Het werd er niet vrolijker op daar in dat boerderijtje in de graslanden en dijken in de Hollandse polder waar de uit Engeland gevluchte Nederlandse boeddhistische trainer en inmiddels uitkeringstrekker probeerde een sangha op te richten. Hij zat maar te tobben en te tobben en zakte in een depressief geestelijk moeras. Hij keek rond in de woonkamer waar de vijf stoelen stonden voor de toekomstige sanghaleden die ver te zoeken waren. Ja, alleen die vrouwelijke spion van de UWV kwam elke avond mediteren. Ze sprak geen woord en de dieren op de boerderij ook niet.
De trainer dacht terug aan de goed gevulde tafels met lunches en maaltijden in het inmiddels failliete Engelse retraitecentrum waar hij aanzien had en een eigen leefruimte, een behoorlijk appartement en elke maand een goed salaris op zijn bankrekening. Leuke mensen om zich heen. Beschaafd zoals hij. Tot de corona roet in het eten gooide. Hij nam een biscuit uit de doos van de voedselbank. De uiterste verkoopdatum was 28 12 2019. Bah. Wisten ze daar wel wie hij was, hij de boeddhist, de trainer.
Hoe lagen zijn kansen om uit het boeddhisme een goed belegde boterham te halen? Nou, niet in deze polder, besefte hij. Vol gereformeerden. De verlichting was ook pet in die boerderij, een kaal peertje aan het plafond. Zou hij de grens oversteken? Bij de zuiderburen heb je een dik betaalde baan van de staat als boeddhistisch voorganger. En een eigen huisje.
De geest van de trainer draaide door. In Engeland reed hij met zijn elektrische auto door het gebied, als boeddhist wil je toch ook een frisse neus halen, toch? Het was avond, tegen elf uur. Opeens begon het grote voertuig te stotteren en de trainer zette de wagen stil en bezag de situatie: een lekke band en geen gereedschap om te wisselen. Er was geen hond te zien, ook geen wegenwacht, de gsm lag in het retraitecentrum. Heel in de verte zag de trainer licht branden, een bewoond huisje, toch gauw 2 kilometer verderop.
De trainer begon aan zijn tocht door de graslanden, de velden van weleer, het werd geen middenweg. Hij somberde al lopend, als er maar iemand thuis is, als ze maar open doen, als ze maar geen boeddhisten haten of eigenaren van elektrische auto’s. Op het moment dat hij aanbelde was hij totaal over de rooie. Een lieve vrouw opende de deur en keek hem vriendelijk vragend aan. De opgefokte trainer riep vol van woede: ‘Steek die krik maar in je kont.’
Zo voelde hij zich ook in die klote boerderij met oudbakken biscuitjes uit de doos van de voedselbank. Steek die kaakjes maar in je kont, schreeuwde hij luid wenend.
Moedig voorwaarts!
eva VAN tulden zegt
Hallo,
In België worden Boeddhistische voorgangers nog niet gefinancierd door de staat.
Het wordt wel onderzocht, de liberalen (Open VLD), onder andere, hebben het op de politieke agenda gezet, maar bv. voormalig voorzitter van de BUB Edel Maex is nu fel tegenstander omdat hij vreest dat staatsfinanciering de ‘pit’ en motivatie uit de sangha’s gaat halen. Hij verwijst hierbij naar wat er na hun erkenning/financiering met de vrijzinnig humanisten is gebeurd. Hij heeft m.i. wel een punt.