe je het zou moeten onderzoeken. Ligt je focus op leraren van binnen of van buiten, op de instituten, op de financiële kanten (follow the money), op de knuffel- en tuinboeddha’s of op de boeddhistische spin-off’s zoals mindfulness? Wij zitten nu midden in een ontwikkelingsproces en begrijpen (vanuit onze separate wagons) niet goed wie en wat we zijn.
En ik hoorde er ook in doorklinken dat we elkaar beter niet kunnen verketteren. Als het om boeddhisme gaat moeten we ons niet blind staren op onze eigen vierkante meter maar open staan voor een ‘dwarse eigenwijze dynamiek’ die meer zegt over wat er gaande is dan onze eigen beperkte perspectief. China was in zijn ‘middeleeuwen’ ook een sociaal-culturele smeltkroes waarin zich een bloeiend boeddhisme ontwikkelde.
Dus als je wilt weten wat er hier gebeurt, laat dan even los wat je vindt, want juist dan kan je er beter zicht op krijgen. Essentieel is ook welk materiaal het Nederlands Boeddhistisch Archief de komende tijd gaat verzamelen. Het enige verschil tussen een bloem en onkruid wordt immers bepaald door je eigen oordeel. Dat inzien helpt om het proces dat gaande is door te krijgen en dan ga je de eenheid daarin ontdekken.
Was het niet Bernie Glassman die zei dat je alleen kunt ervaren wat eenheid is als je kunt aanvaarden dat alles – elk mens, elk verschijnsel, elk ding – anders is? Onderling en steeds weer, elk moment opnieuw. Wij en de ander/het andere zijn nooit, geen moment, hetzelfde, steeds anders, altijd nieuw. En precies daarin zijn we één. Ieder, alles, is zoals het is.
Terwijl ik naar de sprekende Henk keek, had ik ook steeds het kolossale boeddhabeeld van het Rigpacentrum in het vizier; het stond maar een paar meter van hem vandaan. En beide beelden ontroerden me. Hier stond een man die voor een breed en tolerant perspectief pleit, een helicopterview, over de schutting kijken. Die ruimte wil laten voor de ‘dwarse eigenwijze dynamiek’ van het leven zelf. En daar was het beeld van de Boeddha, dat een beetje op de groei gekocht was, zo had ik van BUN-voorzitter Michael Ritman vernomen. De verhuizing naar een veel grotere ruimte ging voor Rigpa op het laatste moment niet door. Dus kwam in het ‘oude’ pand de ‘te’ grote Boeddha terecht. Ruimte. In beide gevallen is het woord ruimte cruciaal. Het boeddhisme in Nederland vindt zijn eigen weg wel, zoals de Rigpa-Boeddha ooit zijn grotere ruimte wel zal vinden.
Jon Kabat Zinn (71) stripte zijn mindfulness van alle religieuze elementen. Vanwege de ruimte die zo zou kunnen ontstaan voor de mensen die ermee gediend zouden kunnen zijn. En later in zijn leven liet hij steeds meer blijken dat het boeddhisme hem wel degelijk geïnspireerd had tot zijn mindfulness-benadering. De bekende Vietnamese zenmonnik Thich Nhat Hanh (88) introduceerde vanuit het boeddhisme dat hij kende zijn eigen aandacht-training, maar zo laagdrempelig dat de daarmee geboden ruimte door zeer velen werd betreden.
Ik hoorde iemand die het weten kan onlangs zeggen dat wij misschien denken dat het boeddhisme in het westen hoogtij viert, terwijl het in Azië doodbloedt. In zijn ogen was het tegendeel waar. Met name in het eigentijdse China zou er sprake zijn van een indrukwekkende revival. Ik maak me niet zo druk om het of/of in dit vraagstuk..
Evenmin maak ik me erg druk over de vraag of het boeddhisme zich precies conform de tradities ontwikkelt in Nederland. Wel vind ik belangrijk dàt er sprake is van ontwikkeling. Bij voorkeur zonder elkaar voortdurend de maat te nemen. En vooral toch door de bloem te zien die de Boeddha ooit op de Gierenberg omhoog hield. Ongetwijfeld was het een wilde bloem, ‘onkruid’ misschien wel. Omhoog gehouden in de vrije ruimte.
Astrid de Keulenaar zegt
Mooi stuk Dick! Lang leve de Bloem, het Onkruid én de Ruimte…!