Het schijnt zo te zijn dat het menselijk brein binnen een seconde de keus maakt tussen aardig en onaardig, een leuk mens of een zeikerd, sympathiek of een galbak. Ik kan daar over meepraten. Een nieuwslezeres van de NOS vond ik maar niks met haar vreemde stem, tot ik haar in een programma op zoek zag gaan naar haar voorouders. Ze droeg leuke kleding en was leuk nieuwsgierig. Ik was om.
Een minister was op bezoek bij het gemeentelijk vervoerbedrijf in Rotterdam waar zijn vader had gewerkt. Hij werd ook overigens met een camera gevolgd. Een leuke man, corrigeerde het brein zichzelf en ook fatsoenlijk, vond ik. Weer een Eric Engerd uit het geheugen gewist.
Een andere minister van justitie was te gast in een muzikale aflevering van Dewerelddraaitdoor en vertelde enthousiast over zijn muziekvoorkeuren. Hup, weer een minder op het lijstje van onaardigen.
Er zijn meer publieke figuren die ik niet mag, soms komt dat door hun uiterlijk, ik geef het maar toe. Of door hun opvattingen, ik zou niet naast die lui begraven willen worden. Mijn voor- en afkeur heeft te maken met mijn opvoeding en de mensen met wie ik omga. Als ik in een ander gezin was opgegroeid, in een andere omgeving, had ik mogelijk andere voorkeuren ontwikkeld. Maar ik ben wel gelukkig met wie ik ben, al bestaat er geen duurzaam zelf.
Blijkbaar klopt het gezegde ‘onbekend maakt onbemind’ toch. Die ommekeer kan ook gevaarlijke kantjes hebben. Dat kwalijk gedrag van ministers die ik aardig vind minder kwalijk lijkt. Mijn ingebouwde waakhond moet daar alert op zijn.
Het gekke is dat van mensen die ik aardig vind ik bijna nooit van mening verander. Ieder mens heeft z’n onhebbelijkheden, denk ik als ze op mijn ranglijst af dreigen te glijden. En dan hou ik weer van ze. Maakt liefde blind?
Moedig voorwaarts!
Henk van Kalken zegt
Dit oordelen met het brein wordt met een moeilijk woord ook wel dua… eh… duadingest genoemd:-)
Joppe van der Spoel zegt
Een mooie waardevolle bespiegeling Joop.
Dank je wel. Groet Joppe