Een vliegramp die heel ons volk in zijn verdriet verenigde, iets indrukwekkends. Het is verbazingwekkend hoe een politiek versplinterd land waar individuele belangen domineren door een dergelijk voorval tot eenheid en solidariteit komt. Met deze gebeurtenis komt de diepste kracht van ons volk tot uitdrukking, dat onze eenheid niet enkel gedragen wordt door een losse verzameling van individuen.
Ik kan me niet voorstellen dat er iemand is die het in zijn hoofd haalt om zo maar een voorbijvliegend passagiersvliegtuig neer te schieten. Het moet een vergissing zijn geweest. Dat is toeval en geen opzet.
We worden gesterkt door het vertrouwen dat we met de voortschrijdende technische en wetenschappelijke kennis in staat zijn ons leven steeds meer onder controle te kunnen houden. Toch is het vaker voorgekomen dat een verkeersvliegtuig is neergeschoten omdat men dacht op de gegevens te kunnen vertrouwen. De Amerikaanse marine was zeker een goede beslissing te hebben genomen toen het een verkeersvliegtuig neerschoot. De Russische jagers waren zeker een vijandig vliegtuig te beschieten die in hun luchtruim binnendrong toen ze een passagiersvliegtuig neerschoten.
Elke verworven zekerheid, hoe sterk ook technisch verankerd, wordt uiteindelijk bepaald door de menselijke keuze en die kan falen. Met onze statistische berekeningen kunnen we vaststellen hoeveel procent van de kankerpatiënten in leven blijven, en hoeveel verkeersdoden er dit jaar te verwachten zijn. Maar over mijn eigen dood heb ik geen enkele zekerheid. Volgens statistieken heb ik met mijn ziekte maar 1% kans om dood te gaan. Toch heb ik over mijn dood geen enkele zekerheid, want ik kan elk moment doodgaan. Mijn hart kan opeens stilstaan, ik kan door een auto aangereden worden, ik kan gewoon verkeerd voedsel eten. Dezelfde onzekerheid beleef ik ook voor de dood van mensen van wie ik hou. De dood is en blijft onberekenbaar. Hiervan worden we ons pas bewust als iemand ons plotseling ontvalt.
Na het bericht van de ramp werden er twee mensen op Schiphol gevraagd of ze zich nog gingen inchecken bij Malaysian Airways. De Nederlander twijfelde, de Indonesische student antwoordde met grote zekerheid; “Ik vertrek, want je hebt je lot toch niet in eigen hand”. Hierbij is duidelijk het culturele verschil te merken tussen de Nederlander in zijn streven naar zekerheid en de Indonesiër die ervan uitgaat dat je met onzekerheid moet leren leven.
We ervaren de ramp en de vele doden als zinloos, we worden kwaad en staan erop dat de schuldige gestraft wordt. De ramp is inderdaad zinloos, maar de dood van de slachtoffers is onherstelbaar. Door de schuldige te straffen wordt de pijn wel verzacht maar de overledene komt niet meer tot leven. Ieder zal de dood ooit als zinloos hebben ervaren. En niet ieder is in staat deze zinloosheid te overstijgen. Daar is hulp voor nodig, hulp van vrienden, van geliefden en van mensen die je begrijpen.
Een duidelijk beeld van de manier waarop we in Nederland de zinloosheid van de ramp hebben overstegen is het diepe medeleven in uiteenlopende vormen. In dit medeleven werd het volk een eenheid waarin de nabestaanden zinvol werden opgevangen. Er groeide een netwerk vriendschap en medeleven en de overledenen kwamen in het hart van velen weer tot leven. Fysiek bestaan de doden niet meer maar geestelijk blijven ze in onze harten voortleven. Een dergelijk proces van eenwording is niet van buitenaf te organiseren, maar het voltrekt zich als vanzelf op het spirituele vlak. In religieus perspectief wordt dit kort en bondig uitgedrukt in het lied Ubi caritas et amor ibi Deus est. Waar liefde en eenheid is daar is God.
Barbara Steadfast Dharma de Zoete zegt
Ik heb geen godsgeloof. Ik ving in een Britse serie ook de frase op: “God is not in the events. He is in our repsonse to what happens.” Dat raakte me diep en zo’n God zou ik kunnen respecteren.