Ieder gevoelig mens is constant in paniek, zei William S. Burroughs. De Amerikaanse schrijver schoot in Mexico per ongeluk zijn vrouw dood toen hij mikte op een appel op haar hoofd. Hij vluchtte naar Amerika. Ten tijde van het interview waar ik uit citeer leefde hij in een kelder zonder ramen in New York, met een assistent.
Paniek is onder meer te verijdelen door niet in een kelder zonder ramen te gaan wonen, denk ik. Frisse lucht wordt onderschat, net als matig kennis nemen van massamedia. Word je eigen medium, luidt mijn adagium. Maar wie ben ik.
Het boek Cut las ik niet, een paar obscure verhalen van Burroughs wel. De vraag is of een man die zijn vrouw doodschiet en vervolgens op de vlucht slaat, zich nog kan vertonen in de openbaarheid. De schrijver trok zijn conclusies. Of hij strafvervolging afkocht weet ik niet. Ik zou mezelf hebben aangegeven, al kan dat destijds voor een Amerikaanse Gringo in Mexico een probleem zijn geweest.
Ik kreeg de rekening van een advocaat inzake een erfeniskwestie. De factuur viel me mee. Juridisch won ik, na tien jaar, de gemeente beslist. Ik heb er alle vertrouwen in. Een rechtsgang kan altijd nog. Of dat perspectief me panikeert? Integendeel, maar dat heeft alles te maken met mijn onverschilligheid tegenover geld.
Ik was in het centrum, het was droog. Alle pinautomaten waren stuk. In een plantenbak van Gastrobar Tof vond ik het restant van een joint. De Gringo in Venray is niet in paniek. Hij is blij.
Geef een reactie