Deze week was ik bij mijn kleermaker met linnen stoffen in vier kleuren. Linnen is heerlijk dragen, zeker als het warm is. De kleermaker adviseerde mij om de stof eerst te wassen omdat het nogal krimpt en de hemden dus ook. Daarom kocht ik gewassen linnen bij de stoffenzaak.
Mijn kleermaker is geen luxe maar noodzaak. Ik heb een groot lijf, altijd al gehad en ben niet schriel uitgevallen. Bij mijn geboorte woog ik negen pond en de verloskundige zei tegen mijn moeder dat ik een grote man zou worden. Dat vindt mijn kleermaker ook. Grote mannen hebben grote hemden nodig die zelfs in de out site manshop niet te vinden zijn. Drie keer XL is 5 centimeter langer en dat is te kort.
Ik ben al klant bij de kleermaker sinds 2000, hij maakt bijna al mijn hemden, meestal van katoen, nu van linnen. Mijn bezoeken aan hem verlopen altijd volgens een vast protocol. Ik bel aan – hij werkt thuis, en hij verwelkomt mij. In de woonkamer begroet ik zijn vrouw en vraag hoe het met haar gaat. Dat vertelt ze. Dan ga ik op een stoel aan tafel zitten en doen we praatje pot. We praten niet over hemden of stoffen of wanneer de hemden klaar zijn. De kleermaker doet net alsof hij geen kleermaker is en ik ook. We drinken koffie. Dat duurt ongeveer een kwartier en dan pakt hij de stoffen uit de tas. Vroeger werd ik opgemeten nu neem ik een goed passend hemd mee.
Dit keer ging het anders. Lang geleden al nodigde de kleermaker mij uit voor een Hindoestaanse maaltijd, niet dan, maar de eerstvolgende keer dat ik zou komen. Dat was vorig jaar maar toen gooide de corona roet in het eten en ik voornamelijk thuis bleef. Ik dacht vaak aan de beloofde maaltijd maar wilde geen druk uitoefenen.
Wil je een loempia, vroeg de vrouw van de kleermaker. Graag, zei ik, zo onbevangen mogelijk. Dan ga ik ‘m bakken, zei ze. Na een kwartier zette ze twee loempia’s op tafel, een voor mij, een voor de kleermaker. En ook een kommetje rode saus. Wat is dat voor saus, vroeg ik haar. Oh, tomatenketchup, zei ze.
De loempia zag er heel anders uit dan ik gewend ben, een zacht omhulsel, bijna vierkant. Ik smeerde een beetje ketchup op de loempia en de kleermaker vertelde dat hij die zelf gemaakt had met rode pepers en ketjap, net op het moment dat ik in ademnood raakte. Neem maar wat cola, zei hij. Eerlijk is eerlijk, ik heb nog nooit zo’n lekkere loempia gegeten. Zo verfijnd.
Vroeger had je ook kroepia’s, zei ik, gevuld met rijst. Maar daar ging de kleermaker niet op in, we leven in het nu tenslotte. Geestelijk en lichamelijk verkwikt ging ik de deur uit. Maandag begin ik aan de hemden, voor je het weet is de zomer voorbij, zei de kleermaker.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
G.J. Smeets zegt
Joop, ja, er gaat niks boven linnen. Ik wandel de kledingweg in omgekeerde richting. Op de maandagmarkt hier in het dorp staat een handelaar die restpartijen kleding (m/v) per gewicht inkoopt en per stuk verkoopt. Ik ben 18 jaar klant, hij kent mijn voorkeur. 1 x per maand ga ik bij hem langs om een broek of een hemd op te halen, net wat hij voor een linnen-adept opzij heeft weten te leggen. Soms doet hij er iets bij dat twee maten te groot is maar te fijn om te laten lopen. Geen nood, Anna, een straat verderop. vermaakt het. Wat een luxe allemaal.