Mensen die weinig van het boeddhisme afweten vragen me wel eens: word je niet onverschillig of cynisch als je gelijkmoedigheid verwerft? Alleen al het feit dat deze mensen mij die vraag stellen, toont aan hoe weinig ze mij kennen. Ooit vroeg ik mij ook af of ik niet verschrikkelijk saai zou worden, in het onwaarschijnlijke geval dat ik enige gelijkmoedigheid zou kennen. Bovendien zat ik toen ook met de vraag: als gelijkmoedigheid al saai is, hoe erg moet verlichting dan niet zijn?
Ondertussen weet ik dat oefenen in gelijkmoedig zijn wel betekent dat je berust in hoe de dingen zijn maar niet in hoe je met de dingen omgaat. En het betekent al helemaal niet dat je onverschillig bent. Als de Boeddha gelaten had gereageerd op de levensomstandigheden van de mensen rond hem, was hij niet door het eindeloze en gevaarlijke India van zijn tijd getrokken om zijn boodschap over verlossing te verkondigen. De eerste dertig jaar van zijn leven was Boeddha’s weg naar verlichting een reactie op zijn intense medeleven met al het lijden rond hem. Ook in elk van de vijftig jaren na zijn verlichting bleef hij voortdurend actief in het omgaan met armoede, ziekte en onrecht.
Ik kan me ontzettend kwaad maken over onrecht. Maar elke dag toont het tv-journaal wel hoeveel ellende we mekaar aandoen. Elke week lees ik in een dagblad wel een artikel dat de achtergronden uitspit van hoe diep onrecht in onze maatschappij verweven zit. En in elk boek over geschiedenis lees ik hoe onrecht door de eeuwen heen bij mens zijn lijkt te horen. Mijn kwaadheid slaat dan soms om in cynisme of moedeloosheid. Als ik toegeef aan mijn woede, maak ik anderen nog een keer tot slachtoffer en doe hen zelf onrecht aan. Als ik toegeef aan mijn moedeloosheid, maak ik van mezelf twee keer een slachtoffer. De uitdaging is om onrecht als een vorm van lijden te herkennen, en om zelf de keten te doorbreken van hoe we onrecht aan mekaar doorgeven.
Een van de grootste vormen van onrecht is hoe we deze planeet vervuilen en haar rijkdom in snel tempo plunderen. Ik blijf me kwaad maken om hoe bedrijven blijven plunderen uit winstbejag en hoe traag en inefficiënt ‘gezagsdragers’ daartegen maatregelen nemen. Hoe weinig beleidsmensen op lange termijn kunnen denken. Maar in feite maak ik me het meeste druk in de slapte van veel ‘groenen.’ Terecht wijzen die op de positieve mogelijkheden van duurzaamheid, en dat onze economie evenzeer winst kan maken door ecologisch verantwoorde investeringen als door grondstoffen uit te putten. De meest positieve boodschap is: als we maar inventief genoeg zijn, hoeft de aarde niet naar de verdoemenis te gaan.
Maar in een interview gaf de filosoof René ten Bos een pittige beschrijving van wat ik ook vaak bij groenen merk en vooral bij jongeren die begaan zijn met het milieu: ze vinden dat ecologisch engagement ‘leuk’ moet blijven. Ooit zei zelfs een partijvoorzitter van de Vlaamse socialisten iets gelijkaardigs: ‘socialisme moet gezellig zijn…’ Ik word daar pissig van: als je oprecht begaan bent met het uitbuiten van arbeiders of met het uitbuiten van deze hele planeet, beoefen je geen leuke, gezellige hobby. Natuurlijk mag en moet er gelachen worden, al is het maar om psychisch gezond te blijven bij alle ellende, maar wie enkel ‘gezellig’ bezig is met het lijden in deze wereld, lijkt me niet echt over veel mededogen of realiteitszin te beschikken.
Verontwaardiging is een goede motor voor inzet, om niet moedeloos te worden door de massale onwetendheid. Maar hoe valt gedrevenheid te rijmen met gelijkmoedigheid? Uiteraard is er het aspect van ons niet te laten grijpen door woede, pessimisme, cynisme, oordelen, en alle andere vormen van egocentrisme. Dat is waar we ons in oefenen door aandachtig, meditatief te zijn.
René ten Bos gaf mij een ander inzicht: gelijkmoedigheid is niet alleen een gepaste manier van reageren op onze gevoelens, gedachten en onze omgeving. Het is ook een gepaste manier van reageren op de nooit eenduidige realiteit. Niet iedereen die vervuilt doet dat opzettelijk of uit winstbejag. Veel beleidsmakers zijn begaan met het milieu, maar merken dat hun kiezers niet bereid zijn om veel luxe op te offeren. En dan is er het risico dat bezorgdheid over het milieu overkomt als doemdenken. En de vervelende boodschap dat er geen simpele, moeiteloze oplossingen zijn. René ten Bos: ‘Een klassiek filosofisch concept is ataraxia, de gelijkmoedigheid van geest en wereld. Het komt er dus niet op aan alles in jezelf tot bedaren te brengen. Nee, als de wereld complex is, moet je die beantwoorden met een complexiteit in je denken. Dat is volgens mij de kern van het ecologisch denken, en dat heeft niets te maken met jezelf zo fantastisch vinden omdat je o zo goed bezig bent.’ [1]
Ik heb de indruk dat we ons collectief veel te traag bewust worden van de ecologische rampen die we veroorzaken. Ik schat de kans hoog in dat onze planeet zo uit evenwicht raakt dat menselijk leven grotendeels of totaal uitsterft. Ik beoefen gelijkmoedigheid door te overwegen dat het leven dan wel in andere vormen blijft doorgaan. We zijn niet onmisbaar. Maar we zijn wel een heel bijzondere soort. Ik ben niet zo gelijkmoedig dat ik niet stiekem hoop dat het universum ons erg zal missen en ons elders een nieuwe kans geeft.
Siebe zegt
“De eerste dertig jaar van zijn leven was Boeddha’s weg naar verlichting een reactie op zijn intense medeleven met al het lijden rond hem” (Ksaf)
Waar blijkt dat uit? Volgens overlevering was de Boeddha vooral geschokt, ontdaan van het besef dat ook hem ziekte, veroudering en dood ten deel zou vallen. De Boeddha vond het volgens overlevering wel gepast dat hij zich niet vervreemdde van anderen die ook ziek worden of zijn, verouderen en sterven. Maar het is niet zo duidelijk, vind ik, dat de Boeddha nou echt bewogen werd door een groot besef van het lijden van andere mensen en wezens en de wens dat op te heffen. Het lijkt er toch meer op dat de Boeddha vooral bewogen werd door het besef dat we worden geleid en beheerst door condities en zelf niet in controle zijn. Vooral daaraan heeft ie een ontsnapping willen vinden, lijkt het, voor mij dan. Het is niet zo dat ie meteen de zieke ten hulp schoot, of de oude man ondersteunde en hielp etc. althans niet wat ik gelezen heb.
Boeddha is eigenlijk ook wel heel duidelijk dat als je vrede van het hart wil realiseren moet je geen liefde voelen, voor wie of wat dan ook. Die betrokkenheid leidt alleen maar tot zorgen, tot bedruktheid, onvrede. Bijvoorbeeld, liefde voor een partner, liefde voor de wereld, liefde voor de natuur, liefde voor je zaak, liefde voor…Toen zijn zoon Rahula geboren werd schijnt hij ook gezegd te hebben…een keten is geboren…liefde is een keten.
Het klopt wel, vind ik, maar het klopt ook op een soort gevoelloze manier.