Wat voor anderen geldt, geldt ook voor jezelf. Zelfcompassie houdt in dat je bij jezelf geen gevoelens of gedachten wegdrukt alsof ze er niet mogen zijn. Gedachten en gevoelens die niet prettig zijn, zijn er niet om weggedrukt maar om ervaren te worden, zonder noodzaak ze eerst te beoordelen. Ont-moet jezelf! Laat gedachten en gevoelens zijn wat ze zijn, zonder ze groter of kleiner, belangrijker of onbelangrijker te maken dan ze zijn. Ga als het ware naast jezelf staan, zonder te hoeven begrijpen waar al die gedachten en gevoelens vandaan komen, wat ze betekenen en zonder noodzaak er iets anders mee te doen dan ze te laten zijn wat ze zijn: gedachten en gevoelens. Punt.
Compassie hebben met jezelf is een, compassie hebben met anderen is twee, maar compassie hebben met alles in de natuur… dat is drie, vier, enzovoorts tot in het oneindige. Onder alles in de natuur versta ik vooral levende wezens, van heel klein tot heel groot. Ik geef toe dat het mij niet lukt om mij in het gevoelsleven van een steekmug of van een blauwe vinvis te verplaatsen, en volgens mij hoeft dat ook niet per se. Het volstaat je te verplaatsen in het leven “an sich”, in het leven in al zijn natuurlijke verschijningsvormen, zelfs in dat van onkruid, groenten en oeroude bomen. Leven is kostbaar en is als fenomeen direct verbonden met dat van mij en dat van jou. Leven is leven. Er bestaat geen ongeveer, geen beetje, geen af en toe of wanneer het zo uitkomt leven. Daar compassie mee hebben betekent dat je er zeer bewust mee omgaat, in het besef dat er kwalitatief geen verschil in leven is, hoe groot het verschil in voorkomen, duur of bewustzijn ook moge zijn. Als je compassie hebt met de natuur, want daar komt het op neer, gedraag je je op een wijze waarin harmonie met de natuur vooropstaat. Je staat niet sympathiek tegenover de natuur, niet antipathiek en zelfs niet empathisch (hoe dan?) maar invoelend dat iedere schade die jij of iemand anders aan de natuur toebrengt, schade is aan jezelf. Want of je het nu leuk vindt of niet, jij bent zelf deel van de natuur. En ik wijs je er nog maar eens op dat de natuur veel groter, grootser en in alle kwetsbaarheid machtiger is dan alle mensen bij elkaar. Dat mensen deel van de natuur kunnen zijn, zou je kunnen uitleggen als compassie van de natuur met ons.
Begin eens met het maken van een pas op de plaats. Je past je aan aan de omstandigheden. Je kunt niet (langer) doen alsof je alleen op de wereld bent en met niemand iets te maken hebt. Houd op weerstand te bieden tegen wat dan ook, maar geef (voorlopig) mee. Houd op je ergens tot barstens toe tegen te verzetten, maar buig voor je barst. Waarom? Omdat niets en niemand er baat bij heeft wanneer je barst! Erken en respecteer alle wetten, voorschriften, richtlijnen en regels die van toepassing zijn op het niveau van de werkelijkheid waarop jij je beweegt. Als je ze wilt veranderen begin je met het kennen, herkennen en erkennen van wat ze zijn: wetten, voorschriften, richtlijnen en regels die er zijn maar (volgens jou) verandering behoeven. Verdiep je erin. Spreek je uit. Toon compassie, met jezelf, met anderen, met alles en iedereen.
Er zijn bestaan meerdere sociale centra. Daarvan ligt er een bij jou maar de andere liggen elders, bij de wezenskern van alle levende wezens eigenlijk. Wanneer jij het centrum van jouw sociale wezen zoekt, loopt die weg ernaartoe door anderen heen. Ongeacht of je die anderen wel of niet mag. Je kunt die weg alleen gaan door jouw grenzen te openen, door zelf naar buiten te treden naar die ander toe en/of door die ander bij jou binnen te laten. Alleen zo kan jouw centrum, kun jij, ervaren dat jullie in wezen ook niet van elkaar verschillen in wat je bent: een levend wezen! Jij ontmoet jezelf in de ander en de ander ontmoet zichzelf in jou. En jullie leggen in die ontmoeting niet alleen alle rollen neer die ieder van jullie zelf heeft, maar ook alle rollen die de ander heeft. Je zou het kunnen vergelijken met het weghalen van alle grenspaaltjes die jij om jezelf heen hebt staan én die jij om anderen ziet staan. Wat overblijft is vrije ruimte waarin ieder zich vrij kan bewegen en mag zijn zoals hij is. Niets moet! Niemand eist, verlangt of verwacht iets van de ander. Dat hoeft ook niet, want er vindt een wezenlijk ont-moeten plaats. Het kan met mensen, maar ook met dieren en zelfs planten.
Eenmaal vertrouwd met het bestaan van meerdere sociale centra, kun je jezelf in anderen herkennen en de ander in jezelf. Dat heeft niets te maken met gelijkheid in gedrag maar uitsluitend met gelijkheid in mens-zijn of ruimer nog: in het zijn van een levend wezen. Alle mensen zijn bij wijze van spreken uit hetzelfde hout gesneden. Alle mensen zijn gelijkaardig: gevormd uit dezelfde klei. En alle mensen zijn op grond daarvan ook gelijkwaardig. Tegelijkertijd is er een ongelooflijke verscheidenheid aan wijzen waarop het menszijn zich manifesteert. Ik stel het mezelf zo voor: hoe dieper je doordringt tot de kern van het menszijn, hoe duidelijker de gelijkaardigheid en gelijkwaardigheid wordt, terwijl omgekeerd de verscheidenheid steeds meer naar voren komt wanneer je je van de kern af beweegt. Anders gezegd: hoe dieper je doordringt in jezelf en in het wezen van de ander, hoe duidelijker je gaat zien dat je elkaar gelijk bent. En: hoe meer je let op de manier waarop jij en de ander uitdrukking geven aan het ‘mens zijn’ hoe duidelijker je verschillen gaat zien. Kortom: in wezen gelijk, in expressie verschillend! Het is de kunst beide aspecten tegelijk waar te nemen en in gedachten te houden bij alle doen en laten.
Gezekerd in de wetenschap dat er in wezen geen verschillen zijn tussen jou en wie dan ook, kun je gedrag gaan scheiden van de persoon die het gedrag vertoont. Gedrag kan positief of negatief uitpakken, door jou gewaardeerd of verfoeid worden, beloond of bestraft, maar de persoon die het gedrag vertoont is in wezen aan jou gelijk. De ander oordelen is jezelf oordelen! Jij bent je gedrag niet, de ander is zijn gedrag evenmin. Jullie vertonen gedrag, op basis van bewuste en onbewuste keuzen, inclusief aangeleerde gewoonten (die ooit als keuzen zijn begonnen). Als je dat inzicht hebt gekregen, laat je de onbepaalde en van alle dwang en eisen ontdane realiteit op je inwerken en neem je waar wat dat allemaal bij jou teweegbrengt. Vervolgens kies je hoe jij het beste in de gegeven omstandigheden jouw menszijn tot uitdrukking kunt brengen. Wat ga je doen? Wat ga je laten? Niet kiezen is ook kiezen (namelijk kiezen dat alleen de omstandigheden en omstanders bepalen hoe het verder gaat). Klinkt dit ingewikkeld? Laat ik het dan zo zeggen: hoe zorg jij ervoor dat jij je naar buiten toe niet anders voordoet dan je diep van binnen bent? Kun jij, wil jij en durf jij altijd en overal en aan iedereen te laten zien wie en wat jij wezenlijk bent. Natuurlijk op jouw manier, maar wel consequent, in iedere rol die je in de maatschappij hebt? En mogen anderen dat dan ook… zelfs wanneer dat anders is dan jij vindt dat het zou moeten zijn? Want zij zijn jou gelijkaardig en gelijkwaardig…
Een belangrijke eigenschap is dienstbaarheid. Dat zit zo: geen enkel wezen kan op zichzelf bestaan. Iedere plant, ieder dier, ieder mens is afhankelijk van alle andere. Zij zijn dienstbaar aan elkaar. Op allerlei manieren. Door die dienstbaarheid zijn zij wie en wat zij zijn, ieder op het eigen niveau, als manifestatie van het leven zelf dat in alle gelijk is. Alles dat leeft is één in wezen maar tegelijkertijd is ieder wezen uniek in de manifestatie van die eenheid. Het prooidier is dienstbaar aan het roofdier, maar het roofdier is op zijn beurt ook weer dienstbaar aan de prooidieren door populaties sterk en gezond te houden. Gras is dienstbaar aan de herbivoren, die op hun beurt weer dienstbaar zijn aan de planten door deze te bemesten en door zaden te verspreiden. Er is geen enkele manifestatie van het leven dat niet op een of andere manier dienstbaar is aan een of meer andere manifestaties. Dat geldt uiteraard ook voor mensen. Het besef dat je vroeg of laat dienstbaar bent aan alles en allen plus de bereidheid om op ieder moment die dienstbaarheid om te zetten in daadwerkelijke actie, zal jouw leven rijker maken dan jij je kunt voorstellen. In ieder geval rijker dan je ooit met geld kunt worden. Het stelt je namelijk in staat te realiseren waarvoor je hier bent.
Roelof zegt
Waarschijnlijk is het moeilijkst te accepteren dat de prooimens dienstbaar is aan de roofmens, en dat de roofmens ook weer dienstbaar is aan de prooimens door populaties sterk en gezond te houden…
Dharmapelgrim zegt
Ken je de song “Sweet dreams are made of this” van de Eurithmics …