Op het balkon van de Kloosterbunker vliegt een hommel over de bloeiende kuipplanten, ik vermoed elke dag dezelfde. De hommel is mijn vriend. De Kloosterbunker ligt in een gemengde stedelijke/boerse omgeving. Ik vraag me al wat de hommel met het stuifmeel en de nectar doet, die hij met zijn lange tong en/of poten uit de bloemen haalt.
Hommels kunnen tot wel twee uur achter elkaar stuifmeel verzamelen tot een gewicht van 60% van hun lichaamsgewicht. Het stuifmeel kunnen de vrouwtjes met behulp van nectar en hun voorpoten tot een klompje samen plakken aan hun achterpoten en zo vervoeren naar het nest.
Omdat hommels geen grote honingvoorraad aanleggen moeten er gedurende het hele voorjaar en zomer (van maart tot september) bloeiende planten aanwezig zijn. Overigens produceren hommels wel honing, echter in kleine hoeveelheden. ‘Hommelhoning’ is daarom commercieel niet interessant.
Hommels kunnen afstanden afleggen tot ongeveer twintig kilometer van het nest om voedsel te zoeken maar meestal vliegt een hommel niet meer dan vijf kilometer van het nest.
Een hommel is metta.
Moedig voorwaarts!
Wouter ter Braake zegt
Een hommel heeft, in planterstermen gesproken, een hogere bestuiving effectiviteit dan een bij. Als de wind te hard is stopt een bij, een hommel gaat door. Als het regent stopt een bij, een hommel blijft langer in de weer. De werkdag van een hommel is langer dan die van een bij. Kortom hommels lijken een beetje op Rotterdammers. De rest van de wereld zijn kloothommels.
Rafa zegt
Hi Wouter, dat word hommeles, daar is de hommel en Boeddha niet voor in ..die werken hard aan .. vrede
wouter ter braake zegt
😊👍🙏