Voice dialogue met een icoon; requiem voor Bodhidharma en Dizang.
Dogen: Er is alleen maar dit.
Hans: Nou dat weer.
Dogen: We zijn er nooit van gescheiden.
Hans: Waarvan niet?
Dogen: Ik reis in een onbegrensde wereld en elk van mijn stappen is mijn huis.
Hans: U zit dag en nacht op een kussentje, heb ik gehoord.
Dogen: Ik doel op de ultieme werkelijkheid die komt noch gaat…
Hans: Kom nou gauw.
Dogen: … en tijd noch ruimte kent.
Hans: Ga toch heen.
Dogen: Echt heilig is…
Hans: Alles leeg en niets heilig, was het toch?
Dogen: Ah ja, Bodhidharma.
Hans: De eerste zenpatriarch.
Dogen: Wat ik zeggen wou, echt heilig is wat ons bevrijdt van onze mentale constructies.
Hans: ‘Echt’ is een mentale constructie. ‘Heilig’ is een mentale constructie. ‘Ons’ is een mentale constructie.
Dogen: Daar zeg je zo wat.
Hans: ‘Bevrijding’ is een mentale constructie. ‘De ultieme werkelijkheid die komt noch gaat en tijd noch ruimte kent’ is een mentale constructie. ‘De onbegrensde wereld waarin elk van je stappen je huis is’ is een mentale constructie.
Dogen: Dat kan ik niet… ontkennen.
Hans: ‘Alleen maar dit, waarvan we nooit gescheiden zijn’ is een mentale constructie. ‘Mentale constructie’ is een mentale constructie. Dat mentale constructies ons gevangen houden is een mentale constructie.
Dogen: Tja, als je het zo bekijkt…
Hans: Dan heb je het gauw bekeken.
Dogen: Wat is geen mentale constructie?
Hans: Een kussentje?
Dogen: Je weet best wat ik bedoel.
Hans: Bedoelingen zijn mentale constructies.
Dogen: Dat wel.
Hans: Ik zou het anders ook niet weten.
Dogen: Niet-weten?
Hans: ‘Niet-weten is het meest nabij.’
Dogen: Ah ja, Dizang.
Hans: Of is dat de volgende mentale constructie?
Dogen: Zei ik het niet?
Hans: Wat?
Dogen: Er is alleen maar dit.
Hans: Nou dat weer.